Skip to main content

DE VERKRACHTING

Lo Stupro (Dario Fo)

Dario Fo en Franca Rame zijn in de loop der Jaren wel vijftig keer voor het gerecht gedaagd wegens laster, blasfemie, belediging van de staat, de religie, de regering. Maar het gruwelijkste incident blijft de aanslag op Franca Rame in het voorjaar van 1973: in Milaan, vlak bij haar huis, op klaarlichte dag. Zij wordt door vier man vastgegrepen, in een bestelwagen gesleurd, mishandeld en meermalen verkracht. Een scenario bekend uit vele dreigbrieven die het echtpaar had ontvangen.

In 1998 heeft een kapitein van de carabinieri onthuld dat deze overval in zijn kazerne was beraamd en dat het succes van de operatie daar uitbundig was gevierd.

De Verkrachting is geschreven door Franca Rame.

 

Eerste voorstelling: 6 december 1978 Milaan

Eerste Nederlandstalige voorstelling: 15 december 1988 Amsterdam (Engelenbak) door Piccolo Theater Dario Fo

VROUW : Er is… er is een radio aan. Maar ’t duurt even voordat ’t tot me doordringt, ’t duurt even voordat ik me realiseer dat er iemand zingt. Ja, het is een radio. Lichte muziek; love, sweet love, moonlight, stars… sweet love, sweet love. Ik voel een knie, ééntje, in m’n rug gedrukt. Het is net of de man die achter me staat met z’n andere knie op de grond steunt. Hij houdt m’n armen vast, heel stevig. Hij draait ze om. Vooral de linker. Ik weet niet waarom, maar ik moet opeens denken, dat ‘ie, dat ‘ie misschien linkshandig is. Ik begrijp absoluut niet wat er met me gebeurt. Ik ben verlamd, het is net of ik op het punt sta m’n verstand te verliezen, mijn stem. Ik ben me de dingen wel bewust, maar alles dringt ongelooflijk traag tot me door… God nog aan toe, wat gebeurt er met me. Hoe ben ik op deze vrachtwagen terecht gekomen. Ben ik erin geklommen terwijl ze me omhoogduwden, of hebben ze me opgetild en erin gegooid. Ik weet het niet, ik weet het niet. Mijn hart bonst keihard tegen mijn ribben, en daardoor kan ik niet denken. De pijn aan mijn linkerarm wordt nu echt ondraaglijk… waarom draaien ze ‘m zo helemaal om? Ik doe geen enkele poging om me te bewegen. Ik ben versteend. De man achter me drukt nu niet meer zijn knie in mijn rug. Hij heeft het zich wat gemakkelijker gemaakt… hij is gaan zitten, en houdt me vast tussen zijn benen… van achteren… zoals ze vroeger deden bij kinderen, als ze de amandelen weghaalden. Dat is het beeld dat ik voor me zie. Maar waarom die radio? Waarom zetten ze ‘m nu zachter? Misschien omdat ik niet schreeuw. Behalve de man die me vasthoudt, zijn er nog drie. Ik kijk naar ze. Er is niet veel licht en niet veel ruimte. Misschien houden ze me daarom we l half overeind. Ik voel dat ze kalm zijn. Ik voel dat ze heel zeker zijn van hun zaak. Wat doen ze nu? Ze steken ’n sigaret op. Waarom, waarom roken ze? Waarom juist nu? Ze houden me vast en ze roken. Er gaat iets gebeuren, ik voel het, ik voel het. Nu komt er één op me af, en er gaat er eentje rechts van me zitten, een ander links. Ik zie het rode puntje van hun sigaretten gloeien. Ze inhaleren heel zwaar. Ze zijn vlakbij. Ik ben bang, ik ben bang. Ja, er gaat iets gebeuren… ik voel het… ik ben bang, ik ben bang. De eerste die op me af is gekomen gaat op z’n knieën zitten… tussen mijn benen… duwt ze uit elkaar. Het is een heel nauwkeurige beweging; blijkbaar afgesproken met de man die achter me zit, want die zet zijn voeten meteen boven op mijn uitgespreide benen om ze op hun plaats te houden. Ik draag een broek, waarom duwen ze mijn benen uit elkaar met een broek aan? Mijn aandacht wordt opeens getrokken door iets dat ik eerst niet kan thuisbrengen… iets gloeiends, eerst heel zacht, dan veel sterker, steeds sterker, ondraaglijk, op mijn linkerborst. Een scherpe brandende pijn. De sigaretten, de sigaretten. Ik weet niet… wat iemand zou moeten doen in zo’n situatie. Ik ben tot niets in staat, ik kan niet schreeuwen, niet praten, ik kan niet huilen. Het is alsof ik buiten mezelf sta, of ik voor een raam sta, gedwongen naar iets afgrijselijks te kijken. De sigaretten, de sigaretten tegen mijn trui. Ze branden er doorheen tot op de huid, de ene sigaret na de andere. De geur van de verbrande wol schijnt ze alle vier te irriteren: met een scheermesje snijden ze mijn truitje open, aan de voorkant, in de lengte… ook mijn b.h. snijden ze open… en mijn huid. Het medische rapport stelt later een snee van 21 cm vast.

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/91023

© Toneelfonds J. Janssens