Skip to main content

OPEN HUWELIJK

Coppia aperta quasi spalancata (Dario Fo)

Het Open Huwelijk is Fo’s meest gespeelde stuk in het buitenland. Alleen al in Duitsland zijn er meer dan 170 verschillende ensceneringen te zien geweest.

Fo veegt de vloer aan met alles wat therapeuten en andere relatiewetenschappers over dit onderwerp te berde brengen. Achter de kluchtige humor en de groteske overdrijving laat hij de werkelijkheid zien van de listen en gevoeligheden, die met de ‘moderne’ levensstijl niet zomaar verdwenen zijn.

 

Eerste voorstelling: 30 november 1983 Triest (Teatro Sloveno)

Eerste Nederlandstalige voorstelling: 22 november 1984 door Piccolo Theater Dario Fo

 

EERSTE  BEDRIJF

(Een man van in de veertig klopt op de deur van de badkamer. Zijn gezicht wordt uitgesneden door het licht van een spot.)

MAN : Antonia, stel je nou toch niet zo aan. Wat lijkt het wel!… We kunnen er toch over praten als volwassen mensen… Antonia, doe open… Goed, het was een faux-pas van me, maar jij maakt ook overal meteen zo’n drama van. Antonia, zeg dan toch wat! Jij doet ontzettend lullig, weet je dat? (kijkt door sleutelgat) Wat spook je daar eigenlijk uit? Ben je nou helemaal belazerd, hysterische koe dat je d’r bent! (Aan de zijkant van het toneel verschijnt een vrouw die op haar beurt wordt verlicht door een spot. De rest van het toneel in het halfdonker.)

VROUW : De hysterische koe, die zich heeft opgesloten in die andere kamer-voor alle duidelijkheid, het is de badkamer – dat ben ik. De man die zich zo vreselijk aanstelt, het hele huis bij mekaar brult en van wie ik vooral niet zo ontzettend lullig mag doen, is mijn echtgenoot…

MAN : (praat nog steeds alsof de vrouw in de badkamer zit) Antonia, we kunnen dit soort dingen toch bespreekbaar maken!

VROUW : Ik werk intussen een cocktail naar binnen van de meest uiteenlopende pillen: Mogadon, Veronal, Valium, Librium, 29 Dolfiran zetpillen, gesnipperd in hele kleine stukjes…

MAN : Antonia…!

VROUW : Allemaal oraal. ..

MAN : Antonia, zeg nou toch wat!

VROUW : Mijn man heeft de ambulance al gebeld. Ze kunnen elk ogenblik hier zijn… en dan trappen ze de deur in.

MAN : Antonia, die lui van de ambulance kunnen elk ogenblik hier zijn… en dan trappen ze de deur in… Het is verdomme al de derde deur deze maand.

VROUW : Weet u wat ik nou het vervelendst vind bij zo’n eerste-hulpactie, dat is dat leegpompen van je maag. Dan duwen ze zo’n slangetje achter in je keel.. plus de gegeneerde blik, waarmee iedereen je nog wekenlang aankijkt, je vrienden en je familie… en dan het verplichte gesprek met de psychiater… zo’n gestudeerde flapdrol, die je urenlang aankijkt, lurkend aan zijn pijp, en dan opeens zegt: “Huilt u maar lekker uit, mevrouwtje, u moet huilen, vooral veel huilen.” En daarna wil hij weten of ik als klein meisje niet liever staande had willen plassen, net als mijn vader…

MAN : Antonia, zeg nou toch wat. Gil, krijs, schreeuw, geef voor mijn part… een rocheltje. Dan weet ik tenminste hoe ver het met je gekomen is! Antonia, ik ga nu weg en je ziet me nooit meer terug! (Hij buigt voorover om door het sleutelgat te kijken.)

VROUW : Eerlijk gezegd is het niet de eerste keer dat ik mezelf van kant wil maken.

MAN : Antonia, niet die gele pilletjes. Die zijn voor mijn astma!

VROUW : Ik heb zelfs geprobeerd om uit het raam te springen. Mijn man heeft me op het laatste ogenblik uit de lucht geplukt… (De vrouw stapt op de vensterbank. De man pakt haar vast bij een enkel. Vollicht.)

MAN : In godsnaam, Antonia… kom naar beneden… Ja, het is zo, je hebt gelijk. Het was een rotstreek van me. Maar ik zweer je, dit is echt de laatste keer dat ik jou in zo’n situatie breng…

VROUW : Laat me los! Je denkt toch niet dat het me allemaal nog ene moer kan schelen. Ik word kotsmisselijk van jou en van die eindeloze verhalen over al die stompzinnige, hersenloze vriendinnetjes van je…

MAN : O, ze hadden ook nog intelligent moeten zijn! Dan was je er wel overheen gekomen?

VROUW : Laat me met rust… Ik maak er een eind aan… definitief!

MAN : Dat kun je altijd nog doen, maar we moeten er eerst over praten, hier op de begane grond.

VROUW : Nee, daar heb ik nou juist geen zin meer in. In dat stomme gelul van je, dat schijnheilige gelul. En kom er ook niet mee aan, dat ik het niet mag doen vanwege de kinderen, want dat vind ik zo’n smerige chantage. Het enige waar jij bang voor bent, dat zijn de toestanden erna. Wat de mensen er wel van zullen zeggen: “Kijk, daar heb je hem, de moordenaar! Dat is de man die zijn arme vrouw de dood in heeft gedreven.” Het kan me allemaal geen moer meer schelen. Ik stort me naar beneden! Ik spring!

MAN : Nee!

VROUW : Ja!

MAN : Ik waarschuw je, dan breek ik je de benen! (De vrouw stapt van de vensterbank. De man reikt haar een kruk aan.)

VROUW : En dat heeft ie gedaan, de zak… Ik heb meer dan een maand met mijn been in het gips gezeten… In het gips, ja, maar springlevend! En iedereen maar vragen: “Ben je wezen skiën?” (Hinkend zet ze de kruk weg en haalt uit een lade of een ander meubelstuk een revolver.) Ik heb het ook geprobeerd met een pistool…

MAN : Wat krijgen we nou zeg. Schei uit! (probeert haar tegen te houden) Dat ding is spiksplinternieuw, ik heb geen vergunning. Straks krijg ik nog een bekeuring…

VROUW : (Ze praat tegen het publiek als het ware buiten de handeling staande.) De reden waarom ik perse dood wilde, was altijd weer dezelfde: mijn man hield niet meer van me. En ik stortte me in de zenuwen, elke keer als ik erachter kwam dat hij weer een nieuwe verhouding had.

MAN : (probeert haar het pistool te ontfutselen) Hoe vaak heb ik je dat nu al moeten zeggen, schat… Bij die andere vrouwen is het alleen maar een kwestie van seks, alleen maar seks…

VROUW : (weet zich los te maken) Ja precies. En bij mij is zelfs dat er niet meer bij!

MAN : Ja, maar bij jou… ik bedoel, bij jou ligt dat heel anders. Voor jou heb ik enorm respect!

VROUW : O, is het dat? Het is uit respect! Nee, maar nu wordt het me meteen allemaal duidelijk! Wat is het belangrijkste tussen een man en een vrouw? Het respect! “Nee, schat, ik ga niet meer met je naar bed.” “Maar waarom dan niet, lieveling?” “Uit respect!” Lik me reet met je respect! (tot het publiek) Ja, in dit soort situaties werd ik echt grof… ordinair zelfs. Maar dat kwam allemaal door dat banale geklets van mijn man. Dan heb je je als vrouw niet meer in de hand. Nee, we konden zo niet verder samen, het ging echt niet meer tussen ons. Hij raakte me al een hele tijd niet meer aan…

MAN : Ik zie niet in, waarom jij onze vuile was buiten de deur moet hangen voor de neuzen van wildvreemde mensen.

VROUW : Maar schat, die mensen hebben toch juist een kaartje gekocht vanwege onze vuile was. Bovendien is er hier maar eentje wildvreemd en dat ben jij. In het begin dacht ik dat mijn man uitgeput was… ziek zelfs… (wil voor het raam langslopen. Haar man houdt haar tegen.)

MAN : Kijk uit. Het decor loopt tot hier.

VROUW : Nou en? Ik ben bezig iets te vertellen en dus stap ik uit mijn rol. In het soort toneel dat wij spelen kan dat. (tot publiek) Ik zei dus dat ik bang was dat ie uitgeput was… ik belde voortdurend met de dokter… tot ik erachter kwam dat mijn man een bijzonder intensief sexleven had… met andere vrouwen. Weet u hoe ze hem noemden? Orgasmus van Rotterdam! En als ik hem dan vroeg wat de reden daarvan was… wat er gebeurd was: “Waarom wil je me niet meer? Vrij met me… vrij met me”, begon ie gauw over iets anders.

MAN : Ik begon over iets anders?

VROUW : Jij, ja! Je probeerde het zelfs op de politiek te schuiven. U had hem moeten horen: “Nee, schat, vanavond niet nee… vanavond kan ik het niet opbrengen… ik heb ook zoveel aan mijn hoofd: het opkomend fascisme, het gebrek aan eenheid in de vakbeweging, de kruisraketten, de algehele verrechtsing.”

MAN : Dat van die verrechtsing, dat heb ik heus niet zelf uitgevonden, dat is een vaststaand feit. Het is toch zo dat wij, linkse mensen, de laatste tijd met enorme frustraties zitten. Wij hebben onze idealen moeten prijsgeven, onze illusies begraven, onze modellen moeten bijstellen. En wat is het resultaat? Kijk maar om je heen! Gebrek aan solidariteit, walgelijke egotripperij, bot cynisme!

VROUW : Bravo! En omdat de linkse mannen teleurgesteld zijn in de politiek, laten ze vrouwen kinderen in de steek en gaan ze bij de Bhagwan. Lopen ze rond in van die oranje soepjurken en vrijen ze met plastic handschoenen aan. Of ze geven hun goede kantoorbaan eraan en beginnen een macro-biotisch restaurant of een bordeel… voor eigen gebruik dan. Allemaal de schuld van de politiek!

MAN : Ja schat, ik ben het met je eens dat dat een bijzonder goedkope en primitieve manier van reageren is. Al die kerels, die maar één ding in hun hoofd hebben: welke vrouw zal ik nu weer eens horizontaal zien te krijgen? Het is een wegwerpmentaliteit, walgelijk gewoon. Maar bij jou ligt dat heel anders… Jij bent de enige vrouw waar ik absoluut niet buiten kan Jij bent voor mij zo essentieel, Antonia. (loopt op haar af) Ik beschouw jou als mijn veilige thuishaven, mijn warme nestje, waar ik altijd weer kan aankloppen, net als bij mijn moeder. (omhelst haar)

VROUW : (woedend) Je moeder?!! Ik ben gepromoveerd! Tot moeder! Als je als vrouw nergens meer toe dient, word je weggepromoveerd. Nee, schat, daar heb ik helemaal geen trek in. Ik laat me liever degraderen. Tot zo’n stoeipoes, waarmee jij elk ogenblik het bed in meent te moeten duiken. Ik wil op bed gekwakt worden… gepakt… Ik heb er helemaal geen zin in om jouw veilige warme nestje te zijn, jouw liefdevolle tepeltje. Merk je zelf niet hoe je me voortdurend loopt te beledigen? Wie denk je eigenlijk wel dat ik ben? Een ouwe schoen die je zomaar eventjes weg kunt gooien? Had je gedacht! Ik kan net zoveel mannen krijgen als ik wil. Ja, lach maar! En ik zal het je bewijzen ook! Ik open een bordeel. Een bordeel, ja! Recht tegenover je werk. Dan kan je persoonlijk controleren wie er allemaal naar binnen gaat. En daarna ga ik tippelen! Voor de deur, heen en weer. Met een groot bord om mijn nek. “Hier loopt, in speciale aanbieding, gewassen en geparfumeerd, de wettige echtgenote van makelaar Lambretti… Fantastische reducties voor AOW-ers, CJP-ers en IKV-ers.”

MAN : Weet je wat het met jou is? Jij weet zelfs de momenten dat ik eerlijk ben en echte emoties voel, die weet jij nog kapot te maken. Ik probeer mezelf… kwetsbaar op te stellen, mezelf open te gooien… te praten met je…

VROUW : Nou praat dan, praat dan, praat dan… (Terwijl Antonia praat probeert haar man de revolver af te pakken die ze nog steeds in haar hand houdt.)

Wat is dat trouwens voor een idiote obsessie van je. Alsmaar die bedverhalen. Het bed, het bed, het bed! Nu hebben we zoveel meubels hier in huis en ik hoor jou alleen maar over bedden. Neem ’s een kast, dan kan je daar bovenop gaan zitten. En laat dat pistool los… Ik zweer je… ik schiet echt niet op mezelf… laat los!

MAN : Kan ik daar van op aan?

VROUW : Ja, erewoord. Ik schiet echt niet op mezelf. (Man laat haar los.) Ik heb me bedacht… Ik schiet op jou. (richt pistool op hem)

MAN : Zeg, je haalt geen geintjes uit, hè!

VROUW : Ik maak helemaal geen geintjes. (Er valt zogenaamd een schot.)

MAN : Ben je nou helemaal belazerd? Jij schiet echt. Je had me bijna geraakt.

VROUW : Hou je grote mond… handen omhoog… gezicht tegen de muur. En stilstaan. Ik praat nog even met de mensen hier en daarna vermoord ik je. Je hebt nog twee minuten. (wendt zich tot publiek maar houdt haar man onder schot) En toen op een dag ging mijn man in de tegenaanval. “En nu maak ik mezelf van kant,” riep ie, “is dat een leven dat wij leiden samen? Is het dan allemaal mijn schuld, dat er geen greintje vuur en geen sprankje elan meer zit in onze verhouding? Is dat alleen maar mijn schuld? Ligt dat dan allemaal aan mij?”

MAN : Het is toch zo. Heb jij van jouw kant iets ondernomen om ervoor te zorgen dat ons huwelijk iets anders werd dan een opgewarmde prak… En als ik mij ertegen verzette en emoties zocht buiten de huiselijke kring, op zoek ging naar nieuwe prikkels, nieuwe ervaringen, nieuwe dimensies, heb jij toen iets gedaan om mij daarin te begrijpen en te volgen?

VROUW : Nieuwe dimensies! Haha. Vertel de mensen dan maar eens wat jij verstaat onder die nieuwe dimensies van je, zodat ze meteen begrijpen hoe je mij aan één stuk door vernederde.

MAN : Daar heb ik helemaal geen zin in. Daar hebben ze niets mee te maken.

VROUW : O nee? Nou, dan vertel ik het.

MAN : Als je dat maar uit je hoofd laat. (Ze dreigt met pistool.)

VROUW : Het was ’s ochtends vroeg. Ik was gewassen, geparfumeerd, helemaal klaar… klaar voor alles. Betrap ik meneer in de badkamer. Zat ie te masturberen als een klein jongetje. Was dat soms een van je nieuwe dimensies, schat?

MAN : God nog aan toe, wat kleingeestig! Dat geeft jou, geloof ik, een enorme kick, hè, om mij en plein public door de plee te trekken. Goed, het is zo, ik geef het toe… van tijd tot tijd ben ik met mezelf bezig, ja… dan werk ik aan mezelf… dat is gezond en het geeft je een gevoel van bevrijding, vooral als je gespannen bent en in een stresssituatie verkeert… Het is zoiets als een sauna!

VROUW : Een sauna! Weet je wat jij nodig hebt? Een koude douche.

MAN : Als je het dan weten wil, wij mannen hebben dat af en toe nodig om onszelf eens fijn en intiem te verwennen. Daar zijn ook historische voorbeelden van. Ik heb ’s gelezen dat Napoleon, dat heb ik uit de memoires van zijn luitenant, Napoleon, dat was ook een onanist. Ze noemden hem dan wel le Petit Caporal, maar eigenlijk was het le Grand Onaneur!

VROUW : Napoleon? Toen ie nog klein was, zeker?

MAN : Nee, als generaal. Voor elke veldslag…

VROUW : .. Masturbeerde ie?

MAN : Ja, dan voelde hij zich een stuk relaxter en zekerder van zijn zaak.

VROUW : En voor de slag bij Waterloo was ie het zeker vergeten?

MAN : Wat vulgair! Jij hebt ook geen greintje historisch benul, jij.

VROUW : Hou je grote mond. En handen omhoog. Ik kan elk ogenblik gaan schieten. En ik weet precies waar ik op mik. (tot publiek) Ik ben vreselijk, hè? Goed, op een dag ging mijn man dus in de tegenaanval en waar ie toen niet allemaal mee kwam aandragen: de burgerlijke conventies, de schijnheilige huwelijksmoraal, de hypocrisie van het huwelijk.

MAN : Huwelijkstrouw is een volstrekt onwaardig en onfatsoenlijk postulaat. Het idee van het gesloten huwelijk, van het gezin als hoeksteen van onze samenleving, is mijns inziens onlosmakelijk verbonden met de verdediging van grote economische belangen in een laat-kapitalistische samenleving. Het is de bevestiging van verouderde, ja zelfs feodale structuren. Als je het goed bekijkt, is het eigenlijk een vorm van fallocratie. Wat jij nog steeds niet schijnt te begrijpen, is dat ik heel goed met jou getrouwd kan zijn en toch tegelijkertijd een verhouding kan hebben met een andere vrouw. Waar het bij ons tweeën op aan komt, dat is dat er tussen ons een vriendschappelijke relatie blijft bestaan, gebaseerd op wederzijds respect.

VROUW : Heb je dat allemaal zelf bedacht of zit je op zo’n mannenpraatgroep? Wederzijds respect, wederzijds respect. O, het klinkt prachtig hoor, maar ik kan er niet tegen. Ik zie de scène al voor me. De bel gaat. Prrr. Wie kan dat zijn? O, mijn man. En dat charmante kind? “Mag ik je even voorstellen? Mijn vrouw, mijn nieuwe verloofde.” “Aangenaam kennis maken. Kom binnen en ga zitten. Wat een schatje, zeg! Waar heb je die op de kop getikt? Hoe heet je? Ik mag je toch wel tutoyeren, niet? In welke klas zit je? Hoe oud ben je dan? O, maar vijfentwintig jaar jonger dan mijn man. Nee, blijf rustig zitten. Het eten is al klaar. Broccoli. Ik heb broccoli gemaakt. Hij had me verteld dat je dol was op broccoli… Ik hoop dat je het hier een beetje naar je zin zult hebben. Kijk, dit is jullie slaapkamer. Nee, ik ga uit, ik wil jullie niet in de weg zitten. Het is tenslotte jullie eerste huwelijksnacht in familieverband. Nee, ik slaap bij mijn zuster. Een offer? Helemaal geen offer. Nou, ik zou zeggen: smakelijk eten en een fijne nacht saampjes.” En hij, helemaal high, ziet zichzelf al in een soort harem met zijn twee vrouwen, die het zo uitstekend met elkaar kunnen vinden. Het zijn er nu nog twee, maar wie weet? Ja, dat zou jij wel willen, hè. Maar ik doe niet mee. Het open huwelijk! Man, dat is een idee uit de zestiger jaren. Dat is een compleet fiasco geworden. Daar kun je anno 1989 toch niet meer mee aankomen.

MAN : Juist wel, juist wel! Dat moet voor ons juist een geweldige uitdaging zijn. Daar waar anderen gefaald hebben, gaan wij het helemaal maken. We moeten proberen aan het begrip Open Huwelijk een totaal nieuwe inhoud geven. We sublimeren het als het ware. We maken er een LAT-relatie van.

VROUW : Een LAT-relatie? Mag ik bedanken. (tot publiek) Maar uiteindelijk heeft ie me weten te overtuigen. Ja, hij heeft me overtuigd. Om ons huwelijk te redden moesten wij ons privéleven, ons bed openbaar maken. “Maar wat zullen de kinderen daarvan zeggen,” zei ik en hij…

MAN : Onze kinderen zullen het volste begrip hebben voor deze nieuwe situatie.

VROUW : En het ongelofelijke is dat het mijn zoon Roberto was, juist mijn zoon Roberto, die mij de moed heeft gegeven om het te proberen. “Mam,” zei hij, “mam, papa en jij zijn bezig elkaar kapot te maken, jullie moeten iets anders verzinnen. Om te beginnen, mam, moet jij ’s ophouden met alleen maar een aanhangsel van papa te zijn… je moet jezelf wat onafhankelijker opstellen, een beetje zelfstandiger worden, autonoom, assertief… Papa heeft vriendinnen en dus moet jij, niet omdat je boos bent of uit nijd, maar gewoon omdat het gezond is, menselijk, rechtvaardig…” O, mijn zoon Roberto kan het zo prachtig zeggen… “jij neemt gewoon ook een vriend.” “Maar Roberto, wat zeg je nou?” God mag weten waarom mijn stem opeens zo oversloeg… “Mam, je moet niet zeuren, je neemt een vriend en als het even kan iets jonger dan papa.” “Maar Roberto, ik kan er op mijn leeftijd toch niet op uit gaan om mannen te zoeken?” “Nee, mam, je moet ook niet gaan zoeken in alle hoeken, zo van: zit hier een man, zit hier een man? Nee, je moet dat heel ontspannen doen. Je hoeft alleen maar aanwezig te zijn, te laten merken dat je beschikbaar bent. Je moet je een beetje open opstellen. Je moet eruit, mam, als je hier in huis blijft zitten, beschimmel je.” Nou, en omdat hij zo aandrong, heb ik het geprobeerd. Om te beginnen ben ik op mezelf gaan wonen, in deze flat hier. (verdwijnt in de badkamer) Ik heb al mijn kleren uit zoveel jaar huwelijksleven bij mekaar gepakt en naar het Leger des Heils gebracht. (komt terug en begint trui en beenwarmers aan te trekken) Daarna ben ik gaan lijnen. Ik ben ik weet niet hoeveel kilo afgevallen. Ik was de hele dag met mijn lijf bezig: aerobics, stretching, bodybuilding. Ik liep de hele dag zo door het huis. Ja, dat schijnt heel goed te zijn voor de billen. En ik veranderde totaal van uiterlijk, helemaal op de jeugdige toer, punk… strakke tijgerbroeken, leren jacks, overal veiligheidsspelden. En ik heb ook een totaal nieuwe make-up uitgevonden… paars met veel zwart. Zwarte nagels, zwarte lippen, het leek af en toe wel of ik gevochten had. En mijn haar zwart, recht overeind, met van die gekleurde stukken. Ik leek net een wandelende reclame voor kleurenballpoints. Madame Bic.

MAN : Kortom, mijn vrouw was een toonbeeld van post-moderne smakeloosheid.

VROUW : Weet u wat voor mijn man het toppunt van elegance is? Margaret Thatcher!

MAN : Goed, maar die draagt tenminste keurige mantelpakken.

VROUW : Maar ik veranderde niet alleen van uiterlijk, nee, ook innerlijk werd ik heel anders. Je kon het zien aan mijn manier van lopen. Vroeger liep ik heel anders. Sommigen van jullie weten wel hoe je je voelt als je man niet meer van je houdt. Je voelt je steeds kleiner worden, lelijker, saaier, een grauwe muis. Ik liep zonder heupen. Ja, ik had ze wel, maar ik gebruikte ze niet. Ik liep, alsof ik elk ogenblik voorover kon vallen. (loopt op die manier) Een kameel met reumatiek. Mijn zoon Roberto gaf me hele waardevolle adviezen. “Mam,” zei die, “mam, het belangrijkste zijn de handen. Die moet je af en toe ’s lekker losgooien.” Dus ik van wwwwwwaaaaa. (waaiert met handen) Het heeft me wel een vierentwintig-delig servies gekost. “En mam, je moet ook van tijd tot tijd een geweldige kreet uitstoten, dat lucht op”… dus ik van hhhaaaa! Ik had voortdurend de politie over de vloer, die dachten dat er iemand vermoord werd. Maar ik had succes. Ja, het klinkt ongelofelijk, maar ik had succes… bij jonge jongens. Reuze jonge jongens. Allemaal zo’n beetje de leeftijd van mijn zoon. Wat die in godsnaam in mij zagen?

MAN : Nou, ik denk dat liefdevolle tepeltje, hè.

VROUW : Er was er eentje bij, die was heel knap… die zat urenlang aan de telefoon… en maar huilen. Hij leed onder de situatie. Ja, en daar had ik begrip voor, ik had begrip voor dat lijden, ik ben tenslotte ook een moeder. Op een dag maak ik een afspraak met hem. Ik was als de dood dat iemand ons samen zou zien, dus ik maak een afspraak helemaal aan het andere eind van de stad. Ik deed zelfs een valse snor op om niet in de gaten te lopen. Ik kom het café in, ik was heel erg opgewonden. We gaan zitten aan een tafeltje. Ik kijk hem zo’n beetje aan. Knap! Ik pak zo’n beetje zijn hand. De ober komt. “En mevrouw, wat mag het wezen?” “Een dubbele whisky.” “En uw zoontje hier?” “Een glaasje prik met een rietje.” Ik heb die jongen nooit meer teruggezien. O, er waren ook wel mannen bij van mijn eigen leeftijd. Ze waren er echt wel, maar ik weet niet wat het was. Het waren allemaal van die in-zielige types, bedrogen door hun vrouwen, hun vriendinnen, hun kinderen, hun kleinkinderen en de belastingadviseur. Triest… net voetbalscheidsrechters op maandagmorgen.

MAN : Klinkt echt heel vrolijk, wat je die mensen vertelt. Daar hebben ze veel aan.

VROUW : Mijn man, o, mijn man had intussen zijn totaal nieuwe dimensie gevonden. Vanaf het moment dat ik gezegd had: nou oké, ga je gang maar, was ie niet meer van deze aarde. Hij zweefde door de lucht.

MAN : Dat was allemaal het gevolg van het open huwelijk. Ik had opeens geen last meer van schuldcomplexen. Ik voelde me eindelijk vrij.

VROUW : Als een vogeltje! Terwijl ik aan dubbele paranoia leed. En als ik hem op straat tegenkwam, dan was ie ook zo raar uitbundig. En geestig! Geestig! Een beste jongen, hoor, maar geestig is ie nooit geweest. Hij had ook een nieuwe auto aangeschaft, knalrood, stereo-installatie d’r in, open dak. Hij had voortdurend last van een stijve nek. En hij vertelde me over al zijn veroveringen, tot in de kleinste details.

MAN : Ja, maar dat had je me zelf gevraagd. Je had me gezegd: “Je moet me alles vertellen,” en dus heb ik je alles verteld.

VROUW : Ik heb aanleg voor masochisme! Hij had in die tijd een los-vaste relatie met een meisje van een jaar of dertig, heel intelligent, bewust-levend, progressief, intellectueel, links-intellectueel. U kent het type wel…

MAN : Inderdaad ja, ze was intellectueel. Waarom zeg je dat op zo’n denigrerende toon?

VROUW : Denigrerend? Ik? Helemaal niet. Hoe kom je d’r bij? Ik voelde me juist zeer gevleid dat zij bij ons over de vloer wilde komen. Ze was wel heel vermoeiend! Ze was een keertje naar New York geweest en toen ze terugkwam, kende ze d’r eigen taal niet meer… “Please, may I have… ik bedoel, ik had graag… een kopje, een kopje ja, met van dat hete, zwarte spul d’r in, hoe heet het ook weer… O, ja, coffee, coffee.” Ja, het valt niet mee, dames. Want door dat open-huwelijkgedoe komen onze mannen thuis met van die jonge meiden. Werden ze nou nog verliefd op vrouwen van pakweg tachtig, dan konden we daar nog inkomen. “Arme jongen, heeft vast een ongelukkige jeugd gehad, heeft een grootmoeder nodig. Weet je wat, we nemen d’r in huis, kop en een naaimachine voor d’r, kan ze de hele dag zitten naaien.” Nee hoor, achtentwintig! En eten dat die meid deed. Eten! Vol kritiek op de consumptiemaatschappij, maar eten! Ik kookte en zij at. “Ze is niet erg mooi,” zei hij, “ze is niet erg mooi. Je begrijpt misschien niet eens wat ik in haar zie.” Nou, dat begreep ik inderdaad niet. “Maar ze is enorm lichamelijk, ze straalt een intense seksualiteit uit.” Vooral als ze zit.

MAN : Misselijk om dat hier te zeggen. Die mensen kennen dat kind niet eens. Zij kan er toch ook niks aan doen, dat ze wat breed van… bassin is!

VROUW : Hij hield van d’r, maar niet op die egocentrische, bezitterige manier. Dat kon ook niet, want zij had al een andere man, die op zijn beurt getrouwd was en er ook nog een minnaar op na hield, die weer een vriendje had. Kortom, hun relatie was aan alle kanten open. Organisatie!

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/88948

© Toneelfonds J. Janssens