Skip to main content

Leraar, Theaterman, Reiziger, Sportfanaat

Frans Roth, leraar Frans en oprichter van het ‘Piccolo Theater Dario Fo’, had zijn liefde voor het toneel, voor Frankrijk en Italië en voor de sport niet van een vreemde. Van zijn vader kreeg hij ook zijn politieke voorkeur voor de sociaaldemocratie mee.

Frans Roth werd op 14 november 1935 in Amsterdam in de Pretoriusstraat geboren. Vlak erna verhuisde de familie naar het Archimedesplantsoen in de nieuwe wijk, Watergraafsmeer. Daar werd zijn zusje geboren. Op de kleuterschool dacht de juf dat hij nog niet klaar was voor school want van fröbelen bracht hij niet veel terecht, tot ze erachter kwam dat hij al kon lezen. Dus mocht hij al op zijn vijfde naar de eerste klas van de lagere school.

Zijn vader was onderwijzer en later hoofd van een ULO[1]. Naast zijn onderwijstaak organiseerde hij elke keer aan het einde van het schooljaar een spetterende voorstelling met de leerlingen. Hij regisseerde, inspireerde, schreef sketches en teksten voor liedjes, liet leerlingen dansen en zingen en eventuele speciale talenten tonen (veel “Für Elise” werd gespeeld). Hele revues werden uit de grond gestampt en met veel succes ten tonele gebracht. Frans’ belangstelling voor toneel was daar een logisch gevolg van.

Zijn moeder was een slimme meid uit een vrij arm gezin. Ze werd dus niet tot de huishoudschool veroordeeld, maar mocht de opleiding tot ‘kleuterjuf’ volgen, maar omdat ze heel jong trouwde kon ze nooit haar beroep uitoefenen: de toenmalige tijden dicteerden dat getrouwde vrouwen zodra ze kinderen kregen thuis moesten blijven. Ze was creatief en zeer muzikaal. Ze speelde heel goed piano, kon op gehoor alles naspelen. Dus verzorgde ze de muzikale begeleiding bij de revues van haar echtgenoot. Ze ontwierp en naaide daarbij en-passant ook de kostuums. Zij en haar man hebben samen bij hun zoon de kiem gelegd voor de liefde voor het theater.

Sociaaldemocraat en sportfanaat
Een andere interesse, de belangstelling in politiek, had hij ook van zijn vader meegekregen. Thuis waren de uitgangspunten van de SDAP een vanzelfsprekendheid. Hoewel zijn vader het lidmaatschap opgezegd heeft nadat de partij zich achter de ‘Politionele Acties’ had geschaard, bleef hij zijn linkse principes trouw. Frans is heel zijn leven een bevlogen sociaaldemocraat gebleven, maar hij is nooit lid geworden van de PvdA laat staan van een andere partij.

Frans werd ook net zo’n sportfanaat als zijn vader. Vlak na de oorlog organiseerde hij met zijn vriendjes wielerwedstrijden in de toen nog autoloze straten. Op Fongersfietsen. Hij was dan altijd “Francesco Rossi”, schreef zelf de sportverslagen en Francesco Rossi won altijd. Verder speelde hij hockey en tennis. Later in zijn leven volgde hij zoveel mogelijk de wedstrijden op televisie.

Op reis
Frans’ ouders waren ook heel reislustig. Al vlak na de oorlog namen ze de kinderen mee door Zwitserland, Frankrijk en Italië. Met bus en trein, later met de auto. Soms waren ze de enige toeristen in de jeugdherbergen. En daar ontstond zijn liefde voor het Frans en Italiaans. En binnen de kortst mogelijke tijd sprak hij die talen vloeiend. Bij thuiskomst vertolkte hij dan de chansons van Charles Trenet tussen de schuifdeuren, begeleid door zijn moeder aan de piano.
Frans was een uitstekende leerling. Op zijn schoolrapporten stonden vrijwel alleen maar tienen.[2] Hij mocht dus naar het gymnasium, het Barlaeus, en daar kwam hij echt volledig aan zijn trekken: niet alleen wat betreft zijn intelligentie, maar ook daar weer ‘het toneel’. Hij trof er als leraar de heer Saalborn, zelf komend uit een toneelfamilie, onder wiens leiding Frans in de Stadsschouwburg in de Griekse tragedies als ‘De Bacchanten’ en ‘Hippolytus’ van Euripides speelde.

Toneelschool of Frans?
En na het eindexamen moest hij kiezen. Naar de Toneelschool of Frans studeren? Waarschijnlijk de moeilijkste keuze die hij in zijn leven moest maken.
Het werd Frans studeren, met als bijvak Italiaans. Hij studeerde heel vlot en omstreeks zijn vierde studiejaar kreeg hij een beurs voor een jaar aan de Universiteit van Nancy.[3]

In zijn studietijd en ook erna bleef hij toneelspelen. Aan de GU (nu UvA) werd ‘Held van het Westen’ onder regie van Erik Vos opgevoerd en bij de Italiaanse Vereniging ‘Dante Alighieri’ kon hij zijn twee passies combineren, de Italiaanse taal en acteren.

Na zijn afstuderen hoefde hij niet in dienst[4], er heerste toen gebrek aan leraren.

Hij kreeg zijn eerste aanstelling als leraar aan het Minkema College in Woerden, daarna volgde het Ir. Lelylyceum aan de Keizersgracht in Amsterdam. Toen dit een dependance in Amsterdam Noord kreeg, is hij begin jaren zestig overgestapt en heeft hij daar tot het eind van zijn loopbaan lesgegeven aan wat eerst het Leeghwater Lyceum, vervolgens, na de invoering van de Mammoetwet, Scholengemeenschap Noord, heette. Na de nodige transities in het ‘Noordse’ onderwijsveld heeft de school tegenwoordig de naam Brederode College.

Piccolo Theater Dario Fo
Frans Roth koos voor de zekerheid van het leraarschap, maar heeft dit doorvlochten met een intensief toneelleven en creëerde zo het ideale compromis tussen zijn twee werelden. Net als zijn vader begon hij op schoolavonden zijn leerlingen kleine toneelstukjes te laten spelen en zo legde hij de basis voor wat uiteindelijk ‘Piccolo Theater Dario Fo’ werd.

In de zomer van 1960 had de familie weer een reis door Italië gepland, maar al in de eerste vakantieweek aan het Gardameer overleed zijn vader, 54 jaar oud, plotseling aan een hartaanval. Een hele klap voor het gezin, vooral voor de moeder, ze was pas 45 jaar.

Drie jaar later stond Frans in zijn zomervakantie op een camping in Florence. Daar was ook een viertal net afgestudeerde studentes uit Wenen neergestreken. Ze vierden hun afstuderen met een kunstreis door Italië. Een van hen, de farmaceute Brigitte, werd een jaar later zijn vrouw.
Ze kregen twee dochters, die naar eigen zeggen van kinds af aan erg genoten hebben van al die activiteiten rond het ‘Piccolo Theater’. Ook hebben ze mooie herinneringen aan de reizen, die de hele familie met een ‘ingenieus opklapbare caravan’ in de lange zomervakanties naar Frankrijk, Italië en Oostenrijk maakte. En altijd moest daar dan gelukkig ook naar toneel gekeken worden, het liefst in de open lucht.

Een vol leven
In de jaren tachtig en negentig was Frans heel druk met zijn baan als leraar, de op- en uitbouw van zijn toneelactiviteiten, zijn voorzitterschap van de VSCD-toneeljury, de vertalingen, de reizen en de familie.

Na 40 jaar lesgeven ging hij met de VUT, het was genoeg geweest.

Hij kon nu ook buiten de schoolvakanties reizen, theaters bezoeken van Berlijn tot Rome en van Wenen tot Parijs. Eerst nog met de caravan, later B&B. Het werden lange reizen met auto of trein, want vliegen, daar deed hij niet aan. En een keer in het jaar natuurlijk naar zijn geliefde Italië. Als het uitkwam zocht hij daar acteur, regisseur, toneelschrijver en Nobelprijswinnaar Dario Fo op, met wie Frans, die min of meer zijn representant in Nederland was geworden, goed bevriend was geraakt.

Een Franse schoonzoon kwam in de familie, een acteur, heel toevallig. Hij was erg welkom, bleek ook nog een voetbal(kijk)fanaat te zijn, net als Frans. En wat was Frans blij toen er een kleinzoon werd geboren. Het was een feest om te zien hoe Frans van hem genoot, van diens karakter, de humor van de jongen, later de tweetaligheid!

Frans is na zijn pensionering nooit gestopt met toneelspelen, met stukken zoeken, in scène zetten, repeteren. Hij ging nog altijd met ‘Piccolo Theater Dario Fo’ door het land met oude en nieuwe programma’s. Het laatste project, de voorstelling van ‘Chapeau de Paille d’Italie’, waarvan na een voorbereidingstijd met onderbrekingen[5] nu eindelijk een opvoering in zicht kwam, kon hij helaas niet meer op de planken brengen.

Op 23 september 2014 overleed Frans tijdens een toneelrepetitie aan een acute hartaanval.

Voetnoten

1 uitgebreid lager onderwijs, schooltype na lagere school tot 1968

2 Frans had een fenomenaal geheugen en kon als een computer zijn opgeslagen kennis op ieder moment reproduceren. Of het nu ging om de winnaars van alle wielerklassiekers van 1945 tot heden of de geschiedenis van de Bartholomeusnacht tot de nacht van Schmelzer of om de meest obscure kerkjes in Umbrië of de lekkerste restaurantjes in Bologna: hij onthield het allemaal.

3 Daar werd in het studiejaar 1957/58 met enthousiaste instemming van Frans ‘Le Théâtre Universitaire’ opgericht. Het eerste stuk werd ‘La Corde’ van Patrick Hamilton waar Frans de rol van Sir Johnstone vertolkte. (Ook een rechtenstudent met de naam Jack Lang deed mee, de latere minister van Cultuur onder Mitterrand)

4 Vanwege zijn bijzonder reactievermogen werd hij na de keuring bij de luchtmacht ingedeeld, een nogal ironisch feit, want later zou blijken dat hij eigenlijk vliegangst had.

5 Jan Geleijnse en Peter de Greef, twee goede vrienden en jarenlange medewerkers/spelers waren overleden!