Skip to main content

EEN VOOR ALLEN, ALLEN VOOR EEN,
VERGIS IK ME, IS DAT NIET DE BAAS?

Tutti uniti, tutti insieme, ma scusa quello non è il padrone? 

(Dario Fo)

Deze komedie in twee aktes werd op 27 maart 1971 in Varese Belforte opgevoerd

Eerste Nederlandstalige opvoering op 20 februari 1981 in Amsterdam (Boomspijker) door het Amsterdamse Jongerentoneel  

EERSTE DEEL

Het toneel is leeg. Een rond horizondoek, hemelsblauw. Weinig licht. Drie gevangenen en een vrouw, die eveneens gearresteerd is, en een politieagent mimen het gehos en gebots van een vrachtwagen op een heuvelachtige, bochtige weg. De gevangenen, ook de vrouw, zitten geboeid op de grond. Realistische, akoestische achtergrondgeluiden van een vrachtwagenmotor (schakelen, optrekken, remmen enz.) We wijzen er nadrukkelijk op dat de mimische handelingen van de acteurs, die de plotselinge oneffenheden in het wegdek weergeven (slippen in de bocht, verlies van evenwicht enz.) volmaakt synchroon dienen te verlopen, bijna als bij een dans, en zelfs meer dan dat. De vrouw is overduidelijk zwanger, minstens zesde, zevende maand. Ze klaagt bij elke hobbel in de weg.

ANTONIA : stem in de coulissen, versterkt Het was 14 februari 1923: ik zat samen met drie andere gevangenen in een vrachtwagen. We reden door de binnenlanden van Sicilië op weg naar de haven, vanwaar we zouden worden overgebracht naar een interneringskamp.

VROUW : double van Antonia Aaah….oooooaaah…..Ik houd dat niet uit…..aaaah!

GEVANGENE 1 : Verdomme, die zak kan toch wel wat langzamer rijden…..

CARABINIERE : Hé, wil jij een beetje op je woorden letten! Wie is er hier een zak?

GEVANGENE2 : Hoe moet je zo iemand dan noemen? Hij weet dat ie een zwangere vrouw aan boord heeft en moet je kijken hoe ie door de bochten rost! Geen kuil slaat ie over!

GEVANGENE 1 : Het is net of je in de achtbaan zit, op de kermis.

CARABINIERE : Ik heb hem ook gezegd dat ie wat langzamer moet rijden, maar dat kan niet. Dat hei je met konvooi-rijden. Dan moet je het tempo van de andere wagens aanhouden. Bovendien kent ie de weg niet. Als ie de rest kwijt raakt, komen we nooit in de haven van Milazzo. En de boot blijft echt niet op ons liggen wachten.

GEVANGENE 1 : Nou en! Omdat jullie met alle geweld die boot moeten halen, rijdt hij een arme vrouw willens en wetens de dood in. Je hebt grote kans dat ze straks een miskraam krijgt. En dan zijn jullie op je pik getrapt, als wij zeggen dat het een….

CARABINIERE : Nou hou je je bek, ja. Anders kan je de zee straks van onderen bekijken! de vrouw klaagt en jammert

GEVANGENE2 : Jullie willen d’r dus echt laten verrekken, hè! Ik zou maar uitkijken als ik jullie was. Als ze straks doodgaat hier….krijgen jullie daar dan niet een hoop gelazer mee?

CARABINIERE : Ja, maar we krijgen nog veel meer op ons flikker als we te laat komen. Jullie zijn nou eenmaal politieke gevangenen….Je kan wel zien dat het voor jullie de eerste keer is. Wat ik nou zeg, blijft onder ons…. als jullie onderweg creperen, lopen wij nog een premie mis ook.

GEVANGENE3 : Zo! Nou, dat is tenminste eerlijk van je. Maar die baby? Die heeft jullie toch niks gedaan?

CARABINIERE : Is het mijn kind? Ben ik soms met d’r naar bed geweest, met die slet daar. reactie van de gevangenen Je mag het gerust weten. Voor mij is het gewoon een hoer. Een fatsoenlijke vrouw had zich wel twee maal bedacht, voordat ze zich in liet met subversieve elementen als jullie.

GEVANGENE1 : God allemachtig, over indoctrinatie gesproken! De propaganda van jullie superieuren heeft wel gewerkt.

CARABINIERE : Welke propaganda? Ik heb helemaal geen superieuren….Ik ben een dienaar van de wet. Ik vervul een opdracht, waarmee ze mij hebben…..

GEVANGENE 1 : …verneukt…

CARABINIERE : Dat is de laatste keer! Jij houdt nou je bek, ja, of ik ram je in mekaar! bedreigt hem met geweerkolf

GEVANGENE 2 : Hé, rustig jij…Hij wil alleen maar dat je je een beetje om die vrouw bekommert …ze heeft 20 jaar gekregen….d’r man hebben ze vermoord…het kon ze geen donder schelen dat ze zwanger was. En ze heeft het allemaal niet uit stommiteit gedaan of uit eigen belang, nee ze deed het voor andere mensen, ook voor jou. Je hebt als kleine man nou eenmaal geen keus: of je laat je uitbuiten, je emigreert, je crepeert van de honger, of je mag voor agentje spelen en voor een hongerloontje een stel andere verschoppelingen in de gaten houden.

CARABINIERE : Dat soort verhaaltjes heb ik meer gehoord. Dat zijn de demagogische trucjes waarmee jullie rooien de waarheid verdraaien. Dat gelul van jou gaat bij mij het ene oor in en het andere uit.

GEVANGENE 2 : Ik zag meteen dat jij een gaatje in je kop had.

CARABINIERE : En nou heb ik er genoeg van! wil hem te lijf met zijn geweer. De vrachtwagen veert geweldig omhoog, waardoor ze allemaal door elkaar worden gegooid. De vrouw gilt het uit van de pijn.

GEVANGENE 1 : Vooruit, we tillen d’r op. Als we d’r omhoog houden met z’n allen, heeft ze geen last van de hobbels. Dan heb je kans dat ze het overleeft.

GEVANGENE 3 : Mij best…maar hoelang houden we dat vol? We hebben het zo in onze armen en in onze rug.

GEVANGENE 1 : Dat zien we dan wel weer…Vooruit, til d’r op.

GEVANGENE 2 : D’r hoofd…hou d’r hoofd vast.

GEVANGENE 1 : Zie je wel…zo gaat het een stuk beter. Antonia, hoe is ’t ermee? Beter zo?

VROUW : Nee, ik heb er niks mee te maken, ik heb niks gedaan…laat me gaan.

GEVANGENE 2 : Ze heeft een nachtmerrie…..de stakker.

VROUW : Mijn hoed, mijn hoed, ziet u dan niet dat u mijn hoed kapot trekt? Handen thuis! als in een nachtmerrie De kapitein, ik wil de kapitein spreken. Vanuit het donker in de zaal komt de stem, die we eerst door de microfoon hoorden.

ANTONIA : De kapitein, ik wil de kapitein spreken….

DE TWEE VROUWEN : synchroon Weet u dat ze alle kersen van mijn hoed hebben opgegeten?

Aan de rechterkant van de zaal wordt een loopbrug zichtbaar die naar de scène leidt. De groep gevangenen is nu in het donker. Op de loopbrug staat Antonia, in druk gesprek gewikkeld met een carabiniere. Ze is gekleed in “liberty”-stijl (Belle époque) : een grote hoed met brede rand vol druiventrossen, bloemen en kersen. Ze is niet meer zwanger. Ze ziet er veel jonger uit dan de gevangen vrouw op weg naar het eiland. Tijdens de black- out komt de kapitein van de carabinieri op. Een schrijftafel en twee stoelen. Op het proscenium wordt een bordje opgehangen met het jaartal 1911.

ANTONIA : Ze hebben ze er één voor één afgetrokken en opgegeten.

CARABINIERE : Dan hadden ze honger, denk ik…

ANTONIA : Maar het waren geen echte kersen, ze waren van was…

CARABINIERE : Ach, als iemand trek heeft….

ANTONIA : En wat vindt u dan van de mannen op het bureau hier? Die hebben de paar centen die ik bij me had ook nog van me afgepikt. Ik zou maar uitkijken als ik u was. Er lopen hier op het bureau een zootje smerige dieven rond. ’t Is maar dat u het weet … ze is nu tot op het toneel gekomen. Het licht komt langzaam op en het publiek ziet de kapitein in zijn kantoortje. De carabiniere gaat af.

KAPITEIN : Loop maar door….Hoe heet je?… Vooruit, schiet op, naam en voornaam.

ANTONIA : Antonia…Antonia Berazzi…dochter van Luigi en Maria geboren Vinciguerra.

KAPITEIN : Ga zitten….Nee daar…Je hoeft nergens bang voor te zijn. Als je niks op je kerfstok hebt, laat ik je meteen weer gaan…Waar woon je?

ANTONIA : En jij? ze loopt op hem af

KAPITEIN : Hoe bedoel je: en jij?

ANTONIA : Ik wist niet dat we elkaar kenden… Of waren we verloofd met elkaar?

KAPITEIN : Verloofd?

ANTONIA : pakt zijn hand Nee? O, ik weet het al. We zijn vast familie van mekaar…

KAPITEIN : Waar heb je het over?

ANTONIA : gaat zitten Ja, ik dacht, als we meteen gaan jijen en jouwen…dan moet daar toch een reden voor zijn, of niet soms?

KAPITEIN : reageert geïrriteerd Luister ’s meisje, die geintjes van jou, die hou je maar voor je. Daar ben ik niet van gediend. Als je zo doorgaat, krijg je een week arrest aan je kont. Jij ben aangetroffen in een schuilplaats van subversieve elementen en je bent mij een verklaring schuldig over wat je daar deed.

ANTONIA : verbaasd Een schuilplaats van subversieve elementen? U moet zich echt vergissen. Het was een soort lezing. Ik wist zelf niet wat er aan de hand was…. Ik dacht eigenlijk dat we gewoon gezellig gingen dansen…daarom had ik ook extra makkelijke schoenen aangedaan….kijk maar…..en mijn hoed met de brede rand, Parijs model…die mocht ik daarbinnen niet eens ophouden, omdat de mensen achter mij klaagden dat ze niks konden zien. Vraagt u ’t anders maar aan Linda…dat is die vriendin die bij me was…

KAPITEIN : Die is ons helaas ontglipt. Hoe zei je ook al weer dat ze heette?

ANTONIA : Linda. Dat is niet haar echte naam hoor, want die is zo iets als Carolina of Theresa…. een naam die je maar weinig tegenkomt…Daarom heeft ze d’r naam veranderd.

KAPITEIN : En wat is haar achternaam?

ANTONIA : Weet ik niet….we noemen elkaar altijd bij de voornaam.

KAPITEIN : Zie je wel. Typisch de tactiek bij subversieve organisaties…

ANTONIA : Subversieve organisaties!…Wat is dat voor kinderachtig geklets!

KAPITEIN : geprikkeld Dat is om de donder geen kinderachtig geklets!

ANTONIA : geïntimideerd Goed, zoals u wilt. Ik ben naaister…haute couture…Als mijn cheffin erachter komt dat ik hier, op het bureau, ben beland, wie weet wat er dan gebeurt….

KAPITEIN : Precies. Dus als je niet wil hebben dat ze erachter komt, kan je maar beter nu je mond opendoen en vertellen wat je weet. Hoe kwam je daar verzeild, wie heeft jou daar mee naar toegenomen?

ANTONIA : Dat zei ik toch al: Linda… Zaterdagavond gaan we altijd stappen samen … vaak met getrouwde mannen uit de klantenkring van onze cheffin… die komen ons dan afhalen…..maar dit keer ging het anders…:”Zal ik jou ’s wat vertellen, zegt Linda tegen me, ik ben een beetje uitgekeken op alsmaar dezelfde vlotte types, ik heb het wel gehad met ze. Die zijn er toch alleen maar op uit zijn om je horizontaal te krijgen..En aan het eind van de avond draait het dan weer uit op een nummertje vrij worstelen om van ze af te komen…. “nee,dank u… vanavond gaat het echt niet…een andere keer misschien”…of: “wat denkt u wel van mij, ik ben een fatsoenlijk, welopgevoed meisje.” “Waarom gaan we,” zegt ze,” niet eens een keertje uit met mijn neef en zijn vriend….ik ken ze…het zijn nette jongens, heel ontwikkeld…en dan gaan we ’s ergens anders heen, zegt ze, naar een heel aparte tent. Je weet niet wat je ziet.””Waar dan?” ” Nee, dat vertel ik je niet, dat blijft een verrassing”. “Iets waar je met goed fatsoen naar toe kan,”, vraag ik. “Wacht maar af” Nou en toen kwamen die twee jongens eraan…de ene, d’r neef, echt een keurig-nette jongen,een beetje stijf alleen, meer een zangverenigingstype…maar die ander, dat was echt grote klasse! Ik zag het meteen al aan het zuiver zijden hemd dat ie droeg…een chique jasje, 100% wol, laaggetailleerd…en zijn stem…kapitein, eerlijk, ik geneer me er absoluut niet voor, van die stem kreeg ik gewoon hartkloppingen! Een stem! Laag, diep, rond, warm, sexy!…Net een saxofoon! Heel anders dan die van u!

KAPITEIN : de pest in Hoe heet deze saxofoon?

ANTONIA : Alberto…nee, Umberto…of Roberto…ik weet het niet meer. Maar dat maakt niks uit.

KAPITEIN : stuift op Het maakt wel degelijk wat uit! Hoe heette ie?

ANTONIA : Ik herinner het me echt niet meer. Ik zei u toch al, ik was helemaal kapot van zijn stem….Ik heb niet op zijn naam gelet.

KAPITEIN : En zijn achternaam?

ANTONIA : Weet ik ook niet. Maar als ’t u interesseert, kan ik u wel verklappen dat ie Shanghai gebruikt… Daar zou ik een eed op durven doen.

KAPITEIN : Shanghai? Wat is dat, Shanghai?

ANTONIA : loopt in extase op hem af Een aftershave-lotion…het ruikt…pico bello..U zou het ook eens moeten proberen. Wat voor lotion gebruikt u eigenlijk? Even ruiken…

KAPITEIN : Als je dat maar uit je hoofd laat!

ANTONIA : Ik eet u echt niet op, hoor… Ik heb niks met politieagenten… Ik val meer op belastinginspecteurs.

KAPITEIN : Ja ja… ga verder.

ANTONIA : Nou, we zijn er dus met de tram naar toe gereden, met die twee jongens…de neef van Linda betaalde, die zit goed in zijn slappe was…en toen kwamen we in de bewuste straat terecht. We gingen naar beneden via een soortement van wenteltrap… U weet wel, zo eentje die helemaal ronddraait…en ik was hartstikke opgewonden… ik zag het al helemaal voor me: champagne, pluche banken, waterpijpen, chambres séparées. Nou, mooi niet: we komen in een zaaltje met een heleboel mensen, die heel stil zitten te luisteren naar een vent, die volgens mij regelrecht uit het gekkenhuis was ontsnapt. Het schuim stond op zijn lippen en hij had zo’n rare, hysterische blik in z’n ogen….

KAPITEIN : Mussolini?

ANTONIA : Wie?

KAPITEIN : Die vent, die sprak, die heet Mussolini… die kennen we… da ’s een extremistische socialist…. revolutionair…soreliaan.

ANTONIA : Soreliaan? Wat is dat?

KAPITEIN : Je moet niet denken dat je mij in de maling kunt nemen… Madame doet zogenaamd of ze niet tot tien kan tellen, maar daar trap ik niet in.

ANTONIA : Maar ik weet écht niet wat het is.

KAPITEIN : Soreliaan wil zeggen, dat ie het eens is met een zekere Sorel, een Fransman, die beweert dat je de maatschappij alleen met georganiseerd geweld kunt veranderen.

ANTONIA : O, nou snap ik het. Toen ik binnenkwam, stond ie net te verkondigen dat Bresci… u weet wel, die anarchist die onze koning Umberto I heeft vermoord…

KAPITEIN : Ja, dat weet ik…

ANTONIA : O, weet u dat al? Nou, dan hoef ik het u ook niet te vertellen.

KAPITEIN : Nee, je begrijpt me verkeerd. Ik weet dat Bresci de anarchist is, die onze koning Umberto heeft vermoord… maar ik weet niet wat Mussolini precies over hem zei.

ANTONIA : Hij zei dat die Bresci voor hem een held was.

KAPITEIN : Heel goed… maakt aantekeningen En verder?

ANTONIA : Hij was echt een held en zijn daad was heel positief geweest, al had ie het in zijn eentje gedaan, en hij had daarmee de geschiedenis van ons land een totaal andere wending gegeven. Want na de dood van Umberto was het leger meteen een stuk rustiger geworden en bij stakingen van boeren en arbeiders waren de soldaten daarna ook niet meer ingezet als stakingbrekers.

KAPITEIN : Ietsje langzamer, als het kan. Ik moet het allemaal noteren.

ANTONIA : Ja…en het was een ernstige waarschuwing geweest…ja, zo zei ie het: een ernstige waarschuwing en hij had daarmee terecht wraak genomen voor de moord op de Siciliaanse boeren, die tijdens de opstand van de boerenbond vermoord waren…ik ben vergeten in welk jaar dat was….en ook voor het bloedbad van Milaan, waar die zelfde Umberto generaal Bava juist zo geprezen had omdat ie met kanonnen op het volk had laten schieten…en hij had hem daarvoor de Heilige Maagd gegeven…

KAPITEIN : De orde van de Heilige Maagd…

ANTONIA : Zo is het, de orde… en dat dit schandelijke gebaar… eh, Bresci de kracht had gegeven… voor de heilige wraak van het volk! Heeft u dat? Heilige wraak? Je moet toch wel helemaal geschift zijn als je zulke dingen beweert…Weet u wat ie ook nog zei?

KAPITEIN : Nee. Wat zei ie?

ANTONIA : Zal ik het U zeggen?

KAPITEIN : Ja, zeg op.

ANTONIA : Goed, ik zeg het! Hij zei dat het ook niet waar is dat Bresci zichzelf heeft opgehangen in de gevangenis, zoals in het versje staat: Paolo Bresci vol berouw, vond in zijn cel al gauw een haak, een stoel, een touw. Nou ziet ie enkel blauw….. Weet u wat ie op een gegeven moment ook nog beweerde? Dat jullie carabinieri die Bresci hebben doodgeknuppeld! Is dat zo?

KAPITEIN : Heeft Mussolini dat gezegd?

ANTONIA : Ja, en ook dat daar bewijzen voor zijn…Dat andere gevangenen in de cel daar tegenover hem hebben horen gillen: “Mama, help, ze vermoorden me”… en dat niemand weet waar het lijk van Bresci begraven is… dat de overlijdensakte vervalst is…en nog een hoop andere smerige aantijgingen aan het adres van de politie. Voor mij is het allemaal roddel. Dus zei ik tegen mezelf: Nou is het welletjes. Ik wil niks meer horen… jongens, kom me, we gaan hier weg.

KAPITEIN : Wat waren dat voor aantijgingen?

ANTONIA : Ik zei u toch dat ik niets meer wilde horen…

KAPITEIN : Maar je hebt ze wel gehoord?

ANTONIA : Ja…of ik nou wilde of niet.

KAPITEIN : Voor de dag ermee. Maar langzaam, niet zo ratelen.

ANTONIA : Ik zal erom denken. Hij zei dat jullie van de carabinieri er een handje van hebben mensen uit de weg te ruimen… zo nu en dan.

KAPITEIN : Hoe weet jij dat?

ANTONIA : Van dat stuk met het zijden hemd en de saxofoonstem. En hij vertelde ook dat de gevangenen, die tegenover het politiebureau zaten, waar ze die anarchist in mekaar aan het slaan waren, dat die hem heel duidelijk hadden horen schreeuwen “Mama, help, ze vermoorden me”. Zegt u alstublieft dat het niet waar is, meneer de kapitein…want ik ben er echt van ondersteboven, van dat hele verhaal….. Ik was juist in zo’n goed humeur…. ik wilde uit dansen gaan… ik had expres mijn grote hoed opgezet en mijn makkelijke schoenen aangedaan… En dan gaan die idioten je opeens vertellen dat het in Italië één grote bende is, dat er geen gerechtigheid meer bestaat, dat het recht er alleen maar is voor de mensen die het voor het zeggen hebben… dat jullie van de politie trouw zweren aan de staat, maar dat de staat alleen maar de belangen van de kapitalisten, van de ondernemers dient.. Toe, meneer de kapitein, zeg dat het niet waar is, dat het een leugen is… dat alle burgers van deze staat wel dezelfde rechten hebben… dat het niet een kwestie van centen is… Ik sta achter deze maatschappij, achter de koning, ook al is ie een beetje klein uitgevallen, achter de groen-wit-rode vlag. Vooruit, zegt u dat het niet zo is als die Mussolini beweert….

KAPITEIN : Rustig, rustig. Wie is hier eigenlijk wie aan het verhoren? Dat soort lieden zijn subversieve anarchisten, tuig van de richel dat gebruik maakt van bepaalde gerechtelijke vergissingen om ’s even lekker te stoken, illegale acties te ondernemen… In alle landen is er wel ’s iets dat niet goed functioneert, er worden overal fouten gemaakt…maar het is gewoon misdadig om dat een beetje te gaan lopen generaliseren.

ANTONIA : Hè, wat ben ik blij dat u dat zegt. Echt, dat is een pak van mijn hart… Het zijn dus allemaal verzinsels? Ze overdrijven weer ‘s, hè? Net als bij de oorlog in Libië?

KAPITEIN : Wat is daar dan mis mee?

ANTONIA : Ze zeiden dat we de troepen moeten tegenhouden, de transporten saboteren, de spoorlijnen onklaar maken, de bruggen moeten opblazen,… de scheepsmotoren buiten werking stellen, door zeewater in de ketels te stoppen!

KAPITEIN : Jezus nog antoe! Wanneer werd dat gezegd? En wie waren dat?

ANTONIA : Even geduld… ik wil eerst iets anders weten…. of het waar is, wat ze vertelden, want dat was iets waar ik heel erg van geschrokken ben…

KAPITEIN : Het kan me geen donder schelen of jij d’r nou van geschrokken bent of niet. Ik wil weten wie dat zei van die sabotage…

ANTONIA : Nou, maar mij kan het nou toevallig wel wat schelen…. Ik kan niet rondlopen met dat soort twijfels in mijn hoofd, daar word ik niet goed van… Kijk maar, de ringen vallen gewoon uit mijn oren, zo beroerd voel ik me…

KAPITEIN : Verdomme….nou geef je me een, twee, drie die namen of anders…

ANTONIA : geschrokken Of anders wat? vermant zich en zegt gedecideerd Of anders wat? Meneer de Kapitein, één ding… u hoeft mij niet zo af te blaffen, want dan krijgt u helemaal niks meer van me te horen! Dan hou ik m’n kiezen stevig op mekaar. Begrepen? En u kunt me in mekaar rammen, net zoals u dat met die anarchist hebt gedaan…. want ik begin zo langzamerhand toch te geloven, dat dat verhaal wél klopt… U kunt gehakt van me maken, maar ik zeg geen woord meer, al gaat u op uw kop staan. Met goede manieren kunt u bij mij alles gedaan krijgen, dan mag u eventueel zelfs m’n broekje uittrekken, nou ja, bij wijze van spreken dan, maar met geweld…. bereikt u niks… dan word ik van steen… net als de standbeelden op het kerkhof…. u kent ze wel.

KAPITEIN : Goed,…. ik luister… vertel maar verder…Waarom was je nou zo ondersteboven van die oorlog in Libië?

ANTONIA : Nou, eerst waren er twee mensen, die een lied zongen.

KAPITEIN : Een cabaretlied? Of was het operette?

ANTONIA : Nee, dat doen ze altijd, hebben ze me uitgelegd. Eerst gaan ze zingen en daarna gaan ze met mekaar discussiëren.

KAPITEIN : Wat voor lied was het?

ANTONIA : Het ging ongeveer zo: “Speel, gitaar, speel mij een lied, van Libië wil ik zingen, van de soldaat die sterven moet,van gruwelijke dingen”.

KAPITEIN : Een Romeins volksliedje?

ANTONIA : Zoiets ja…. De loopbrug in de zaal wordt verlicht. Een groep zangers met gitaren. Als er nog andere instrumenten bij zijn, kan dat geen kwaad

ZANGERS : Giovanni Giolitti sona chitarra sona, ze voeren naar Afrika over de woelige baren jonge soldaten vol schone illusies ze werden belazerd en dit is hun lied. Giolitti, Giovanni Giolitti die dacht aan z’n eigen provisie en zo liet-ie al die soldaten eenvoudig creperen omdat de Banco di Roma dat wil. Banco, Banco di Roma wie heeft al jouw aandelen? ssst…het Vaticano de paus heeft in Libië grote belangen vandaar Pius’ heil’ge oorlogsverlangen hij roept elke zondag “Weg met de Turken, verlos heel dit land van die heidense schurken want anders dan zagen ze zonder gevoel de poten vanonder mijn heilige stoel.” Sona chitarra sona “O domine, libera nos van dat Oosterse schorum de ene zijn dood, is de ander zijn brood, dus valt al die rijkdom weer terug in mijn heilige schoot, de zwavel-en zinkmijnen kan ik niet missen op spons en koraal, daar blijf ik op vissen, ‘k wil ’t monopolie op Tripoli’s olie” want Pius de Tiende is geraffineerd. Giolitti, Giovanni Giolitti, jij dankt aan de Banco di Roma je hoge positie met hoeveel lires laat jij je betalen voor elke arme gevallen soldaat?

KAPITEIN : Verdomme nog an toe! Dit is al genoeg om jullie tot tien jaar tuchthuis te veroordelen… stelletje bastaards!

ANTONIA : Sssst, laat ze verder zingen. Als iemand zingt, moet u er niet doorheen praten, kapitein! Dat hoort niet!

ZANGERS : Sona chitarra sona, hoor hoe ze razen, onze soldaten eenmaal gestrand in dit heerlijke land tot aan hun nek in het brandende zand: “Is dit nu de tuin van het aards paradijs ’t is meer iets voor magere Hein met z’n zeis. Ik sterf van de dorst, ik zie nergens een kraantje dat wordt dus self-service, m’n hoogst eigen straaltje… ik open m’n broek, maar al pers ik me rot, geen druppeltje vocht, want m’n blaas is kapot.” Sona chitarra sona, ‘k viel niet voor m’n land, maar wel voor de Banco di Roma ’t is eeuwig en altijd dezelfde kwaal men danst naar de pijpen van ’t grootkapitaal. loopbrug donker

KAPITEIN : Die vervloekte hoerenzonen! Vooruit, geef me de voor-en achternamen van die zangers en… ik schop ze de bak in.

ANTONIA : Schopt u ze de bak in omdat ze gelogen hebben, of omdat de waarheid niet gezegd mag worden?

KAPITEIN : Het is misdadig en daarmee uit! Het is eenvoudig crimineel om bepaalde geruchten te verspreiden, die tot revolutie en boycot kunnen leiden…en het aanzien van onze staat kunnen schaden.

ANTONIA : Maar zijn die geruchten nou juist of niet? Dat zou ik graag willen weten…

KAPITEIN : Het is een infame leugen om te beweren dat minister-president Giolitti Libië wil veroveren, enkel en alleen om het Vatikaan een plezier te doen…

ANTONIA : Wie doet ie er dan een plezier mee?

KAPITEIN : De Italiaanse natie! Begrepen…het Italiaanse volk!

ANTONIA : Aan m’n hoela!

KAPITEIN : Zonder koloniën worden wij nooit en te nimmer opgenomen in de kring van de grote Europese naties.

ANTONIA : O, we moeten in de kring zien te komen!

KAPITEIN : Bovendien is Libië een reusachtig gebied….

ANTONIA : O ja? Mij hebben ze verteld dat het een reusachtige woestijn is…

KAPITEIN : Het is niet alleen maar woestijn: het gebied om Tripolis is zeer vruchtbaar en zou duizenden Italiaanse arbeidskrachten kunnen opnemen. Jij hebt natuurlijk niet het flauwste benul hoeveel emigranten wij jaarlijks hebben?

ANTONIA : Ik weet het, ik weet het…elk jaar emigreren er meer dan een half miljoen Italianen.

KAPITEIN : Precies. En het zijn juist Italië’s beste zonen die wegtrekken. De jongeren! En wat blijft er over? Improductieve ouwe mannen.

ANTONIA : Ja, wat een ellende hè, al die improductieve ouwe mannen… je hebt er niks aan. Als ik u was zou ik ze afmaken! Toch heb ik, neem me niet kwalijk dat ik het zeg, in een krant gelezen dat die arme stakkers die in het buitenland gaan werken, helemaal geen verliespost zijn voor ons land… omdat ze al hun spaarcenten naar huis sturen. Daardoor redden zij juist de… hoe heet het ook alweer… dat ding dat zo zwaar weegt?

KAPITEIN : Onze betalingsbalans?

ANTONIA : Precies. Heel goed van u…. ja vanwege alle buitenlandse valuta die binnenkomen. Dus denk ik dat als de regering ze niet laat emigreren, maar ze oproept als soldaten voor de oorlog in Libië, dat we daar dan niks mee opschieten. Nee, we gaan er volgens mij alleen maar op achteruit. Want die soldaten kunnen dan uit Libië geen spaarcenten meer naar huis sturen… Met het soldij dat ze krijgen, anderhalve stuiver per week, lukt dat niet. Daarom vraag ik nog steeds: wat moeten wij daar beginnen in Libië?

KAPITEIN : Ach, dat kun jij toch niet begrijpen…het is een kwestie van internationaal prestige!

ANTONIA : Ja, dat moet ik u nageven… elke Italiaan die naar het buitenland gaat…die z’n land vertegenwoordigt… al is het maar een eenvoudige metselaar… wordt meteen met veel meer respect behandeld. “Let wel tegen wie je het hebt, baas, ik vind het prima dat je me slecht betaalt, dat je me uitbuit, dat je me geen contract geeft, maar als je me groet, dan neem je je hoed voor me af, begrepen, want ik heb koloniën… in Afrika… met een hoop kleine negertjes die op blote voeten rondlopen en Leve Italië roepen.”

KAPITEIN : Nou moet je ’s goed naar me luisteren. Ik ben er nog steeds niet achter of jij nou echt zo stom bent of dat je me hier gewoon een potje staat te verneuken!

ANTONIA : Verneuken! Hé, zeg, wat is dat voor taal! Wilt u een beetje op uw woorden letten, kapitein. Als mijn moeder wist dat u zulke ordinaire…

KAPITEIN : Goed, goed, neem me niet kwalijk. Wil je me nu de namen geven van de mensen die de schepen wilden boycotten en opriepen tot sabotage?

ANTONIA : Ik moet ’t voor mezelf weer even op een rijtje zetten… want je had erbij die ervoor waren, maar je had er ook die ertegen waren. Het begon met eentje… een socialistisch kamerlid was dat, geloof ik, met een grote zwarte das…. een enorme… patjepeeër.

KAPITEIN : Baronti!

ANTONIA : Dat kan best, ja. Die Baronti begon te schreeuwen:”We moeten, gilde ie, we moeten een algemene staking uitroepen…de arbeiders moeten de boel platgooien en duidelijk maken dat ze dissideren”. Wat betekent dat, dissideren?

KAPITEIN : Dat betekent dat ze het er niet mee eens zijn… ga verder.

ANTONIA : Hoezo verder? Dat was alles.

KAPITEIN : Wat nou? Dissideren en verder niks?

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/85132

© Toneelfonds J. Janssens