Skip to main content

WE HEBBEN ALLEMAAL HETZELFDE VERHAAL

uit de serie STUKKEN VAN VROUWEN

Abbiamo tutte la stessa storia

Di Tutta casa , letto e chiesa o parliamo di donne  (Dario Fo: 1977)

Na het vrijen – grotesk beschreven vanuit de kant van de vrouw – het baren van het kind. Een vrouw vertelt aan haar dochtertje het sprookje over de lapjespop die hele lelijke woorden zei. En wat blijkt? Als haar dochtertje groter is geworden ontmoet ze allemaal meisjes die net zo’n pop hebben gehad. Ze vertellen elkaar hun verhaal en – hoe bestaat het? ‘We hebben allemaal hetzelfde verhaal te vertellen, allemaal hetzelfde verhaal.’

(Midden op het toneel een oplopend praktikabel, met de afmetingen van een groot bed, waar een vrouw languit op ligt. Gedempt licht.)

VROUW :
Nee… nee, laat dat… toe, schei uit… nee, niet zo, ik krijg geen lucht meer. Wacht… Ja, ik vind ’t wel fijn, maar dan wel met een beetje… ja, Jezus, hoe moet ik dat nou zeggen… hé, je drukt me helemaal plat. Nee. Schei uit. Je maakt mijn hele gezicht nat… Oh!.. Nee, niet in mijn oor! Ja, ik vind het wel fijn, maar niet in mijn oor. Je lijkt wel een slagroomklopper met die tong van je! Ja, en dat hoeft ook niet. Hoeveel handen heb jij eigenlijk? Zeg… ik moet even bijkomen, hoor. Ga ’s even van me af. Toe nou. Wat heb je in Godsnaam gegeten vanavond? Toe nou… Hé, schiet op! We doen net als bij boksen… Hè, hè. Even een break.

(Ze komt langzaam overeind net alsof ze zich bevrijdt van het gewicht van het lichaam van haar partner. Ze zit nu tegenover het publiek.)

En dat noem jij vrijen?… Ik vind het best fijn, ja, maar wel met een beetje gevoel… Sentimenteel gedoe?… Goh, ik dacht al… waar blijft ie? Ja natuurlijk, ik ben een sentimentele trut… Ik ga graag met je naar bed en dat weet je best. Maar wanneer dringt het nou eindelijk ’s tot je door dat ik geen flipperkast ben, waar je even honderd lire in doet en dan gaan, floep, alle lampjes aan… pling-plong-pling-plong-pling. Je schudt even en het hele zakie is in beweging. Als je aan mij schudt, ga ik op tilt. Kleinburgerlijke, katholieke opvoeding? Jezus, weet je niks beters. Dat is zo afgezaagd! Als je als vrouw niet meteen in de gewenste positie gaat liggen, hup, rok omhoog, slip naar beneden, benen wijd, dan ben je meteen een trut, die last heeft van complexen. En dat komt allemaal door onze opvoeding. Ja, dat is er bij ons ingestampt door een reactionnair-imperialistisch–kapitalistisch–royalistisch–conformistisch–repressief soort opvoeding.
Daar sta je van te kijken, hè. Frustrerend, hè, zo’n intellectuele vrouw… ’t Is maar niks. Nee, dan heb je meer aan een dom gansje met zo’n erotisch lachje…(lacht heel laag, quasi-erotisch…)Blijf af. (neuriet gespannen voor zichzelf)De pest in? Ik? Nee hoor. Hoe kom je d’r bij?… Zullen we dan maar weer? (Ze gaat weer liggen, evenwijdig aan publiek; uit de andere toon is het duidelijk dat ze aan het vrijen zijn.) Als je wilt hè, kun je zo zacht zijn… bijna een mens. Een echte kameraad. (ze laat zich gaan, haar stem krijgt iets dromerigs) Met jou kan ik over dingen praten, waar ik normaal niet aan toe kom. Soms zelfs over interessante dingen. Jij komt tenminste niet alleen bij me om met me te vrijen… Jij rent ook niet meteen weg daarna. En we praten, jij praat en ik luister.. (steeds meer in extase) En ik luister en jij praat…(men begrijpt dat ze op het punt staat een orgasme te bereiken, maar dit wel duidelijk alleen door de toon van de stem) En jij praat en je praat… en ik… en ik…(verandert van toon, geschrokken)… en ik raak… zwanger. (smekend) Hé, je moet even stoppen…(gedecideerd) Stop, zeg ik. Ik moet je wat vertellen. Ja, het is belangrijk. Ik ben met de pil gestopt. Ik kon er niet meer tegen, ik kreeg er van die zware borsten van, het leken de koepels van de Sint Pieter wel. Ja… ik wil wel. Maar je kijkt wel uit hè. Je weet toch nog wat er de vorige keer gebeurd is. God en daar ben ik zo beroerd van geweest… ja, jij ook, ik weet het, maar sorry hoor, ik toch nog wel wat meer. Goed goed, oké, maar voorzichtig hè…( Ze vrijen, zij blijft een paar seconden onbeweeglijk liggen, heel stil, de ogen wijd-open, dan stampt ze zenuwachtig met haar voet op de grond; ze kijkt haar partner aan en fluistert hem angstig toe:)
Kijk uit! Kijk uit! Nee, nee het gaat niet. Ik kan me niet ontspannen, ik moet de hele tijd aan die abortus denken.

(De man gaat van de vrouw af, ze komt overeind, duidelijk teleurgesteld.)

Wat nou, heb ik de stemming verpest? Nou, dat spijt me dan. Vind je het zelf niet absurd? Ik wil niet zwanger worden en daarmee verpest ik de romantische sfeer, (kwader nu:) En jij noemt jezelf progressief? Doe me een lol zeg. Weet je wat het met jou is? Jij denkt alleen maar aan dat dingetje van je. Ja, dat is het enige waar jij aan denkt. En dat is repressief–katholiek–imperialistisch–plutocratisch-gefrustreerd gebleven!
Ja, bekijk hem maar eens goed. Bovenop zit de kardinaalsmuts en dan krijg jede strepen van de generaal… en hij brengt de fascistische groet! Fascistisch ja! (verontwaardigd) Dat is gemeen, wat een rotstreek… je kan toch niet zeggen dat ik m’n verstand in mijn baarmoeder heb. Ja natuurlijk moet ik janken, je hebt me beledigd. (ze gaat weer languit liggen alsof de man haar met geweld daartoe gebracht heeft) Wat nou, ik huil en dat windt je op? Ja, ja, ik weet toch dat het jouw schuld niet is! Ik hou ook van jou. Het is allemaal de schuld van de maatschappij, van de multinationals, van de kernenergie. Wat doe je, wat doe je? Stop! Stop, zeg ik… je bent niet gestopt. En ik ben zwanger, ik weet het zeker. (ze duwt hem weg)Ik ben zwanger.

(lichtwisseling)

Ja, mevrouw, ik ben zwanger. Drie maanden over tijd. Ja, de test heb ik al laten doen. Moet ik liggen? Doet U wel voorzichtig? Ja, ik weet dat het geen pijn doet, dat het alleen maar een onderzoek is maar… ik ben zo zenuwachtig. Ik heb al een abortus achter de rug ja, een tijdje geleden, zonder verdoving. Nee, ook niet plaatselijk. En een pijn dat het deed. Maar het ergste vond ik nog hoe ze me behandelden. Alsof ik een hoer was. Ik mocht geen kik geven. Hou je mond, zeiden ze, je hebt een fout gemaakt en daar moet je nou voor betalen. Nou, en betaald heb ik. Dit keer moet het heel anders gebeuren. Ik wil nergens iets van merken, jullie moeten me helemaal wegmaken… lekker slapen. Ik wil nergens wat van weten. Zelfs niet de dag waarop jullie het doen. Jullie moeten me een week van te voren al wegmaken… en er dan rustig de tijd voor nemen. Een miljoen, een miljoen lire? Nou, de prijzen zijn wel gestegen, zeg? Ja, ik begrijp het. De anesthesist, het risico… een miljoen. Ja, ik weet het mevrouw dat we nou een nieuwe wet hebben. Nou ik heb het gemerkt. Ik heb me een ongeluk gezocht naar een dokter die me een abortusbewijs wou geven en naar een ziekenhuis dat me op de wachtlijst zette. Eindelijk word ik opgeroepen, zijn het in het ziekenhuis allemaal gewetensbezwaarden. Allemaal verdedigers van het ongeboren leven. Eén dokter deed alle abortussen. Bek af was die goeie man. Ja, want de rest had allemaal last van ze geweten. De werksters, de analisten, de verpleegsters, de kok. God, wat had die een last van z’n geweten, de kok. Als we niet met z’n allen de keuken hadden bezet, waren we omgekomen van de honger. De politie kwam binnen, we werden in onze kladden gegrepen en we werden de straat op gegooid. Ik was doodsbang. Ik dacht: als het van die nieuwe wet af moet hangen, dan komt m’n zoontje pas met z’n vierentwintigste ter wereld. Hoeft ie tenminste niet meer in militaire dienst. Is ie meteen werkeloos, kan ie zo als gastarbeider naar het buitenland. Nee, mevrouw, dan maar illegaal. Een miljoen. Nou begrijp ik waarom die gynaecologen allemaal zo een last hebben van hun geweten. Die zijn ook niet op hun achterhoofd gevallen. Als je het niet in overeenstemming kan brengen met je geweten… dan vang je elke keer een miljoen. En dat over onze ruggen. (staat op) Nee, mevrouw. Ik doe het niet. Het gaat me niet om het geld, dat had ik eventueel kunnen lenen. Maar ik kan niet tegen chantage. We hebben nou eindelijk een nieuwe wet en dan moeten jullie je eraan houden. Ik hou het kind. Ja, ik hou het.

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/91522

©1998 Toneelfonds J. Janssens/Dario Fo