Skip to main content

DE VENETIAANSE TWEELING

I due Gemelli Veneziani (Carlo Goldoni 1747)

Het stuk is gebaseerd op het al door Plautus en Shakespeare behandelde thema van de dubbelganger. De tweelingbroers zijn de vlotte Tonino en de simpele Zanetto di Bisognosi. Dottore Balanzoni, een advocaat uit Bologna, wonend in Verona, zoekt een rijke man voor zijn huwbare dochter Rosaura. Hij denkt dat Zanetto een goede partij voor haar zal zijn. Alles is al per brief geregeld, alleen de kennismaking moet nog plaatsvinden. Terwijl Zanetto zijn eerste bezoek brengt aan Rosaura, komt toevallig zijn tweelingsbroer Tonino ook in Verona aan, op zoek naar zijn verloofde Beatrice. Omdat beide dames begerenswaardige partijen zijn voor menig man, zijn er verschillende kapers op de kust. Dit leidt tot allerhande intriges, maar vooral de verwarringen rond de tweeling maken dit stuk tot een hilarische commedia dell’arte-klucht.

Eerste voorstelling in 1747
Eerste voorstelling door het “Piccolo Theater Dario Fo” in deze bewerking in Hoofddorp op 2oo?

EERSTE BEDRIJF
Bij deze bewerking zit het orkest op het toneel.
We horen de drie bekende stokslagen (het kan eventueel ook het omklappen van de spiegel zijn) en dan volgt:

Scène 1.
Kamer van Rosaura.
Colombina en Rosaura zitten tegenover elkaar voor één spiegel hun haar op te maken. Zij draaien enige malen treiterend de spiegel om.

ROSAURA : sarcastisch Hoogstweledelgeboren  Colombina. Het spijt mij, dat ik uwe Doorluchtigheid moet storen bij haar toilet. klapt spiegel om, Maar je bent hier wél het kamermeisje. En dus heb je eerst mijn haar te doen!

COLOMBINA : boos, pakt spiegel terug  Ik ben me daar gek!! …Ik blijf niet aan de gang! Twee uur lang heb ik hier staan krullen, kammen, kappen en ik kan ’t u maar niet naar de zin maken.

ROSAURA : vertwijfeld Maar het ziet er toch ook niet uit! Zit aan haar.

COLOMBINA : Als u er zelf ook nog aan gaat zitten prutsen, wordt ‘t helemaal een puinhoop.

ROSAURA : Nee maar, de brutaliteit. Je bent er alleen maar mee gestopt omdat je jezelf zo nodig moest optutten.

COLOMBINA : Nou én? Ik heb ook haren op mijn hoofd.

ROSAURA : Ik ben hier de vrouw des huizes. En je hebt te doen wat ik zeg.

COLOMBINA : De vrouw des huizes! (Die heeft kapsones!).

ROSAURA : in paniek Het lijkt echt nergens naar! En mijn aanstaande verloofde kan elk ogenblik hier zijn. Stel je voor dat ie me zo ziet.

COLOMBINA : uitdagend Die van mij kan ook elk moment hier zijn en dan moet ik er hartstikke goed uitzien.

ROSAURA : Brutaal nest dat je d’r bent. Hoe durf je jezelf met mij te vergelijken. Je doet nu mijn haar of ik…trekt stoel onder haar derrière vandaan.

COLOMBINA : blijft rustig in zitstand  Ik zou  maar een beetje op mijn woorden letten, Signorina, anders kon het hier wel eens helemaal uit de hand….

ROSAURA : pakt stoel  en dreigt Nou doe je wat ik zeg…of ik sleur  je aan je haren  door de kamer!

COLOMBINA : pakt stoel en dreigt ook   Dat moet u ’s proberen! Dan maak ik me hier toch een stennis, gewoon niet mooi meer!

ROSAURA : ten einde raad Ik waarschuw je. Ik…. Ik…Ik vertel straks alles aan mijn vader. loopt naar deur

COLOMBINA : gaat, armen over mekaar breeduit op stoel zitten  Moet u doen! Moet u doen!  Uw “vader” weet maar al te goed wie en wat u bent!

ROSAURA : Oooooh! Wat wou jij daarmee zeggen, jaloers kreng?

COLOMBINA : Jaloers? Ik?  Nog even…en ik vertel alles wat ik weet…maar dan ook alles.

ROSAURA : Jij….jij, jij stikt  nog ’s in je eigen leugens! Serpent!

COLOMBINA : U bent… u bent… Nog beheers ik me eigen… maar als u zo doorgaat, dan…brult dan knap ik uit mekaar.

ROSAURA : gilt hysterisch en maakt een raar sprongetje Nou, knap dan. Knap dan. Gemene rotmeid! Ze raken slaags. Rosaura gooit daarbij hysterisch met alles wat ze in handen krijgt. In elk geval een uitputtingsslag, overgelaten aan de inventiviteit van de actrices. Er wordt een scherm opgebracht met Storing, even geduld a.u.b..  Het orkest laat zich intussen ook niet onbetuigd en zingt als begeleiding van het gevecht op de melodie van Sciur Padrun dai beli braghi bianchi.

ZANGERES EN PANCRAZIO:

Al in de eerste scène, slaan zij finaal op hol
Twee gillende sirènen, dat eindigt in migraine.
Actreutels zonder gêne, dus dol op John de Mol
Hier helpt geen mise-en-scène: geef nooit een rok een rol.
Rok en rol, ik kan er echt om janken
Vrouwen op de planken, vrouwen op de planken.
Roep straks boe, als ze samen komen danken
Vrouwen op de planken, weg ermee

Vet maling aan de buren, de muren staan al bol.
Die rel om een coiffure, dat kan nog uren duren
Opvliegende naturen, veel schreeuwen, weinig wol
Geen stijl en geen allure, geef nooit een rok een rol.

Steeds vlugger 
En van dik hout zagen ze maar planken
Vrouwen op de planken, vrouwen op de planken.
Koop tomaat en jaag ze van de planken.
Kunnen ze weer janken. Met ze twee.

Het scherm rijdt weer weg. We zien Rosaura in tranen woedend op de grond beuken en Colombina triomfantelijk met een bezem in de weer.

Scène 2.
De dottore is opgekomen met scheerkwast in de hand. Misschien wel in peignoir en met slaapmuts op. Halve kin ingezeept.

DOTTORE : Silentium, silentium…tegen doorspelende blazer Absolutum! Wat is dit voor hysterisch kabaal ? Causa minima. Discordia maxima! tegen Rosaura. Wat heb je? Voel je je niet goed?

ROSAURA : Oh, vader, die meid daar….wat die niet  allemaal  durft te zeggen …..en hoe ze me behandelt. beukt met hoofd op zijn schouder en later in het luchtledige.

DOTTORE : tegen Colombina: Wel heb ik… Was je u alweer onbeschoft tegen mijn dochter? Hoe vaak heb ik je niet gezegd dat ik…..Rosaura gaat aan kaptafel zitten.

COLOMBINA : Uw dochter! neemt hem terzijde, zachtjes Ach Signore, schei nou toch uit met die komedie  samenzweerderig in zijn oor.  Ik weet meer dan u denkt. Mijn moeder heeft me alles verteld.

DOTTORE : terzijde D’r moeder. Was een loeder! Ze boft dat ze dood is, anders zou ik haar levend villen.  zacht tegen Colombina  Hou in hemelsnaam je mond. Ik beloof je dat ik,…dat ik je vorstelijk zal belonen. geeft haar scheerkwast en kom.

COLOMBINA : Dat noemt u vorstelijk! zacht Goed, ik hou verder mijn kiezen op mekaar ,,,,,.bij deur luid  ook al krijg ik nog zo ’n grote bek, van dat daar. af met scheerkwast.

ROSAURA : En vader… hoe staan de zaken?

DOTTORE : Slecht, kindje, heel slecht….dat wil zeggen..voor mij dan.. Annus horribilis. Deficit catastroficus. Maar jij…lieve dochter… kust haar op voorhoofd jij zit… vandaag  …… op rozen. reikt haar een brief  Jouw aanstaande echtgenoot Signor Zanetto Bisognosi kan elk ogenblik hier zijn. Hij is de zoon van de zeer illustere Signor Pa,…pa…pa…pa. kijkt hulpzoekend om zich heen. Colombina weer op.

ORKEST : willen helpen Pavarotti. Papatacci.

ROSAURA : leest brief, … Pantalone Bisognosi.,

DOTTORE : Precies! Pantalone Bisognosi. Een alom gerespecteerd koopman uit Venetië. De zoon in kwestie….. werd opgevoed in de buurt van Ber…ber..ber…ber..

ORKEST : hulpvaardig Berlusconi…Bertolucci.

ROSAURA : leest …Bergamo, vader…

DOTTORE : Precies:  Bergamo,  door zijn oom…..eh…Ste…Ste…kijkt naar orkest, dat elkaar vragend aankijkt.

ROSAURA : leest …  Stefanello  Bisognosi,…..

DOTTORE : Precies. Je haalt me de woorden uit de mond… Stefanello Bisognosi.  Een van de rijkste kooplieden van Lombardije. Kindje, dat was summa summarum,. …wat ik jou te zeggen had.

COLOMBINA : kucht  Summa summarum, bent u wel het belangrijkste vergeten.  Ik ga ook trouwen. Met zijn knecht. Dat had u beloofd, weet u nog?

DOTTORE : zacht tegen Colombina  Ja…ja…. Je krijgt alles wat je wilt…als je maar je mond houdt.

COLOMBINA : Ik zeg geen woord meer. tegen zaal Wat je als vrouw niet moet doen om aan de man te komen!

DOTTORE : terzijde Je zal met zo’n haaibaai getrouwd zijn… huuu. tegen Rosaura Hoe laat komt Signor Pancrazio vandaag voor de les?

ROSAURA : Elf uur, heeft hij gezegd.

DOTTORE : Mooi zo, mooi zo. Ik vind het een zeer integer mens, met grote gaven van hart en geest.

COLOMBINA : lacht honend Integer!

ROSAURA : Ik luister altijd graag naar zijn wijze lessen, vader.

DOTTORE : Zolang ik leef, kan, ja moet hij mijn huis als het zijne beschouwen.

ROSAURA : Zoals hij over normen en waarden praat, vader, dat is zo inspirerend!

COLOMBINA : Normen en waarden! Achter z’n ellebogen. terzijde  ’t Is gewoon een ordinaire billenknijper.

Scène 3.
De zelfden. Brighella (met muts) komt op met twee kippen.

BRIGHELLA : buiten adem Signore, Signorina. Het is mij een dure plicht, maar tegelijkertijd toch ook vermengd met een gevoel van intense vreugde, kortom, het is voor mij niets meer of minder dan een grote eer, om u te mogen aankondigen dat zojuist voor onze deur heeft halt gehouden de weledele heer happend naar adem.

DOTTORE : Wie, wie, wie?

BRIGHELLA : Zanetto dei Bisognosi.

DOTTORE : Eindelijk. Zinkt neer.

BRIGHELLA : zinkt ook neer Hè, hè, dat is eruit tegen Colombina De langste claus van het stuk. Ik kreeg hem maar niet in mijn kop. luid Hij is uiterst traag van zijn paard geklommen en vraagt met grote spoed om belet.

DOTTORE : staat weer op De hemel zij geprezen. Nou kan er niets meer misgaan. Ik ga hem persoonlijk welkom heten. En breng hem onmiddellijk naar je toe. Dansend en zingend af op muziek van Tarantella, terwijl de rest bevriest. 

Jubilate en cantate, ik ben uitermate blij.
Ik pak duizenden dukaten, en daarbij belastingvrij
Mijn Rosaura zit op rozen, krijgt een leven als prinses.
Ik, bevrijd, van alle zorgen, haal nu adem, zonder stress.

ORKEST zingt
Een, twee, drie. Want, een dokter heeft geen spie. (2x)


Scène 4.
Rosaura, Colombina en Brighella. Ontwaken door klarinet.

ROSAURA : op Brighella af Jij hebt hem gezien Brighella? En …..hoe ziet hij eruit? Is ie knap? Brighella gromt wat.  Charmant? idem  Nee? …teleurgesteld Wat dan? Brighella maakt een gebaar van wanhoop

BRIGHELLA : Tja. Het is van welke kant je het bekijkt. Zijn uiterlijk kan er  nog wel mee door… op zich.  Wilt u een cijfer?  Rosaura knikt ….een heel krap zesje.

ROSAURA : Een zes min……?

BRIGHELLA : Nou ja, eigenlijk een vijf komma drie maar ik heb het naar boven afgerond. ...Tja en wat ik verder zo in vogelvlucht heb waargenomen. veelzeggend gebaar Er zat in zijn hele manier van doen iets onbenulligs, iets stunteligs lachend  Hij wist bijvoorbeeld niet eens aan welke kant hij van zijn paard moest stappen. Orkest en Colombina, die inmiddels weer binnen is gekomen lachen mee. Omdat hij de twee kippen in zijn hand heeft, beschrijft hij de tweeling met behulp van deze twee marionetten. Uiterlijk lijkt hij als twee druppels water op zijn tweelingbroer Tonino,. Die ken ik nog uit de tijd dat ik in Venetië werkte.

ROSAURA : Tonino?

BRIGHELLA : Die Tonino, dat was een vlotte vent, intelligent, geestig, ad rem, ach, wat wilt u Signora, Venetië… geeft kip aan Colombina Maar dat kun je van deze Zanetto niet zeggen. Volgens mij hebben we hier te maken met …met een  kip ….. draait kip de nek om….zonder kop.

ROSAURA : schrikt, hand om hals Huu, dat klinkt niet bepaald opwekkend.

COLOMBINA : Met signor Zanetto zou er ook een zekere Arlecchino meekomen, zijn secretaris. Heb je die al gezien?

BRIGHELLA : Nee, de secretaris wordt nagestuurd… Met de bagage.

COLOMBINA : Ik ben toch zo benieuwd hoe hij eruitziet.

BRIGHELLA : Ja, ik weet het. ’t Is tegenwoordig Arlecchino voor, Arlecchino na..geeft haar de andere kip Gek word je ervan.

COLOMBINA : Jaloers? Af met kippen

BRIGHELLA : Ach mens, hok op.

Scène 5.
Rosaura en Brighella.

ROSAURA : Brighella, jij hebt die familie, zei je, in Venetië leren kennen? Hoe komt het eigenlijk dat Signor Zanetto  in Bergamo is opgevoed?

BRIGHELLA : Dat is een lang verhaal, Signorina, en u weet, ik ben een man van weinig woorden.

ROSAURA : Ja, dat weet ik.

BRIGHELLA : gaat aan tafel zitten en haalt pijp voor de dag. Ik zal er dus naar streven om het, voor zover dat in mijn vermogen ligt zo kort mogelijk te maken. In Venetië was ik in dienst bij een steenrijke.. Bij elk belangrijk detail stopt hij en neemt een trek aan pijp.

ROSAURA : …koopman.

BRIGHELLA :  …. een boezemvriend van  wijlen  Signor…,

ROSAURA : vlug, ze heeft haast…. Pantalone Bisognosi.

BRIGHELLA : God hebbe zijn ziel. Slaat kruisje. Die Signor Pantalone was de vader van een tweeling..

ROSAURA : enthousiast Tonino en Zanetto.

BRIGHELLA : Maar hij had ook nog een dochter en die stuurde hij naar…. eh

ROSAURA : Bergamo?…

BRIGHELLA : Wat een zielig verhaal!

BRIGHELLA : Dat is min of meer alles wat ik weet over de familie Bisognosi. Ze horen in elk geval tot de rijkste families van Venetië.

ROSAURA : Alleen jammer, dat Signor Zanetto niet zo slim is als zijn broer.

DOTTORE : roept achter Maar komt u toch binnen. Na u. u bent hier de gast.

BRIGHELLA : Ik zou zeggen:  Oordeelt  u zelf. Dan zult u zien dat ik gelijk heb. Af

Scène 6.
Rosaura, de Dottore en Zanetto. Orkest speelt Zanetto-motief.

ROSAURA : gluurt tussen de coulissen Wauw! Dat is niet mis. Het is echt een stuk. Misschien valt de rest ook best mee. En is ie niet zo dom als Brighella beweert.

DOTTORE : tegen Zanetto  Maar komt u toch verder. Vooruit, niet zo bleu. Links en dan rechts.  Staat in de deuropening, die hij geheel vult. Na u. Dottore  tegen Rosaura  Lieve dochter, dit is nu Signor Zanetto.  Zanetto probeert vergeefs binnen te komen en kruipt uiteindelijk onder de buik van dottore door.

ZANETTO : Zo, daar ben ik dan. U bent mijn aanstaande verloofde? Tegen zaal Nou, dat valt niet tegen..zet plu neer.

ROSAURA : Uw zeer nederige en onderdanige dienares, Signor.

ZANETTO : terzijde Oh, ‘t is de meid, dat begint goed. tegen Dottore  Schoonvader, waar blijft mijn verloofde nou?

DOTTORE : Die staat hier voor u.. dit is mijn dochter. .presenteert haar … uw verloofde.

ZANETTO : verbaasd  En ze zegt dat ze me wil bedienen.

DOTTORE : Nee, Signor, ze zei:  ik ben uw zeer nederige dienares…Dat zei ze uit beleefdheid, uit respect voor u.

ZANETTO : Oooh! Gaat het hier zo! pakt plu en loopt naar deur

DOTTORE : houdt hem tegen Waar wilt u heen?

ZANETTO : Terug naar Bergamo.

DOTTORE : Naar Bergamo?

ZANETTO : Als ik trouw moet ik niks hebben van dat overdreven gedoe. “Uw  nederige dienares” en zo, dat is niks voor mij.

ROSAURA : terzijde Er is een steekje aan hem los. Maar ik vind hem wel erg grappig.

DOTTORE : Ja, ja. Hahahaha. Heel geestig. Geeft Rosaura een teken. Goed, nu ter zake.

ROSAURA : ratelt een uit het hoofd geleerd lesje, daarbij met veel mimiek aangemoedigd door de Dottore. Signor Zanetto. Wees ervan overtuigd dat ik volkomen oprecht ben, dat ik me nooit anders zal voordoen dan ik ben en dat ik tegenover u alle achting en alle respect zal tonen die een echtgenoot van zijn vrouw kan en mag verlangen. Dottore applaudisseert stiekem.

ZANETTO : Dat zal allemaal wel. Maar wat heb ik d’ran?

ROSAURA : Vindt u het vervelend wat ik tegen u zeg?

ZANETTO : Nee hoor, U doet maar. Alleen gaat het bij mij wel het ene oor in en het andere weer uit.

ROSAURA : Staat mijn gezicht u soms niet aan?

ZANETTO : loopt op haar af en staart verrukt naar haar borsten Hè. Doe ’s normaal, ja. Ik ben naar Verona gekomen om te trouwen,. Ik wacht alleen op mijn knecht, Arlecchino, met de spullen. En de rest kan me gestolen worden.

ROSAURA : Maar ik ben wel uw toekomstige vrouw…of niet soms?

ZANETTO : Daarom juist.. Al die poespas is nergens voor nodig. We geven mekaar de hand en dan is het hele zaakje geregeld. Hij steekt hand uit.

ROSAURA : ze neemt hand niet aan  Wat een rare manier van doen, vader!

DOTTORE : Maar, waarde schoonzoon, bij een huwelijk dient men wel bepaalde conventies in acht te nemen.  U heeft nog helemaal niets aardigs gezegd tegen uw verloofde. Vooruit, wees ‘s een beetje galant tegen haar.

ZANETTO : geeft hem een stevige ram op de schouder Komt voor mekaar, ouwe. tegen Rosaura Lieve Mejuffrouw Rosaura. Ik ben van top tot teen de uwe. En ik wil hop meteen…. met u huwen. tegen Dottore Zo goed? Dottore knikt. … Ik ben heel erg ingenomen met uw ronde….onder indruk van haar décolleté voorkomens …en  het liefst zou ik gelijk… hier  .. .tot Dottore Schoonvader, wilt u mij een plezier doen?

DOTTORE : Zeg maar wat ik voor u doen kan..

ZANETTO : Kunt u niet even de kamer uit?

DOTTORE : De kamer uit?

ZANETTO : U zit me in de weg, dat ziet u toch. Geeft hem een zet.

DOTTORE : slaat noot aan op de piano. Zeker, zeker, ik doe alles wat u wilt. Ik heb daar het volste begrip voor. Tegen Rosaura terzijde Gebruik je verstand, dochter. Hij doet een beetje raar, maar hij bulkt van de centen. Tegen Zanetto  Wel, beste schoonzoon, dan ga ik maar.  tegen Rosaura Beter een half ei dan een lege….nou ja…je begrijpt wat ik bedoel af

Scène 7.
Rosaura en Zanetto

ZANETTO : heeft inmiddels een wortel in zijn mond gestoken, waar hij op kauwt. Het kan ook iets anders zijn. Zo. En nu worden wij dus samen man en vrouw.

ROSAURA : Ik hoop het van ganser harte, Signor

ZANETTO : Nou. Wat staan we hier dan nog te staan? Als twee houten klazen? Waar is het wachten op? nodigt haar op zijn knie.

ROSAURA : Wat had u dan willen doen, Signor?

ZANETTO : Nee, dat is een goeie. Hahaha…Man…en vrouw. Eh….

ROSAURA : Ja, maar… ons huwelijk is nog niet eens gesloten, Signor.

ZANETTO : O nee? Wat moet er dan nog gebeuren?

ROSAURA : Eerst komen de feestelijke plechtigheden en dan de officiële inzegening.

ZANETTO : O ja! ? Wat een gedoe!..Maar nou even serieus. Wil jij mij als man, ja of te nee?

ROSAURA : O ja, Signore, dat is mijn vurigste wens..

ZANETTO : Nou, en ik wil jou als vrouw.. Waar zijn die stomme plechtigheden dan voor nodig? Als wij met mekaar lekker… maakt een vreemd geluid.., dan is dat de mooiste inzegening die er bestaat.

ROSAURA : doet geluid na Dat kennen wij niet bij ons in Verona.

ZANETTO : O nee? Nou, dan ga ik gelijk weer terug naar Bergamo pakt verontwaardigd de paraplu, maar bij de ingang staat de dottore..  Als je bij ons trouwt, dan geef je mekaar de hand, je zegt twee maal ja…. En het is gepiept. En daarna is het gelijk van…..

ROSAURA : doet geluid weer na.

ZANETTO : Precies.

ROSAURA : Bij ons in Verona is de huwelijksceremonie juist heel belangrijk, signor.

ZANETTO : En hoelang moet die poppenkast dan wel duren, alles bij mekaar?

ROSAURA : Op zijn minst twee dagen.

ZANETTO : Twee dagen? Zonder dat we... Dat hou ik niet vol.

ROSAURA : U hebt wel erg veel haast.

ZANETTO : Haal je de koekoek. Bij ons in Bergamo is het van : D’rop of d’ronder. Pompen of verzuipen.

ROSAURA : Maar vindt u dat niet een beetje beledigend tegenover mij?

ZANETTO : Als je pats boem met iemand trouwt? Sinds wanneer is dat een belediging? Ik ken zat meisjes die maar al te graag op die manier beledigd willen worden.

ROSAURA : Maar lieve hemel, u kunt toch wel één dag wachten?

ZANETTO : Zeg kippetje, kunnen we al die stomme inzegeningen niet  uitstellen tot na ons trouwen? Wij gaan nu eerst met mekaar gezellig samen geluid… en daarna vieren we voor mijn part een heel jaar feest.

ROSAURA : Signor Zanetto, ik heb het gevoel dat u zich ten koste van mij wilt amuseren.

ZANETTO : Nogal wiedes dat ik me met jou wil amuseren. Waarom trouw ik anders?

ROSAURA : Alles op zijn tijd, signor Zanetto.

ZANETTO : Maar je hebt een spreekwoord: Stel vandaag niet uit wat je voor morgen kunt pakken. Vooruit, konijntje, hou me niet aan het lijntje. Hij loopt op haar af en wil haar pakken

ROSAURA : Signor Zanetto, u gedraagt zich niet als een heer.

ZANETTO : Dat doe ik wel. Heerlijker kan gewoon niet.  Hij wil haar kussen, zij geeft hem een klap.

ROSAURA : Hoe durft u! Zanetto staat als aan de grond genageld, verbaasd, sprakeloos. Hij voelt aan zijn wang, kijkt Rosaura aan, maakt een gebaar alsof hij zichzelf wil slaan, groet dan en rent weg zonder een woord te zeggen.

Scène 8.
Rosaura, daarna Pancrazio.

 ROSAURA : Nee maar. Heb je ooit zo’n vlegel meegemaakt. gooit woedend bloemen naar orkest  En hij zag er zo onschuldig uit. Maar onderhand …..Ze zouden ons jonge meisjes nooit met een man alleen mogen laten. Het is levensgevaarlijk … Hoe vaak heeft signor Pancrazio me daar al niet op …… Pancrazio komt op met schoolbord. Wat is het toch een hoogstaand en nobel mens!

PANCRAZIO : Moge de hemel je zegenen, lief kind. Het is elf uur, tijd voor onze les. Er volgen snel tien slagen. Elf, zei ik. Er volgt nog een slag. De les begint. Pancrazio leest voor wat op het bord staat. Rosa, rosa, rosae, rosam. Rosaura herhaalt dat met een hoog piepstemmetje. Wat is er engeltje, je bent niet helemaal bij de les vanmorgen.

ROSAURA : snikkend O, signor Pancrazio, als u eens wist wat mij daarnet is overkomen.

PANCRAZIO : Het is niet waar! Vreselijk. Afschuwelijk. Ik wil het niet horen. Plotseling Vertel me alles, duifje, alles. Tot in de kleinste details.

ROSAURA : U weet dat mijn vader had besloten om mij te laten trouwen met een Venetiaan.

PANCRAZIO : terzijde Dat weet ik maar al te goed.

ROSAURA : Die jongeman is vandaag uit Bergamo  aangekomen.

PANCRAZIO : terzijde Had ie zijn nek maar gebroken, onderweg .

ROSAURA : Maar stel u voor, signor Pancrazio, het is  een volslagen malloot. En nog hondsbrutaal ook.

PANCRAZIO : Domheid en impertinentie. Die gaan dikwijls hand in hand. Kijk maar om je heen. (gebaar naar de zaal)

ROSAURA : Mijn vader wilde dat ik hem zo spoedig mogelijk zou ontmoeten.

PANCRAZIO : Fout! Fout! Volkomen fout!

ROSAURA : Hij liet me met hem alleen.

PANCRAZIO : Hoe kon hij ‘t doen. Een dubbele fout.

ROSAURA : En toen hij met me alleen was…Toen heeft hij….valt bijna flauw

PANCRAZIO : Toen heeft hij wat?

ROSAURA : Toen heeft hij hele onbehoorlijke dingen tegen me gezegd…

PANCRAZIO : Dubbelzinnig en obsceen..

ROSAURA : Ja…

PANCRAZIO : En toen en toen.?

ROSAURA : Toen…. werd hij…..Rosaura bezwijkt bijna…..

PANCRAZIO : ….handtastelijk?  Rosaura knikt.  Duidelijke, niet mis te verstane gebaren! Recht op zijn doel af.

ROSAURA : Ja.

PANCRAZIO : En, en toen..en toen…wat gebeurde er toen?

ROSAURA : Hij werd zo opdringerig dat ik…dat ik hem een klap in zijn gezicht heb gegeven.

PANCRAZIO : Oh edel hart, o zuiver gemoed!  Woorden schieten tekort om de standvastigheid van jouw karakter te loven. Zo en niet anders dient er te worden opgetreden tegen mannen die het zwakke geslacht verachten. O, stoutmoedige, daadkrachtige en tegelijk zo lieftallige hand. Op deze hand, die applaus verdient van de hele zaal bord met applaus zou ik nu als bewijs van mijn respect en bewondering een kus willen drukken. Hij neemt haar hand en kust die teder en lang. Hulde! Hulde! Hulde!

ROSAURA : U vindt dus dus niet dat ik er fout aan heb gedaan om zo te reageren?

PANCRAZIO : Absoluut niet! Waar vind je vandaag de dag nog een jonge maagd die de belager van haar onschuld een klap in het gezicht geeft. Ga door, mijn kind, ga zo door. Blijf ze op hun gezicht meppen, de melkmuilen, de lapzwanzen, de nietsnutten, die jou niets anders te bieden hebben dan  hun voosheid, hun vuiligheid en hun vunzigheid. En als jouw edel en genereus hart naar liefde dorst, zoek die dan bij iemand die jouw liefde waard is.

ROSAURA : Maar waar moet ik die vinden, Signor Pancrazio?

PANCRAZIO : Ah Rosaura, helaas, meer kan ik niet zeggen op dit moment..Maar  eens op een dag zul jij begrijpen wat ik bedoel.

ROSAURA : Signor Pancrazio, ik ben overtuigd van uw goede bedoelingen. Daarom wil ik ook openhartig zijn tegenover u. Eerlijk gezegd vind ik Signor Zanetto wel heel erg charmant en als hij niet zo onbeschoft had gedaan, zou ik misschien  best…

PANCRAZIO : O beklagenswaardig schepsel. In Godsnaam, verzegel deze roekeloze, onvoorzichtige lippen. Bezoedel een heldhaftige daad niet met het uitspreken van zulke lage en onbetamelijke gevoelens. Neem nimmer in mijn bijzijn, de naam van  deze liederlijke losbol  in de mond, want anders zal de toorn des Heren…. een enorme donderslag, waarbij Rosaura op haar kniëen valt. Pancrazio steekt zijn duim op richting technicus.

ROSAURA : U heeft gelijk, signor Pancrazio. Vergeeft u mij mijn zwakheid. Ik ga nu meteen naar mijn vader toe en ik zeg hem dat ik deze man absoluut niet wil.

PANCRAZIO : Optime! Zo ken ik je weer, duifje. Ik zal  je vader ook mijn mening in deze kwestie geven. .hij geeft haar het lesboek.

ROSAURA : Alstublieft, doet u dat. Laat u mij niet in de steek. terzijde Wat is het toch een ingoed mens. En wat ben ik mijn vader dankbaar dat hij hem bij ons in huis heeft genomen. En wat een geluk dat ik op zijn goede raad kan bouwen. Ze doet het boek open en gaat af  Rosa, rosa, rosae, rosae, rosam…..

Scène 9.
Pancrazio alleen. Gaat voor de spiegel zitten. Onderhand verandert het decor. Muziek: De Profundis (alleen gitaar)

 PANCRAZIO : zingt

Als ik kijk in deze spiegel
Word ik treurig, maar ook kriegel
Ik zie een  uitgebluste man
En beslist geen Don Juan.
Zonder pruik ben ik haast kaal

Kansloos tegen mijn rivaal
En daarbij geen cent op zak
Dus, sociaal gezien een  wrak
Om te kunnen concurreren
Met die stoere jonge heren
Smeedde ik in ‘t geniep
Een beproefde krijgstactiek
Wacht maar, arrogante blagen
Die mijn blonde maagd belagen
Ge staat  allemaal voor paal
Straks ben ik haar heer-gemaal.
Hij loopt naar schoolbord, streept de declinatie van Rosa door en vervangt die door Rosaura
Rosaura, Rosaura, ik min je zo zeer
Je hebt geen idee, kind, hoezeer ik je begeer
Ik heb haast geen tanden, ik draag een toupet
Maar droom elke nacht van een zevende hemelbed…
Loopt naar voren. Terwijl achter hem het scherm verschijnt, waarachter de scène gewisseld wordt.
Ik doe zedig, kuis en vroom
Speel de oude, wijze oom
Praat van normen en van waarden
Van verdoemenis op aarde! donderslag
Pomp haar vol met wijze raad
En gemene lasterpraat
Passie preken is mijn  kracht
Zo  heb ik haar  in mijn macht
Wie zijn doel snel wil bereiken
Kiest een weg bezaaid met  lijken
Wie omhoog klimt naar de top
Doet een masker voor zijn kop
Want gespeelde deugdzaamheid
Geeft gezag, autoriteit
Zoetgevooisde zedigheid
Is de taal van deze tijd.
Rosaura, Rosaura, ik hou zo van jou
Ik maak jou heel gauw tot mijn wettige vrouw
Men noemt mij een huichlaar, men noemt mij bigot
Maar gaat het om jou, ken ik God noch gebod.

                         

 

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/91023

© Toneelfonds J. Janssens