Skip to main content

MACHO, MACHISSIMO

Miles Gloriosus (Plautus)

Frans Roth zag in de zomer 1978 een opvoering van de ‘Miles Gloriosus’ in Rome, een bewerking van Gaetano (Ghigo) De Chiara, vol politieke toespelingen. De oorspronkelijke tekst geeft hiervoor genoeg ruimte en heeft dus in dat opzicht iets Fo-achtigs. Roth nam de Italiaanse tekst mee, vertaalde die in het Nederlands en maakte er voor zijn ‘Piccolo Theater’ een speelse, volkse revue van.

Eerste opvoering 19?? op de Dagschool voor Volwassene op de Havikslaan door het “Piccolo Theater Noord” .

Proloog :

Panem et Circenses
Mooi, dat de massa dat vreet. Geef ze brood en spelen:
Proleet blijft altijd proleet. Lekker schuinsmarcheren
zonder een greintje niveau Om het plebs te amuseren
Macho, Machissimo.

PYRGOPOLYNEIKES : tegen zijn soldaten
Milites, stante pede Gladiolas in vaginam
Nec plus ultra. Genua in linea recta. Quo vadis?

 Soldaat : In Vespasianum, domine. Urge. 

PYRGOPOLYNEIKES : Milites, curate instrumentarium.

PALAESTRIO : Domine, domine. Batavi sunt, Frisii Caninefatesque.

PYRGOPOLYNEIKES : Barbari sunt. Habemus versionem germanicam.
Schrob en schaaf en schuur mijn schild! Schitteren zal het en wel zo fel dat de stralen van de zon erbij verschieten en ’s vijands oog in het strijdgewoel schier verblind raakt. applaus, kijkt naar zwaard En gij, mijn schoon en dierbaar zwaard, treurt niet te lang reeds moest gij lamlendig bung’len aan mijn zij. Ik voel hoe gij ongedurig heen en weer schuift in de schede. Giji wilt eruit. Ja, gij snakt ernaar de vijand weer tot moes te slaan!

PALAESTRIO : Maar heer, er is toch geen mens die het nog in z’n boerenhoofd haalt om ’t tegen u op te nemen.

PYRGOPOLYNEIKES : Hoezo. Palaestrio?

PALAESTRIO :  Ze hebben geen schijn van kans.

PYRGOPOLYNEIKES : Dat is zo. Ze zijn volmaakt kansloos.

PALAESTRIO : Neem nou Mars.

PYRGOPOLYNEIKES : Wat? Marx. Is die dan nog niet dood. Waar zit ie. Die rooie Zwetser. Ik lust hem rauw.

PALAESTRIO : Nee, Mars, die zit hierboven bij defensie. Nou, dat is iemand met een behoorlijke staat van dienst. Nou zelfs die Mars doet het in zijn broek als hij u ziet … (van het lachen)

PYRGOPOLYNEIKES : De charlatan. Die stumper heb ik nog uit de puree gehaald. Je weet wel, in de slag bij… tot soldaat die hem insmeerd Ai, die olie brandt….

PALAESTRIO : Ja heer, die olifant…in Indië…weet u nog…hoe u dat dier in de eerste ronde k.o. sloeg.

PYRGOPOLYNEIKES : Het was een mep van niks. Ik hield mezelf nog in!

PALAESTRIO : Ja, zeker weten, had u echt uitgehaald, dan was die mammoet total loss geweest, zijn darmen, kwak zo in de Ganges…

PYRGOPOLYNEIKES : Een beestje meer of minder op deze aardkloot.

PALAESTRIO : Op heel deze aardkloot is er geen grotere (zak) als u. .. .. Pyrgopolyneikes kent zijn gelijke niet…

PYRGOPOLYNEIKES : I am the greatest. applaus Palaestrio, wat is ook weer mijn record?

PALAESTRIO : Even kijken. zoekt in boek Honderdvijftig man, heer.

PYRGOPOLYNEIKES : Honderdvijftig man, honderdvijftig lijken. Een hele militaire begraafplaats vol.

PALAESTRIO : Het was op Sicilië vorig jaar.U hebt daar in een dag honderd Skieten, dertig Sardijnen, twintig muskieten en zestig Makedoniërs naar de andere wereld geholpen.

PYRGOPOLYNEIKES : Wat is op dit moment mijn totale score?

PALAESTRIO : 60 in de eerste, 25 in de tweede, 40 in de derde… 3×8 is 120..  : ik schrijf op7 …ik onhoud 2…7345, heer.

PYRGOPOLYNEIKES : 7345 Het antwoord is exact. Jij mag door naar de volgende ronde. Je mag ook stoppen.

PALAESTRIO : Nee heer, ik ga door.

PYRGOPOLYNEIKES : Bravo, kerel. Dat is de juiste mentaliteit. Vraag twee. Noem mij de volkeren die ik heb onderworpen .

PALAESTRIO : De Daciërs, de Liciërs, de Traciërs, de Feakiërs…als ik me niet vergis ook de…

PYRGOPOLYNEIKES : Nee die niet

PALAESTRIO : Dan heb ik me vergist, het spijt me.

PYRGOPOLYNEIKES : Dat geeft niks, kerel ik raak ook zo vaak de tel kwijt. Jij krijgt van mij een herkansing. Een heel ander chapiter: ‘t zwakke geslacht.

PALAESTRIO : Een chapiter maar? Met dit seksleven van u, dat is toch een coïtus ininterruptus. Moet u ’s kijken wat er vandaag in de Privé stond: The Latin Love Machine

PYRGOPOLYNEIKES : Wat ben ik toch vreselijk fotogeniek. Geen grammetje vet teveel. Geen wonder dat de vrouwtjes gek op me zijn. Ik ben het zelf ook.

PALAESTRIO : Dat staat er ook onder heer: Narcissus in volle bloei.

PYRGOPOLYNEIKES : Palaestrio, wat is het nou volgens jou wat me in de ogen van de vrouwtjes zo aantrekkelijk maakt?

PALAESTRIO : Een hele waslijst: Uw mannelijk postuur, uw zelfverzekerde blik, uw viriele uitstraling, uw gestroomlijnde dijen. Zag u gisteren die vrouwen, die mij op straat aan mijn rokje trokken?

PYRGOPOLYNEIKES : Wat zeiden ze precies?

PALAESTRIO : Wat een mooie man. Dat is vast Apollo. Ik zeg: Nee. Dan is het z’n broer. Ik zeg: hij heeft geen broer. En zij weer: gezegend de vrouw die het bed met deze held mag delen. Ze zagen groen van jalousie.

PYRGOPOLYNEIKES : De arme schatjes. Ik zal ze helaas moeten teleurstellen. In bed moet ik nu eenmaal heel selectief te werk gaan.

PALAESTRIO : Ecce homo…eroticus.

PYRGOPOLYNEIKES : Palaestrio…niet zo luid. Denk aan mijn maîtresse en titre. Ze zou ons kennen horen.

PALAESTRIO : Uw wat?

PYRGOPOLYNEIKES : Mijn maîtresse en titre, dat is Frans. Dat wist je niet? Had je dat niet in je pakket?

PALAESTRIO : Nee, dat heb ik laten vallen. Vond ik zo’n rottaal.

PYRGOPOLYNEIKES : Ik bedoel: mijn huidige favoriete. Het meisje dat op dit moment het onwaarschijnlijke voorrecht geniet met mij te mogen slapen.

PALAESTRIO : O, u bedoelt Filocomasia. Nou en of die geniet. Dat kind denkt aan niemand anders. De hele dag hoor ik haar kreunen en zuchten: O, mijn Hercules, o mijn Pyrgopolyneikes…

FILOCOMASIA : buiten Ah! Ah! Ah!

PYRGOPOLYNEIKES : Ssst…ik dacht even dat ik haar hoorde.

PALAESTRIO : (Ik ook) Nee, dat is onmogelijk heer, dat moet akoestisch bedrog zijn, er is een echo hier, we hebben een hele gekke zaal vanavond.

FILOCOMASIA : Lieveling! Mijn Pluisje, mijn toedeltje…eindelijk!

PYRGOPOLYNEIKES : Mijn Pluisje, mijn toedeltje? Eindelijk?

FILOCOMASIA : Kom bij me…hier…in mijn armen! Heel dicht tegen mij aan. Dichter! Nog dichter!

PYRGOPOLYNEIKES : Lieveling, ik kom al.

PALAESTRIO : Waar wilt u heen?

PYRGOPOLYNEIKES : Ik moet naar haar toe. Je hoort toch hoe ze me roept.

PALAESTRIO : Maar dat doet ze in haar droom. Dat kind ligt gewoon keihard in stereo te dromen…dat is de moderne tijd, het moet allemaal zo hard mogelijk.

PYRGOPOLYNEIKES : En ze droomt.. .van mij?

PALAESTRIO : Ja, van wie anders?

PYRGOPOLYNEIKES : Dat moet dan wel een overheerlijke, overweldigende droom zijn Lieveling, ik kom eraan! stiert op huis af en loopt in donker met hoofd tegen de deur Au, mijn caput.

PALAESTRIO : Uw caput, uw caput. Dat krijg je van dat oversexte gedoe. Eigen schuld, dikke bult.

PYRGOPOLYNEIKES : Wat gebeurde er precies?

PALAESTRIO : Een black-out. Dan slaan bij zo’n technicus ook acuut de stoppen door. Die schrok zich dood omdat u dat lieve kind wilde storen midden in d’r overheerlijke droom. Net nou ze lekker ligt te genieten van haar voorrecht, wilt u…Dat vind ik geen stijl, daar krijgt ze een trauma van.

PYRGOPOLYNEIKES : Misschien heb je wel gelijk. We moeten haar ongestoord laten genieten van deze sublieme momenten.

PALAESTRIO : Zo is het. We moeten haar ongestoord laten genieten.

PLEUSICLES : in huis Wat heb je toch een verrukkelijke borsten. Jouw hemels lichaam maakt me compleet wild. Ik wil je helemaal voor mezelf, ik wil je met niemand anders delen. Mijn lentebloesempje, mijn perzikhuidje, mijn…

PYRGOPOLYNEIKES : Voor de donder van Zeus! Wie is dat?

PALAESTRIO : Hahaha. Wat een vraag! Dat bent u!

PYRGOPOLYNEIKES: Ik? Ben ik dat?

PALAESTRIO : Ja natuurlijk. U bent net verschenen in haar droom, live, u bent nog geen twee minuten binnen…

PYRGOPOLYNEIKES : Maar hoe dan?

PALAESTRIO : Helemaal naakt…Het is een zwaar-erotische droom. Luister maar…

FILOCOMASIA : O, wat ben je sterk, mijn Hercules. O, die machtige spierbundels, het lijkt net staal. O, die slanke leest, dat klassieke torso, die krachtige dijen…Lieveling, neem me….

PALAESTRIO : Hoort u wel…dat pseudo-klassieke torso en die roestvrije dijen, die zijn van u.. Dat kind leeft zich helemaal in. Die ziet u als het ware voor zich…ze hoort zelfs uw stem.

PYRGOPOLYNEIKES : Niet te geloven…Niet te geloven. Het is dat ik het met mijn eigen oren hoor, maar anders… dat kind moet paranormaal begaafd zijn. Dat moeten de mysterieuze krachten van de liefde zijn. Maar ja, wat wil je… als een vrouw boordevol liefde zit en zich totaal geeft.

PALAESTRIO : Ja, ze geeft zich totaal, dat is duidelijk.

PYRGOPOLYNEIKES : Ter zake. Ik moet nu naar de markt.

PALAESTRIO : Ah. U gaat boodschappen doen?

PYRGOPOLYNEIKES : Nee, ik moet naar de slavenmarkt. Ik heb koning Seleucus een heel contingent huursoldaten beloofd.

PALAESTRIO : Maar kijk uit dat u zich geen rotzooi laat aansmeren. De vorige keer zaten er mij te veel kneusjes bij.

PYRGOPOLYNEIKES : Geen zorgen, beste kerel. Hoeveel zal ik nemen vandaag?

PALAESTRIO : Wat dacht u van een dozijn Babyloniërs? Die maken lekker veel kabaal…en een stuk of wat Grieken?

PYRGOPOLYNEIKES : Grieken? Wat moet ik met Grieken?

PALAESTRIO : Die zijn prima voor de boodschappen. Die marathonaneren de hele dag.

PYRGOPOLYNEIKES : Goed, jij je zin.

PALAESTRIO : En als u toch op de markt bent, neemt u dan gelijk twee kroppen sla voor me mee en een stuk geitenkaas. We beginnen al aardig door onze voorraden heen te raken.

PYRGOPOLYNEIKES : Babyloniers, Grieken, 2 kroppen sla, geitenkaas. Verder nog iets van je dienst?

PALAESTRIO : Nee, dat was het wel zo ongeveer.

PYRGOPOLYNEIKES : Mannen…Ingerukt mars. Uit de flank! Links, rechts, links, rechts,
Wij komen, zien en winnen
hebben de wereld beschaafd
wij, zonen van wolvinnen
of van een Vestaalse maagd.
Dextra praecedit
alles van rechts dat gaat voor
Zorreg dat je aan die kant zit
en druk je ego door.

PALAESTRIO : tegen de zaal Ik weet niet of u dat weet. Ik kom oorspronkelijk uit Athene, waar ik in dienst was bij een jonge man van zeer goeie familie, de jonge heer Pleusicles.

PLEUSICLES : Ego sum, Pleusicles, ego sum Pleusicles

PALAESTRIO : Jullie horen het al: Pleusicles had last van een sterk ontwikkelde ego, een enorme geldingsdrang. En dat was een beetje een probleem met hem, want hij kon niet veel.

PLEUSICLES : Ego sum ego.

PALAESTRIO : O, best een aardige jongen hoor: goeie manieren, prettig voorkomen, beschaafde spraak, vlotte babbel, wel een beetje een bal. De klassieke yup. Robbie van Linschoten in het antieke zal ik maar zeggen.

PLEUSICLES : Fijn jezelf zijn!

PALAESTRIO : Maar dat is een probleem als je niks bent. Goed, jongeheer Pleusicles had in die tijd een bijzonder warme relatie met een meisje uit de dienstverlenende sector: de beeldschone, adembenemend-mooie Filocomasia! Nou, heb ik teveel gezegd? Is het geen snoepje? Wat je noemt, een riche nature!

PLEUSICLES : Palaestrio, pssst. Ze is er niet…

PALAESTRIO : Hè! Hoe kan dat nou? Gisteravond bij de generale was ze er wel.

PLEUSICLES : Misschien heeft ze haar wachtwoord niet gehoord!

PALAESTRIO : Wat is dat voor onprofessioneel gedoe! Dat hei je met amateurtoneel, (Dan mag Jan en Alleman meedoen) Dames en Heren, ik vraag uw bijzondere aandacht voor de beeldschone, adembenemend-mooie Filocomasia… weer niets Nou, dan kunnen we wel naar huis. Het hele stuk ligt op zijn gat. Krijgen de mensen hun geld terug.

FILOCOMASIA : Ik kan mijn ceintuurtje niet vinden in het donker..

PLEUSICLES : O, dat is het. Ze kan haar ceintuurtje niet …

PALAESTRIO : Nu, dan help je d’r toch zoeken, man. Jij bent haar natuurlijk weer veel te wild te lijf gaan vannacht en daar is zo: ’n ceintuurtje niet op gemaakt. Die zijn reuze kwetsbaar.

FILOCOMASIA : Hebbes. Hier ben ik al, in levende lijve.

PALAESTRIO : En wat voor een lijf. Daar krijgen jullie straks nog meer van te zien. De jonge heer Pleusicles en de beeldschone Filocomasia hadden een waanzinnig goed contact met elkaar, luister maar…

FILOCOMASIA : Lieveling!

PLEUSICLES : Lieveling!

PALAESTRIO : Dialoog, hè?

FILOCOMASIA: Ik hou van je!

PLEUSICLES : Ik hou van je!

PALAESTRIO : Waar halen ze het vandaan? Typisch amateurtoneel.

FILOCOMASIA : Veel?

PLEUSICLES : Heel veel!

FILOCOMASIA : Hoeveel?

PLEUSICLES : Zo veel!

PALAESTRIO : Zulke slechte soap vind je nergens.

FILOCOMASIA : Palaestrio, we hebben stiekem samen een liedje ingestudeerd. En dit leek ons een geschikt moment. zingen, aan het eind zinken ze in elkaars armen

PALAESTRIO : Hé, hé, rustig aan, ja. Denk aan het decorum. Zijn jullie nou helemaal betoeterd. Jullie generen je ook nergens voor. Even een break. Jullie hebben genoeg gevreeën voor vandaag.

FILOCOMASIA : Nog een kusje, eentje maar. We waren zo gelukkig samen.

PALAESTRIO : De hele dag zaten die twee mekaar af te lebberen. Doodziek werd je ervan. Ja, en zelfs vlak na het eten. En dat is helemaal niet goed voor de spijsvertering.

FILOCOMASIA : Maar we waren ook zo gelukkig samen!

PLEUSICLES : We hadden zo’n fijne relatie opgebouwd, wij, met z’n beidjes.

PALAESTRIO : Goh, wat waren we gelukkig samen…Tot de dag dat d’r Pluisje op reis moest…

PLEUSICLES : Ja, maar dat was force majeure. Ik moest naar Corinthe…voor staatszaken.

PALAESTRIO : Haha, staatszaken noemt ie dat…De hele dag op z’n luie krent in Corinthe, op het naakstrand, tussen de internationale jet-set. En allemaal van onze belastingcenten, mevrouw.

PLEUSICLES : Dat zijn vuile insinuaties.

PALAESTRIO : Of hij stond met een paar andere asociale ballen op de golfbaan. Had u moeten zien wat voor onkostenvergoedingen meneer indiende.

PLEUSICLES : Maar ik heb voor ons land heel belangrijke contacten kunnen leggen. Ik heb toch maar bijna de Olympische Spelen naar ons land gehaald. Ik zat bij het Corps Diplomatique!

PALAESTRIO : Corps Diplomatique! Nou, u weet wat dat inhoudt. Van de ene party naar de andere. En maar lobbyen. Nou, hij kon lobbyen wat ie wilde. Ze moesten hem geen van allen.

PLEUSICLES : Dat is smerige laster.

PALAESTRIO : In elk geval: wie kon er voor het huis opdraaien en voor je vriendinnetje?

PLEUSICLES : Ik wist dat ik haar in goeie handen achterliet. Ik heb nu eenmaal het volste vertrouwen in je, Palaestrio.

PALAESTRIO : Dat is je gerajen ook. Goed, Pleusicles lag dus in Corinthe, in zijn blote kont kontakten te leggen…en wie arriveert er op dat moment in Athene? Met een militaire opdracht in het kader van de Panhelleense Verdragsorganisatie?…. Onze Erector Magnificus. De generaal. Die opgeblazen boerenhengst overschat zichzelf natuurlijk weer geweldig en denkt dat het totale Atheense vrouwvolk voor hem horizontaal gaat.

PLEUSICUS : Je had hem moeten zien paraderen met die fruitsalades op z’n borst.

FILOCOMASIA : En die hongerige blikken naar alles wat een rok aan had de Macho!

PLEUSICLES : Maar ja, ze lustten hem geen van allen, dus bleef ie op rantsoen..

FILOCOMASIA : En op wie wordt die engerd uiteindelijk verliefd?

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/84076

© Toneelfonds J. Janssens