Skip to main content

DE STERKSTE (2007)
Opera in één bedrijf.

Muziek
Gerald Barry

Tekst
August Strindberg

Een damescafé: twee kleine ijzeren tafeltjes, een roodpluche bankje en een paar stoelen. Madame X komt op. Winters gekleed (hoed en mantel), een elegant Japans mandje aan haar arm.
Mademoiselle Y zit met een halfleeg flesje bier voor zich een geïllustreerd blad te lezen. Zo nu en dan pakt ze van een stapeltje een ander blad.

Madame X : Dag, lieve Amélie…. Je zit daar in je eentje, de avond voor Kerstmis als een zielige ongetrouwde juffrouw! Mademoiselle Y kijkt op, knikt en leest verder  Het gaat me echt aan ‘t hart, weet je, als ik je daar zie zitten, moederziel alleen, in een café, vlak voor zo’n feestdag. Het doet me denken aan een bruiloft die ik eens zag in Parijs, in een restaurant…. de bruid zat in een moppenblaadje te lezen en de bruidegom stond met de getuigen te biljarten. Nou, dacht ik bij mezelf; als het zo begint, dan weet je nu al hoe het afloopt. Biljarten op je trouwdag. Goed, zij las dat blaadje. Maar dat is toch nog wel een verschil. De serveuse komt op, zet een kop chocola neer voor mevrouw X en gaat weer af. Weet je, Amélie, eigenlijk had je hem toch beter kunnen houden. Weet je nog, dat ik de eerste was die dat ook tegen je zei. Vergeef het hem. Herinner je ’t je nog? Je had nu getrouwd kunnen zijn en een eigen huis kunnen hebben… Wat was je niet gelukkig een jaar geleden. Je kwam terug van een bezoek aan de ouders van je verloofde, op het land. Je had bijna zin om het toneel vaarwel te zeggen.. Ja, lieve Amélie, er gaat niets boven het gezinsleven…na het toneel…. en kinderen natuurlijk…. Maar ja, dat zul je nooit begrijpen. Mademoiselle Y kijkt minachtend. Madame X drinkt een paar slokjes van haar chocola, daarna doet ze haar mandje open en laat de kerstcadeautjes zien, die ze net gekocht heeft.  Kijk ’s, wat ik gekocht heb voor m’n schatjes. Ze laat een pop zien. Moet je ’s zien. Voor Lisa, een pop die met d’r ogen kan rollen en haar hoofd kan draaien. Is ’t niet beeldig? En voor Maja een kurkpistool. Ze laadt het pistool, richt op Mademoiselle Y en schiet. Mademoiselle Y schrikt duidelijk. Schrok je? Dacht je echt dat ik je dood wilde schieten? Mijn hemel, je dacht het echt, hè. Kijk, dat jij mij wil doodschieten, dat kan ik me voorstellen, want ik ben, schijnt het, gemeen tegen je geweest en dat zul je nooit kunnen vergeten. Jij bent er nog steeds rotsvast van overtuigd dat ik heb geïntrigeerd om jou weg te werken bij het gezelschap. Maar dat is niet zo. Ik heb dat nooit gedaan. Maar ja, ik kan het nog zo vaak herhalen, jij blijft er bij dat ik het was.  Ze haalt uit het mandje een paar geborduurde sloffen. En die zijn voor mijn lieve man. Ik heb er tulpen op geborduurd. Ik vind het afschuwelijke bloemen, maar hij wil overal tulpen op hebben. Mademoiselle werpt Madame X een ironische en vreemde blik toe. Madame X steekt een hand in beide sloffen. Zie je wat een kleine voeten hij heeft, Bob? Kijk maar. En hoe elegant hij loopt. Jij hebt hem natuurlijk nooit op sloffen gezien! Mademoiselle Y lacht. Kijk maar. Ze laat de pantoffels over het tafeltje lopen. Mademoiselle Y lacht luid. En als ie kwaad wordt dan begint hij te stampvoeten, zo “Gatverdamme , die koffie is weer eens niet te drinken. Hoe vaak heb ik dat al niet gezegd. Zo moeilijk is het toch niet om goeie koffie te zetten! Die stomme meiden hebben weer eens het pitje van de lamp schuin afgeknipt.” En dan klaagt hij weer over de tocht in huis, heeft hij last van koude voeten. “Het is hier stervenskoud. Waarom kan er hier in huis nou nooit eens lekker warm gestookt worden?“ Ze wrijft met de zool van de ene slof tegen de bovenkant van de andere. Mademoiselle Y schatert het uit. En als hij thuiskomt en zijn sloffen zoekt die Marie onder de kast heeft gestopt, dan….maar het is niet netjes om grapjes te maken over mijn man. Hij is best aardig en als echtgenoot is het een schat. Jij had zo’n man moeten hebben, Amélie…
Waarom lach je nou? Vertel op. Ik weet zeker dat hij me trouw is, ja, dat weet ik heel zeker. Hij heeft het me zelf….. wat valt er te lachen…. hij heeft me zelf verteld hoe die slettebak van een Frédérique hem probeerde  te verleiden, toen ik op tournee was, in Noorwegen. Een gemene rotstreek, vind je ook niet? Stilte Als ze het geprobeerd had, waar ik bij stond, nou dan zou ik haar de ogen uit het hoofd hebben gekrabd. Stilte Gelukkig heeft Bob het me zelf verteld en ben ik er niet achter gekomen via gemene roddelpraat. Stilte Maar Frédérique was heus niet de enige, weet je. Ik begrijp het niet, maar vrouwen vallen nou eenmaal op mijn man. Ze denken misschien dat hij, omdat hij op het ministerie werkt, iets te zeggen heeft over toneelcontracten, engagementen kan regelen… Misschien heb jij ook wel achter hem aan gezeten… Ik heb jou indertijd ook maar half en half vertrouwd… maar nu weet ik dat hij geen belangstelling voor jou had. Ik heb ook altijd gedacht dat jij iets tegen hem had. Stilte, ze kijken elkaar wat gegeneerd aan.  Kom vanavond bij ons langs, Amélie, al was het maar om aan te geven dat je niet kwaad op ons bent, dat je het mij niet kwalijk neemt. Ik weet niet hoe het komt, maar ik vind het heel vervelend als er iets tussen ons is, vooral tussen jou en mij. Misschien wel omdat ik je die keer zo dwars heb gezeten…steeds langzamer pratend of omdat ik…. ja, waarom eigenlijk…ik zou het niet weten? Een stilte. Mademoiselle Y kijkt Madame X heel benieuwd aan. We hebben elkaar ook op zo’n vreemde manier leren kennen… Toen ik je voor ’t eerst ontmoette, was ik echt bang voor je, zo bang dat ik je niet uit het oog durfde verliezen. Wat ik ook deed, waar ik ook heen ging, ik zorgde er altijd voor dat ik bij je in de buurt was. En omdat ik niet je vijandin wilde zijn, werd ik je vriendin. Maar elke keer als je bij ons thuis kwam, was de sfeer heel gespannen, want ik zag dat mijn man je niet uit kon staan. Ik voelde me niet op m’n gemak net alsof je kleren draagt die voor iemand anders zijn gemaakt. Ik deed mijn uiterste best dat hij maar aardig tegen je was. Zonder succes trouwens, tot de dag dat je je verloofde. Toen werden jullie opeens dikke vrienden. Het leek wel of jullie toen pas je ware gevoelens durfden tonen, nu jij in veilige haven was geland. Wat is er toen gebeurd? Ik ben ook niet jaloers geworden, vreemd hè… Ik weet nog goed dat je peettante was toen mijn kind gedoopt werd en dat ik hem dwong jou te kussen…Dat deed hij toen ook, maar jij raakte helemaal in de war… Op het moment zelf is het me niet opgevallen, ook later niet….nee nu pas dringt het tot me door. Staat met een ruk op Waarom zeg je niks? Je hebt nog geen woord gezegd sinds ik er ben en je laat mij maar praten. Alleen al door je blik, je manier van kijken trek je al dit soort gedachten, waarvan ik dacht dat ze verdwenen waren uit me, zoals je een zijden draad uit een cocon trekt… gedachten… vermoedens misschien… ik wil het fijne ervan weten…Waarom heb je je verloving verbroken? Waarom kwam je daarna nooit meer op bezoek? Waarom wil je vanavond niet langs komen? Mademoiselle Y wil iets zeggen lijkt het..Nee, zeg maar niks. Je hoeft niets te zeggen, ik begrijp het nu zelf wel.  Daarom was het, alleen daarom. Ja, ja, alles is me nu duidelijk. Dat was het dus…. Bah, ik wil niet meer aan één tafeltje met je zitten. Zij verhuist haar spulletjes naar het andere tafeltje. Daarom moest ik persé tulpen op zijn pantoffels borduren, ik die tulpen vreselijk vind… alleen maar omdat jij wel van tulpen hield…Ze gooit de sloffen op de grond Daarom gingen we zomers naar het meer Maelar, omdat jij niet tegen de zeelucht kon. Daarom moest mijn zoontje Eskil heten, omdat jouw vader zo heette. Daarom moest ik jouw kleuren dragen, jouw schrijvers lezen, jouw lievelingsgerechten eten, jouw drankjes drinken…jouw chocola bijvoorbeeld… Daarom….. mijn god….wat verschrikkelijk als ik eraan denk! Alles, alles kwam van jou, tot je tics aan toe. Jouw ziel kroop in de mijne, als een worm in een appel. Ze heeft alles aangevreten en net zo lang geknaagd tot alleen de schil nog over was en een beetje donker vruchtvlees. Ik wilde van je wegvluchten, maar ik kon het niet. Als een slang bleef je me aankijken en me biologeren met je zwarte ogen, ik was als betoverd… Ik voelde hoe ik mijn vleugels uitsloeg, maar alleen maar om naar beneden te worden getrokken. Ik lag met vastgebonden voeten in het water en hoe meer mijn armen zwembewegingen maakten, hoe dieper ik mezelf omlaag werkte, steeds verder en verder tot ik de bodem raakte waar jij als een reuzekrab op mij lag te wachten met wijd open scharen…. zover is het nu met mij. O, ik haat je, ik haat je. En jij zit daar maar te zwijgen, kalm, onverschillig. Of het nou regent of niet, of het Kerstmis is of Nieuwjaarsdag, of andere mensen gelukkig zijn of ongelukkig, het maakt je niets uit. Jij bent niet in staat om te haten of lief te hebben. Roerloos als een ooievaar bij een muizenhol. Je kon je prooi zelf niet pakken of achtervolgen, maar je kon hem wel bespieden, op hem loeren, heel hardnekkig. En nou zit je hier alleen, in je hoekje- weet je wel dat ze het naar jou de muizenval noemen? – je vlooit de kranten uit om te zien of er iemand in de problemen zit of aan de grond zit of bij het toneel ontslagen is. Je zit daar te loeren naar je slachtoffers, weegt je kansen, zoals een loods zijn schipbreuken, hier wacht je tot iedereen zijn tol heeft betaald. Arme, arme Amelie. Ik heb ondanks alles met je te doen want ik weet dat je doodongelukkig bent, als iemand die gewond is en alleen maar kwaadaardig kan reageren… Ik zou graag boos op je willen zijn, maar het lukt me niet…Die hele affaire met Bob, het kan me niks schelen…. Waarom zou ik? Of jij mij geleerd hebt om chocola te drinken of iemand anders, dat maakt niets uit. Ze drinkt een slokje chocola. Chocola is trouwens heel gezond. En als ik van jou geleerd heb hoe ik me moet kleden, des te beter. Mijn man voelt zich daardoor alleen maar meer tot mij aangetrokken.  Hoe meer jij verloor, hoe meer ik kon winnen… Ja, als ik kijk naar bepaalde aanwijzingen heb jij al verloren…. Je dacht dat ik bij hem weg zou gaan, zoals jij zelf gedaan hebt…Wat moet je daar nou spijt van hebben… Nee, weet je, zo ver zal ik nooit gaan…. We moeten niet kleinzielig zijn. Waarom zou ik alleen maar recht hebben op afdankertjes van andere mensen? Als je ‘t goed bekijkt, ben ik misschien wel de sterkste op dit moment. Jij hebt nooit iets van mij gekregen en jij gaf me alles zonder het te weten…. Ik ben net als de dief uit het sprookje… Als je ontwaakt, heb ik alles wat jij mist. Hoe komt het dat alles wat jij aanraakt waardeloos wordt, steriel? Met al die tulpen van je en je passies kon jij de liefde van een man niet behouden…en ik wel. Jouw lievelingsschrijvers hebben jou niet de kunst van het leven geleerd, mij wel. Jij hebt geen kleine Eskil gekregen, ook al heette je vader zo. En waarom zwijg je alsmaar, doe je geen mond open? Vroeger dacht ik dat dat je kracht was,…maar misschien heb je wel niets te zeggen. Ben je helemaal leeg. Staat op en raapt de sloffen op. Ik ga nu naar huis en neem de tulpen mee…. jouw tulpen. Jij was niet in staat om iets van een ander te leren, je aan te passen….en je brak als een verdroogde rietstengel… Ik niet, nee, ik niet. Ik dank je, Amelie, voor al je goede lessen. Ik dank je dat je mijn man geleerd hebt lief te hebben… Ik ga naar huis om ervan te genieten. Zij gaat af.

EINDE