Skip to main content

LYSISTRATA

 Aristophanes (446 vChr – 386 vChr)

Lysistrata roept de Griekse vrouwen op een sex-staking te beginnen om eindelijk de oorloog te beëindigen. In de jaren 1997/98 stond ‘Piccolo Theater Dario Fo’ met dit stuk op de planken. Binnen hun ‘Klassieke Toneelprojekt’ zagen ook veel gymnasiasten deze opvoering. Hieronder een greep uit de reacties van de leraren.

De politieke situatie van toen was heel geestig vertaald naar deze tijd. Het stuk zit vol sex-grapjes, maar wordt nergens plat. Zowel docenten als leerlingen hebben bijzonder genoten. (Alkmaar)

Lysistrata is een frisse, vlotte komedie, die door middelbare scholieren van alle leeftijden zeer gewaardeerd zal worden. Een “geactualiseerd” klassiek verhaal met grappen en grollen waar Aristophanes zelf zeker trots op zou zijn geweest. (Capelle a/d IJssel)

Een uiterst opmerkelijke productie. Op heldere wijze wordt inzicht verschaft in de originele materie. Ook de mannelijke zienswijze van de vrouwen-boycot krijgt een duidelijke vertolking. (Schagen)

Aan te raden voor ieder die sprankelend, oorspronkelijk (en dus klassiek!) theater wil zien. (Amsterdam)

Eerste voorstelling door Piccolo Theater Dario Fo 26 januari 1997 in de bovenzaal van de Amsterdamse Schouwburg

PROLOOG

Het is oorlog! Oorlog! Een ellendige oorlog! De oud’ren weten niet wanneer hij ooit begon en de pasgeborene ziet er moglijk nooit het eind van…Het is nu zo, dat elke trotse stad van Hellas alleen nog zweert bij lansen en bij zwaarden, belust is op totale oorlog, vernietiging van alles wat bestaat: als dolle honden, die in helse waanzin, zichzelf niet meer verdragen blind fanatiek op eigen schaduw jagen. En de waanzin blijkt nog groter als je weet waar het om gaat:
Athene wil meer geld, Mègara een uitweg naar zee, Korinthe markten voor zijn handel en Sparta wil strijd, omdat Sparta Sparta is.
Op een punt zijn ze het hartgrondig eens: geen duimbreed mag er aan elkander worden toegegeven, al wordt heel Hellas daarbij uitgemoord!
Ik sta hier en ik kan niets anders doen dan hier te staan en met van woede en verdriet verstikte stem te klagen: Oorlog! Het is oorlog!

EERSTE BEDRIJF

LYSISTRATA : Had ik ze maar uitgenodigd op ’n ordinaire orgie. Alcohol, XTC, kleffe porno, keiharde muziek. Dan had ’t hier zwart gezien van de vrouwen. Had je ze, op hun hoge hakken, moeten zien paraderen. De wulpse wentelteven! Maar nu…geen kip te bekennen…0, ik had ze natuurlijk ook op een paar sportieve kanjers kunnen trakteren. Over het paard getilde idolen van een primitieve, op de bal gerichte cultuur. Had je je gat niet kunnen keren tussen de hitsige meiden met hun hysterisch gekrijs: Ajax, Ajax, Ajax….Nee maar! Dat maffe mens van de overkant! Dat is echt wel de laatste die ik hier had verwacht. Goeie morgen, Kalonike!

KALONIKE : Hai, Lysistrata. Hoe is ’t ermee?… Meid, wat heb je? Je kijkt zo sjaggerijnig!

LYSISTRATA : Vind je ’t gek met zo’n opkomst

KALONIKE : kijkt in zaal Het is inderdaad niet veel soeps vanavond…

LYSISTRATA : Ik zit hier compleet voor….voor…joker.

KALONIKE : Daarom hoef je nog niet zo overdreven met je wenkbrauwen te fronsen.

LYSISTRATA : Kalonike, ik ben witheet. De vlammen slaan me uit.

KALONIKE : Dat ken ik, kind. Dat is de leeftijd.

LYSISTRATA : Ik voel me zo ontiegelijk genomen. gebaar van woede

KALONIKE : Genomen? Jij? Door wie?

LYSISTRATA : Ik geef de mannen groot gelijk, als ze zeggen dat wij vrouwen absoluut niet deugen.

KALONIKE : Maar liefje, dat doen we toch ook niet. (Waarom zouden we?)

LYSISTRATA : We hadden afgesproken vanmorgen vroeg bij mekaar te komen. In de brief stond heel duidelijk, dat het om een brandende kwestie ging,… een kwestie van leven en dood. En… zie jij iemand? Ze blijven gewoon in hun nest liggen!

KALONIKE : Kop op, meid. Niet meteen zo depri. Die komen heus nog wel. Als vrouw kom je nou enmaal niet zo 1,2,3 de deur uit. Je man moet op het laatste moment zo nodig. De baby moet verschoond, naar bed of aan de borst. Bovendien … het personeel is ook niet meer wat het geweest is….

LYSISTRATA : Wat kan mij dat schelen. Het gaat hier toch echt om belangrijkere zaken,

KALONIKE : Belangrijker, voor ons vrouwen, bedoel je?… Dat moet dan vast.. Is het iets… enorm groots?

LYSISTRATA : Nou en of!

KALONIKE : Zwaarwichtig?

LYSISTRATA : Wat heet!

KALONIKE : Je hebt er echt je handen vol aan?

LYSISTRATA : Nou, reken maar!

KALONIKE : Een vette ….kluivert, zal ik maar zeggen?

LYSISTRATA : Zeker weten!

KALONIKE : Tsjaka!

LYSISTRATA : Tsjaka? Nee, het is niet ’t ding, waar jij meteen aan denkt, Kalonike. Het heeft er wel mee te maken, maar het rijst er ver boven uit.

KALONIKE : Maar ’t is toch wel zelfrijzend, hoop ik?

LYSISTRATA : ’t Is in elk geval iets waar ik de laatste tijd aan een stuk door mee bezig ben geweest. Ik doe zo langzamerhand geen oog meer dicht.

KALONIKE : Als jij er al zoveel nachten privé mee in de weer bent, dan zal er wel niet veel van over blijven.

LYSISTRATA : Kalonike, wij vrouwen hebben het lot van Griekenland in handen.

KALONIKE : Wij vrouwen? Arm Griekenland, maak dan maar je testament.

LYSISTRATA : Wij moeten, van nu af aan, het heft in handen nemen. Doen we ’t niet, dan is het met Hellas gedaan. En hou je binnenkort geen Spartaan meer over.

KALONIKE : Van mij mag het hoor… Die dooie vissiesvreters.

LYSISTRATA : Goed, maar ook geen enkele Korinthiër…

KALONIKE : Nee toch! Dat doe je me niet aan…. Die hebben zulke …zalige…eh.. paling…

LYSISTRATA : En dan heb ik ’t nog niet eens over onze eigen mannen. Alleen als wij vrouwen, Kalonike, de vrouwen uit Athene, maar ook uit Sparta, Thebe, Korinthe, noem maar op, alleen als wij de handen ineenslaan, dan is Griekenland nog te redden.

KALONIKE : Maar liefje, je wilt toch niet dat wij vrouwen ons gaan bezig houden met zoiets zwaarwichtigs als politiek.

LYSISTRATA : Waarom niet?

KALONIKE : Waarom niet? Omdat ons dat totaal niet ligt. Gewoon lekker thuis, achter het fornuis, daar komen we veel beter tot ons recht.

LYSISTRATA : Doe niet zo ongeëmancipeerd, jij!

KALONIKE : Dingen als oorlog, vrede, veiligheid, dat zijn typisch mannenzaken. Daar hebben wij, excusez le mot, de ballen verstand van.

LYSISTRATA : Dat zeg jij, ja.

KALONIKE : Het enige wat van ons wordt verlangd, is dat we mooi zijn, decoratief Exotische parfums, sexy lingerie, geraffineerde doorkijk- jurkjes, …daar moeten wij het van hebben.

LYSISTRATA : Precies. Dat zijn nou net de wapens die wij straks in de strijd gaan gooien : lekkere luchtjes, pikante slipjes, chique gaatjeshempjes.

KALONIKE : Hoezo?

LYSISTRATA : Geen man, die dan zijn speer… nog richt op een andere man..

KALONIKE : Je meent het. Ik trek gelijk mijn nieuwe jurk aan, je weet wel… die met dat waanzinnige decolletee.

LYSISTRATA :  …of zijn schild pakt…

KALONIKE : Nee, weet je wat, ik haal mijn tijgervelletje uit de motteballen…

LYSISTRATA : …of zijn zwaard trekt…

KALONIKE : Ik zag daarnet in de uitverkoop een paar beeldige sandaaltjes staan ..ik koop ze meteen.

LYSISTRATA : Heb je nou eindelijk door, waar ik heen wil? Hadden ze er niet allang moeten zijn?

KALONIKE : Absoluut! Ik snap niet waar ze blijven. Ze weten gewoon niet wat goed voor ze is.

LYSISTRATA : Kijk, van Atheense vrouwen, had ik niks anders verwacht. Die komen nou eenmaal altijd op het laatste moment aankakken. Maar dat er ook nog niemand van de Goudkust is….

KALONIKE : Die kouwe kak van de Goudkust? Die zit ’s ochtends vroeg al heel hoog te paard. (Misschien zijn ze nog niet uitgepaard.)

LYSISTRATA : Er is zelfs nog niemand uit Argos. Die had ik hier, eerlijk gezegd, als eersten verwacht.

KALONIKE : muziek Nou, kijk dan maar ’s achter je.

LYSISTRATA : ..Allemachtig, dat is een hele stoet.

KALONIKE : knijpt neus dicht Getverdemme, waar komt dat vandaan?

LYSISTRATA : Dat is de bond van de plattelandsvrouwen.

KALONIKE : Huuuu! Die hebben vast een mestoverschot. En alle beerputten tegelijk opengezet.

MYRRHINE : Goede morgen met z’n allen. We bennen toch niet te laat, hoop ik?… Lysistrata, waarom zeg je niks? Ben je met het linker been uit bed gestapt?

LYSISTRATA : Moet ik dan staan juichen,  Myrrhine? Omdat jullie uren over tijd zijn.

MYRRHINE : Het zat toch allemaal even tegen vanmorgen. Het licht was uitgevallen in de stal. En daardoor heb ik alle geiten op de tast moeten melken. Toen is tot overmaat van ramp ook nog de ploegschaar afgebroken. Die heb ik ook nog gauw even moeten repareren. Nu de man van huus is, sta ik er helemaal alleen voor. Zo’n één vrouwsbedrijf, dat’s deksels zwaar.

KALONIKE : Dit waren de mededelingen voor land-en tuinbouw.

MYRRHINE : En daarna hadden we een hoop vertraging onderweg. Bij Corinthe zat het weer ’s helemaal vast. Er was daar een de demonstratie met tractoren.

KALONIKE : imiteert haar accent Agrariërs aller landen, verenigt u.

MYRRHINE : Maar goed, we zijn er uiteindelijk toch gekomen. En daar gaat het per slot van rekening om. Nou meid, brand maar los. Wat is precies de bedoeling?

LYSISTRATA : Nee, nu wachten we rustig, tot de rest er ook is.

MYRRHINE : O, je verwacht nog meer mensen? Dat wordt dan een gezellige bedoening, begrijp ik! Ik zeg altijd maar: Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.

KALONIKE : En hoe meer uien, hoe meer stank. Als je alles gehad hebt, krijg je dat ook nog: Sparta! Anabolica!

LYSISTRATA : Lampito, meid, wat zie je er weer fantastisch uit. En zo lekker bruin. Is dat van het strand? Geen grammetje vet. Hoe krijg je dat voor mekaar?

LAMPITO : Mag het even. Ik ben de godganselijke dag met m’n lijf bezig …

KALONIKE : tegen de zaal Tja. Wat moet je anders, ….als je hier niks hebt zitten….

LAMPITO : Ik sta permanent in het krachthonk. Aerobics, stretchen, body-builden…

KALONIKE : Die borsten van je, prachtig hoor, daar niet van, maar hoeveel kosten die nou per stuk?!

LAMPITO : Ik heb het toch ook niet over die dikke kont van jou.

KALONIKE : Nou zeg! Doe niet zo ordinair.

LAMPITO : Het spijt me voor je, maar die jongens van mij, zijn puur natuur! Of die van haar dat ook…allen lachen

MYRRHINE : Die zit! (1-0 voor Sparta)

LYSISTRATA : En, lieve kind, waar kom jij vandaan?

ISMENE : Uit Boeotië.

MYRRHINE : En dat’s mals, vruchtbaar land. Kijk maar naar die 2 glooiende heuvels van d’r.

KALONIKE : En naar d’r koeiige ogen.

LAMPITO : Zeg, blijf je zo? Die zit zo’n beetje iedereen af te zeiken, vanmorgen. Kijk uit, hè. Als je aan haar komt, kom je aan mij.

ISMENE : Ach, laat maar, Lampito, ik weet wie het zegt.

KALONIKE : O ja, dat moet je nog een keer zeggen, Boeotische big ….

LYSISTRATA : Jongens, schei uit met dat kinderachtige gedoe! Dat jullie je niet doodgeneren. Daarvoor heb ik jullie niet bij mekaar geroepen.

LAMPITO : Was dat jouw idee?

LYSISTRATA : Ja.

LAMPITO : Nou, vertel dan maar ’s gauw waar het om gaat. Ik ben hartstikke benieuwd.

MYRRHINE : Ik ook. Zeg maar wat je op je hart hebt.

LYSISTRATA : Mag ik jullie nog iets vragen eerst.

LAMPITO : Vragen is vrij en vrijen is gezond!

LYSISTRATA : Het gaat om jullie mannen, ik bedoel, de vaders van jullie kinderen. Die zitten nu al meer dan een jaar aan het front. Zeg ’s eerlijk. Missen jullie ze niet vreselijk? Ik weet zeker dat niemand van jullie d’r man nog thuis heeft.

KALONIKE : Die van mij zit al 5 maanden in Thracië, naar de sterren te turen. En drie zwaarbetaalde generaals turen met hem mee.

MYRRHINE : De mijne zit al een maand of 7 in Pylos. Hij verveelt zich stierlijk in dat uitgestorven gat.

LAMPITO : Als die kerel van mij met verlof is, is ie nog geen twee tellen bij me binnen of het is van: O jee, ik mot er weer vandoor,.. me lans, me schild en weg is ie.

MYRRHINE : lachend Eerst poetst ie zijn speer…. en dan de plaat! Zelfs als je ’s fatsoenlijk vreemd wilt gaan…er benne gewoon geen kerels bij de hand.

LYSISTRATA : En als ik jullie zeg, dat ik een afdoend middel heb ontdekt om een eind te maken aan de oorlog, zijn jullie dan bereid om met mij in zee te gaan?

KALONIKE : Nou en of! Al moet ik er mijn hele garderobe voor verpatsen.

MYRRHINE : Liever vandaag dan morgen.

LYSISTRATA : Goed. Als wij werkelijk willen dat onze mannen vrede sluiten, dan moeten wij van nu af aan …stoppen…met…

MYRRHINE : Waarmee moeten wij stoppen, Lysistrata?

LYSISTRATA : Maar beloven jullie me dat je het ook doet?

KALONIKE : Natuurlijk Al kost het ons de kop .

ISMENE : Wat je ook vraagt, Lysistrata, ik zeg ‘a. Desnoods als speenvarken aan het spit.

LAMPITO : Als het mot, kruip ik er, op mijn knietjes, de Akropois voor op.

LYSISTRATA : Goed…wij moeten stoppen met …sex….sex.

MYRRHINE : Ik vind dat geen goed idee.

LYSISTRATA : Waarom draaien jullie je opeens om? Hé, dat je me niet er tussenuit knijpt. Ja, ik heb het tegen jou. En wat moet die trillende lip? En jij, je ziet lijkbleek! Voel je je niet goed? Schei ’s uit met dat gesnotter! Doen jullie me of niet?

KALONIKE : Echt Lysistrata, ik wil er een hoop voor laten staan,  maar niet meer vrijen, nee, dat vertik ik. Dan maar liever oorlog.

MYRRHINE : Ik breng ’t ook niet op. Dan nog liever oorlog inderdaad.

LYSISTRATA : En daarnet wilden jullie er alles voor opgeven, er zelfs voor sterven!

KALONIKE : Ja, maar dat lag toch anders. Kijk, als je me nou bijvoorbeeld zou vragen om door het vuur te lopen, dan was dat geen punt. Maar geen sex…dat gaat niet. Dat is het zaligste wat er bestaat! Heb ik gelijk of niet?

MYRRHINE : Voor mij is het een primaire levensbehoefte. Zo iets als eten en drinken.

LYSISTRATA : En jij, speenvarkentje?

ISMENE : Ik….ik…. loop ook liever door het vuur.

LYSISTRATA : Jullie zijn me wel een stelletje tuthola’s, zeg. Het enige waar jullie je druk over maken, is je pretpark.

LAMPITO : Pretpark?

LYSISTRATA : .. tussen je dijen. Lampito, ik heb jou nog niet gehoord. Als wij het met z’n tweeën proberen, komt het misschien toch nog voor mekaar. Wat vind jij van mijn plan?

LAMPITO : Je beseft toch, hoop ik, wel wat je van me verlangt, ja? Moederziel alleen in een tweepersoonsbed, met helemaal niets om je ’s lekker vast te grijpen … Ach, wat kan het me ook eigenlijk schelen, ik doe me. Voor de vrede moet je iets over hebben.

LYSISTRATA omhelst haar spontaan Dat is mannentaal. schrikt van deze uitdrukking

KALONIKE : Ja, maar, stel dat wij doen wat jij van ons vraagt…ik moet er niet aan denken…stel, we stoppen met…we onthouden ons, zal ik maar zeggen. Wie garandeert ons dat er dan echt vrede komt.

LYSISTRATA : Natuurlijk komt er vrede. ’t Kan gewoon niet missen. muziek Kijk, we zitten gewoon thuis, ieder op blok helemaal op de sexy toer, de haren los, zwaar geschminkt en gedecolleteerd, een strak rokje, met niks eronder aan. We staan op, heel loom en sensueel, rekken ons uit, zo, we stappen rond, heel uitdagend, een kwestie van goed je heupen gebruiken. Wat denk je dat er gebeurt? Die mannen van ons slaan compleet op tilt. En, nou komt ‘t, … dan wijzen we ze af we laten ze gewoon voor paal staan. Wedden dat het binnen de kortste keren vrede wordt.

LAMPITO : Verrek. Dat doet me denken aan onze ouwe koning Menelaos. Die wilde zijn wijf vermoorden, omdat ze hem belazerd had. Maar toen ie d’r blote tieten zag, ze had zulke jongens, liet ie gelijk z’n zwaard vallen… hij was totaal van slag af.

KALONIKE : Ja, maar stel dat de mannen niet reageren en ons laten barsten.

LYSISTRATA : Als iedereen solidair is, kunnen ze .. geen kant op.

ISMENE : Ja, maar als ze ons vastgrijpen en de kamer insleuren…. met geweld?

LYSISTRATA : Dan klamp je je vast aan de deurpost.

ISMENE : En als ze ons dan gaan slaan en op bed kwakken?

MYRRHINE :  Met geweld…

LYSISTRATA : O.K. Dan doe je het. Maar je doet het zo verdomd slecht, dat hij er totaal gefrustreerd door raakt. Je houdt je zo stijf als een plank en je trekt er een heel verveeld gezicht bij. Een goeie tip: Je gaat gewoon de vliegen aan het plafond liggen tellen. Echt, mannen vinden er geen bal aan als wij niet actief meedoen in bed.

KALONIKE : Nou ja. Als jullie echt zo zeker zijn van je zaak, O.K., ik doe mee.

LAMPITO : Met onze kerels in Sparta zie ik eerlijk gezegd niet zoveel problemen. Maar hoe krijgen we dat zootje ongeregeld hier wijst op zaal ooit zo ver?

LYSISTRATA : Laat dat maar aan mij over. Dat komt best voor mekaar.

LAMPITO : Nou, ik weet het niet: … Atheense mannen ….kijkt dubieus

KALONIKE : O ja, heb jij iets op ze aan te merken?

LAMPITO : Ik vind ze vreselijk chauvinistisch,… .

KALONIKE : Hoor, wie het zegt.

LAMPITO : En bovendien, ze hebben nog steeds een bomvolle schatkist boven, in de tempel.

LYSISTRATA : In de Akropolis, bedoel je? at is allang geregeld. Wordt door ons gekraakt. Vandaag nog.

LAMPITO : Door ons? Welke ons?

LYSISTRATA : De oudere vrouwen. Wij nemen het sexuele gedeelte voor onze rekening. En onderhand lopen zij naar boven, zogenaamd om te offeren, grijpen de bewakers bij hun lurven en trappen ze zo de straat op. En het geld is van ons.

LAMPITO : Gewoon te gek! Nou, meiden: waar is het wachten op?

LYSISTRATA : Op de eed. De plechtige eed. Die we met z’n allen moeten zweren.

ISMENE : Zeg maar, hoe ie gaat. Dan zeggen wij hem wel na.

LYSISTRATA : Goed, ik begin. Jij daar, leg je schild neer. Nee, omgekeerd. Geef me de offerdieren aan.

KALONIKE : Wat worden ’t voor offerdieren?

LYSISTRATA : We slachten gewoon een schaap en dan gieten we het bloed over het schild.

ISMENE : Ja, maar ….slachten, bloed, een schild… ik vind dat nou niet zo erg bij vrede passen.

LYSISTRATA : Dat is zo. Heeft iemand een beter idee?

MYRRHINE : Eureka. We zetten een grote zwarte kruik op de grond vol met Thasoswijn… in plaats van dat schapebloed… en dan zweren we…. dat we geen water bij de wijn zullen doen.

LAMPITO : Van zo’n eed lust ik er wel honderd.

LYSISTRATA : Haal de kruik met de wijn. wordt gehaald

ISMENE : Nou, dat ziet er best lekker uit.

LAMPITO : Als we die soldaat hebben gemaakt…

ISMENE : …zijn we hartstikke teut… met z’n allen

MYRRHINE : Mag ik als eerste zweren…

KALONIKE : Dat had je gedacht. We gaan erom loten.

LYSISTRATA : Nee, we doen het zo. Jullie leggen je hand op de kruik. Jij ook, Lampito. En jullie zeggen me na:
Geen man, onecht- of echtgenoot

ALLEN : Geen man, onecht-of echtgenoot

LYSISTRATA : Laat ik nog toe als bedgenoot..

KALONIKE : God, Lysistrata, even stoppen. Het wordt me even teveel.

LYSISTRATA : Zeg na!

KALONIKE : Laat ik nog toe als bedgenoot.

LYSISTRATA : Allemaal.

ALLEN : Laat ik nog toe als bedgenoot.

LYSISTRATA : Ik leef het leven van een maagd, die transparante kleren draagt

ALLEN : Ik leef het leven van een maagd, die transparante kleren draagt

LYSISTRATA : zodat mijn man graag vrijen wil

ALLEN : zodat mijn man graag vrijen wil

LYSISTRATA : maar ik niet vrij uit vrije wil

ALLEN : maar ik niet vrij uit vrije wil

LYSISTRATA : al dwingt hij mij, ik weer hem af

ALLEN : al dwingt hij mij, ik weer hem af

LYSISTRATA : en vol van afkeer, keer’k mij af

ALLEN : en vol van afkeer, keer ‘k mij af

LYSISTRATA : breek ik mijn eed, laat dan geen wijn, doch water in de beker zijn

ALLEN : breek ik mijn eed, laat dan geen wijn, doch water in de beker zijn

KALONIKE : Hé, jij, niet zo inhalig, ja. Eerlijk delen. Wij vrouwen zijn voor gelijke behandeling. lawaai op de achtergrond

ISMENE : Wat is dat voor gekrijs?

LYSISTRATA : ‘t Is wat ik je net vertelde. Ons veteranenlegioen heeft de Akropolis gekraakt.
Een oude vrouw komt oprennen: “De Akropolis is van ons. Met schatkist en al. We hebben gewonnen!”

KALONIKE : zingt We’re the champions.

LYSISTRATA : Zeg, schei ’s uit met dat stomme lied. Lampito, jij gaat als een speer naar Sparta en je roept daar de seksuele revolutie uit. En wij sluiten ons aan bij de senioren in de Akropolis. Eerst moet de poort gebarrikadeerd.

ISMENE : Ja maar de mannen? Ben je niet bang voor een tegenoffensief?

LYSISTRATA : Nou en? Van mij mogen ze razen en tieren, maar de deuren blijven dicht en onze dijen ook. Ze moeten onvoorwaardelijk kapituleren voor de vrede.

KALONIKE : Goed gesproken buuf. Bij Afrodite, ik houd ze stevig bij mekaar. muziek

 

Koor van oude mannen komt op.

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/89158

© Toneelfonds J. Janssens