Skip to main content

HET ONTWAKEN 

uit de serie ‘Stukken van Vrouwen’

Di: Tutta casa, letto e chiesa o Parliamo di donne

Il risveglio (Dario Fo: 1977)

Het Ontwaken is de eerste van een lange serie monologen over de positie van de vrouw in franca een door Kerk, Staat, maar vooral Man beheerste maatschappij. De titel van Franca Rame’s one-womanshow: Tutta casa, letto e Chiesa (Alleen huis, bed en kerk).
De toonzetting is grotesk-satirisch: ‘Wij vrouwenlopen al tweeduizend jaar te klagen en we zijn er niets mee opgeschoten. Iemand die veel van theater wist, ene meneer Molière, heeft eens gezegd: Als je naar een tragedie gaat, dan huil je, je huilt ontzettend veel, je komt thuis en jij zegt: Goh, wat heb ik lekker gehuild. En daarna ga je rustig slapen. Maar bij de lach opent zich niet alleen de mond, maar ook het verstand, de hersens, en daar kunnen dan de spijkers van het inzicht in binnen dringen.’

Eerste voorstelling: 20 november 1977 (Palazzina Liberty)
Eerste Nederlandstalige voorstelling: 23 oktober 1978 Antwerpen (De Luchtbal)
Eerste Nederlandstalige voorstelling door Piccolo Theater Dario Fo

(Op het toneel een bed, een nachtkastje met wekker ; een kast, een tafel, een gasfornuis, een ijskast, een wasmachine, een gootsteen, een kinderbed met een baby erin. In het bed liggen een man en een vrouw te slapen. De vrouw droomt hardop als in een nachtmerrie.)

 Klap, snijden, boren, klap, snijden, boren, klap, snijden, boren, klap, snijden. (Ze gilt het uit.) Mijn vingers, ik heb mijn vingers eraf gesneden…(Ze zoekt met haar hand onder het bed.) Wacht, dan raap ik ze even op….stel je voor dat de baas dat ziet….die heeft dat niet graag, die vieze troep op de….Mijn vingers….ik kan ze geeneens meer in mijn neus stoppen….(Ze zit rechtop in bed, kijkt naar haar handen.) O nee, ik heb ze nog. Verdomme, nou werk ik ook al in mijn slaap. Of ik niet genoeg heb aan de fabriek. Hoe laat is het ? (Ze kijkt op de wekker.) Halfzeven. (Schrikt.) Halfzeven ?!! (Ze springt uit bed, schiet haar pantoffels en kamerjas aan.) Dat kreng is weer ‘s niet afgegaan.  Wat heb ik nou aan jou ? Het is hartstikke laat. (Rent naar babybedje.) Vooruit, wakker worden jij. Onze dag begint. Wakker worden, jochie ! (Neemt het kind uit bed en legt het op de tafel bij de gootsteen.) Gatverdamme, je bent weer ‘s drijfnat. En ik heb je nog geen drie uur geleden verschoond. Viespeuk ! Ik blijf aan de gang met jou. En net nou ik zo’n haast heb ! We moeten voortmaken, jochie, we moeten naar de crèche. Als we na zevenen komen, laten de nonnen je d’r niet meer in. (Kleedt het kind uit.) Nou wast mama eerst even je gatje….(Draait de kraan open.)…met lekker warm water. Had je gedacht, er is weer eens geen warm water…Wedden dat die mafketel van een Luigi gisteravond vergeten is de boiler aan te zetten….Nee, je vader is geen mafketel, het wordt al warm. (Loopt met het kind naar de gootsteen.) Zo, nou wast mama even je snoetje. Nee….niet huilen, anders maken we papa wakker….Ja, die boft maar weer, die mag nog een halfuurtje blijven liggen….Maar dan springt ie overeind, net Tarzan. Aaahaoaaaoooh ! (Beseft dat haar Tarzankreet te luid was en ze daarmee haar man had kunnen wekken. Ze herhaalt de kreet, maar nu veel zachter.) Aaahaoaaaoooh ! Dan moet ie naar de fabriek. Hollen om de trein te halen. Dan mag-ie weer z’n dagelijkse gymnastiek doen aan de lopende band. (Zingzeggend.) ‘Hendel op en hendel neer, schroefje heen en schroefje weer, je papa heeft het goed geleerd, hij doet echt geen moer verkeerd !’…Ja, daar moet jij om lachen, hè ? Dat vind je leuk, hè, als je mama voor aap speelt… Zo, en nou drogen we even vlug je gatje en…(Pakt een bus talkpoeder.) …doen we er wat poeder op… Geraspte kaas ?! Wie heeft er geraspte kaas in de babypoeder gedaan ? Moet je ‘s kijken wat een troep… ! Wacht, dan veeg ik het even bij mekaar. Kan het vanavond mooi nog op de spaghetti. Zo, nou is-ie weer schoon, je gatje. We moeten opschieten, want het is al laat. De luier. Nou blijf je even rustig liggen, dan kan mama zich ook wassen. Lekker warm water. Nee, toch maar liever koud, want daar blijft de huid jong en fris van….zeggen ze. Lux ! De zeep met de geur van Sophia Loren. That’s why Lux is the only soap allowed to touch my face….Geen water… ! Potverdomme, het is elke ochtend hetzelfde liedje…Driehonderd gezinnen in hetzelfde blok met allemaal dezelfde afwijking : ze willen zich wassen ! Allemaal tegelijk ! Verdomme ! Die zeep doet hartstikke pijn aan ja ogen. Zou Sophia Loren daar nou nooit ‘s last van hebben ? Je hoort haar d’r nooit over. (Pakt op de tast een handdoek en haalt de zeep eraf.) Ik moet niet vergeten de kraan dicht te doen, anders hebben we hier straks nog een overstroming. Ik was me een andere keer wel. D’r is toch niemand die naar me kijkt….Nee, maar ze ruiken me wel….Een beetje deodorant. Zo’n spuitbus, dat is me toch maar een uitvinding….Je spuit even…Ai, wat brandt dat spul ! Wat heb ik nou gedaan ? Zilver ? Hoe kom ik nou in enen zo zilver ? Lakverf voor radiatoren ! Krijg nou wat ! Nou heb ik verzilverde oksels. Hoe krijg ik dat er nou weer af ? Ach, ik neem wel een oplosmiddel in de fabriek. (Kleedt zich snel aan, neemt jaar zoontje, wikkelt hem in een deken en loopt naar de deur.) Hop, hop, opschieten. Vijf over halfzeven. We halen de nonnen nog. Mijn handtas, mijn jas, de sleutel…De sleutel… ! Waar heb ik de sleutel gelegd ? Elke morgen zoek ik me een ongeluk en ik zit toch al zo krap in mijn tijd. (Zoekt in haar zakken.) Geen paniek. Anders kom ik er helemaal niet meer uit. Even nagaan wat ik gisteravond gedaan heb….Ik kwam thuis. Luigi was er niet. Dus ik deed zelf de deur open. Het kind had ik op m’n arm, op m’n rechter. In de linkerhand had ik mijn tas en de sleutel.
Ik zet de tas neer, hierzo. Ik stop de baby in de wieg. Ik loop weer naar buiten. Ik pak de boodschappentas…de sleutel nog steeds in mijn hand… de melkfles onder mijn arm. Ik kom binnen. De boodschappentas zet ik hier neer….Ik doe de melk in de ijskast…Wedden dat ik de sleutel er ook in heb gestopt. (Doet de ijskast open.) Nee, hij zit niet in het eiervak en ook niet bij de boter….De melk staat er trouwens ook niet. Maar wel het afwasmiddel met de verfrissende geur van citroenen. Dat klopt ! Citroenen stop je altijd in de ijskast, anders bederven ze. Ik word echt gek. Dan heb ik de melk zeker in de wasmachine gestopt. (Kijkt in wasmachine.) Nee, daar ligt-ie ook niet. Evengoed nog een mazzel. Waar heb ik hem dan gelaten ? Op het gas ! Voor de zuigfles. Nou herinner ik het me weer. Om m’n handen vrij te hebben, heb ik de sleutel  tussen m’n tanden gestopt. Maar waarom heb ik hem toen tussen mijn tanden gedaan en niet gewoon op tafel gelegd ?
De melk van de baby staat op het gas. Ik steek de baby aan, ik bedoel, ik steek de melk, nee, ik steek het gas aan. Ik laat de melk koken en dan haal ik het kind uit zijn wieg…..Ik wilde hem verschonen….Ik leg het kind op tafel….Nee, dat is niet zo. Ik heb hem nog op mijn arm, ik loop naar de kast en ik pak het badje om hem te wassen. Nog steeds met de sleutel tussen mijn tanden. Ik zet het badje hier, ik zoek de baby….weg ! Foetsie. Ik ben de baby kwijt. Waar heb ik hem gelegd ? In de ijskast ? In de wasmachine…. ? In de kast ! Ik had hem in de kast gestopt ! Nog een mazzel dat ie vreselijk lag te blèren. God mag weten of ik hem anders nog ooit had teruggevonden.

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/88809

©1998 Toneelfonds J. Janssens/Dario Fo