Skip to main content
BETALEN? NEE!
Non si paga, non si paga (Dario Fo)

Deze hilarische klucht over burgerlijke ongehoorzaamheid was in de jaren zeventig Fo’s meest gespeelde stuk. Twee arbeidersvrouwen plunderen uit woede over de prijsstijgingen een supermarkt en moeten vervolgens de wederrechtelijk verkregen waren thuis verstoppen voor politie en voor hun brave, gezagsgetrouwe echtgenoten. Er komt dan een kluchtmechanisme op gang dat niet meer te stuiten is en waarin alles mogelijk wordt: vrouwen die plotseling hoogzwanger raken, een groteske processie naar de Heilige Eulalia, een met zuurstof opgepompte carabiniere, een in de kast verstopt lijk. Fo’s theatrale fantasie kent geen grenzen.

De uitdrukking ‘proletarisch winkelen’ stamt van Fo, die een paradoxaal en onwaarschijnlijk verhaal meende te hebben bedacht, dat tot zijn niet geringe verbazing een paar maanden later daadwerkelijk in praktijk werd gebracht. De realiteit die de kunst imiteert.

Het knappe van Fo is dat hij zelfs mensen die het niet noodzakelijkerwijs met hem eens zijn, met zijn sociaal engagement weet te injecteren. Via de lach slaagt hij erin om ook bij hen sympathie te wekken voor illegale, spontane acties als nieuwe vorm van maatschappelijk protest en verzet.

 

Eerste voorstelling: 3 oktober 1974 Milaan (Palazzina Liberty)

Eerste Nederlandse voorstelling: 18 januari 1980 Scheveningen (Theater aan de Haven)

Eerste voorstelling door Piccolo Theater Noord: 1983

E E R S T E  B E D R IJ F

Een eenvoudige arbeiderswoning. In het midden een tafel, verder een bed, een muurkast, een buffet, een ijskast, een gasfornuis met dicht daarbij twee gasflessen van een lasapparaat. Er komt een vrouw op, Antonia, gevolgd door een jongere vrouw, Margherita. Ze dragen een heleboel boodschappentassen en plastic zakken vol levensmiddelen.

ANTONIA : Even zo goed nog een mazzel dat ik jou tegenkwam! Hoe had ik anders thuis moeten komen met al die spullen?

MARGHERITA : Jezus Antonia, dat is voor een heel weeshuis. Waar heb je dat van betaald?

ANTONIA : Dat zei ik je toch! Van mijn zegeltjes. Ik had een hartstikke vol boekje. En in een pak Omo vond ik nog een gouden tientje.

MARGHERITA : Een gouden tientje?

ANTONIA : Met de kop van de Paus erop. Hij is niet voor Homo, maar wel voor Omo!

MARGHERITA : Ja ja, de Paus gaat daar in een pak Omo zitten, maak dat de kat wijs.

ANTONIA : Ik heb hem nog wel gekkere dingen zien doen. Heb jij hem wel eens de grond zien kussen? Je geeft hem een stuk beton en je hebt geen kind meer aan hem.

MARGHERITA : Antonia, vertel me nou ’s eindelijk hoe je aan die spullen komt!

ANTONIA : Dus je gelooft me niet?

MARGHERITA : Nee.

ANTONIA : Dat dacht ik al. Weet je Margherita, maar je moet me beloven dat je het aan niemand doorvertelt…. ik heb sinds kort een rijke minnaar en die overlaadt me met cadeau’s.

MARGHERITA : loopt naar de deur De groeten!

ANTONIA : Doe toch niet zo flauw. Kan je geeneens tegen een geintje? Wacht, dan vertel ik je de waarheid. Maar doe eerst de deur dicht.

MARGHERITA : sluit de deur Nou vooruit, vertel op.

ANTONIA : Nou, ik was vanmorgen naar de supermarkt en daar zag het zwart van de vrouwen uit de buurt, die zich allemaal vreselijk liepen op te winden over de prijzen… want die waren weer ’s krankjorum gestegen.

MARGHERITA : Nou zeg dat wel meid, het is echt schandalig.

ANTONIA : kijkt in de zakjes die ze stuk voor stuk in het buffet stopt De spaghetti, de olie, de suiker…

MARGHERITA : Wat dacht je van het vlees en de blikgroenten?

ANTONIA : De bedrijfsleider, een enorme eikel was dat… die probeerde het zakie te sussen. Ik kan er niks aan doen dames, zei die, de directie stelt hier de prijzen vast, de directie heeft tot deze prijsstijging besloten. Besloten? Met wiens toestemming dan wel? Daar heb je geen toestemming voor nodig, dat is volkomen legaal. In dit land heerst vrije concurrentie. Vrije concurrentie? Tegen wie? Tegen ons? En dat moeten wij allemaal pikken? En ik: Jullie zijn een stelletje smerige oplichters.

MARGHERITA : Meid, dat je dat durfde!

ANTONIA : Ik heb me meteen verstopt achter de kassa.

MARGHERITA : Groot gelijk!

ANTONIA : Toen riep er eentje: En nou is het mooi geweest. Nou zijn wij het die hier de prijzen bepalen. We betalen gewoon wat we het vorig jaar hebben betaald, en als je daar niet aan wilt, nou, dan nemen we de spullen gewoon zo mee en dan krijg je geen rooie cent. Het is nou kiezen of delen! Nou meid, die slijmbal trok helemaal wit weg. Jullie zijn stapelgek! Ik haal de politie erbij. En hij als een gek naar de telefoon bij de kassa. Hij neemt de hoorn van de haak, draait het nummer, maar ja, hij kon blijven draaien, die telefoon was zo dood als een pier. Eentje van ons had, floep, zo het snoer uit de muur gerukt. Dames, dames, laat u mij erdoor, dames. Ik moet naar mijn kantoor. Opzij alstublieft. Maar ja, hij kwam er niet doorheen. We hadden hem helemaal ingesloten. Die zenuwlijer van een bedrijfsleider begint links en rechts om zich heen te duwen en een van ons doet net of ze een por in d’r buik krijgt… en laat zich zo, languit, op de grond vallen, zogenaamd van d’r stokkie.

MARGHERITA : lacht Hartstikke goed!

ANTONIA : Een komedie, dat die vrouw maakte! Je had gezworen dat het echt was. Naast me stond een hele dikke schommel, zoiets… en die begon die winkelpief van alles naar z’n hoofd te gooien. Vuile hufter, kan je wel, tegen dat arme mens… dat misschien nog zwanger is ook. Als ze straks een miskraam krijgt, moet je ’s kijken wat er met jou gebeurt. Dan draaien we je zo de bak in. Vuile moordenaar! En wij, met z’n allen: vuile kindermoordenaar, vuile kindermoordenaar!

MARGHERITA : Ik wou dat ik erbij geweest was.

ANTONIA : Ja, het was echt om je rot te lachen.

MARGHERITA : En toen? Hoe is het afgelopen?

ANTONIA : Nou, die lulhannes kon uiteindelijk geen kant meer op, dus toen is ie maar door de knieën gegaan en wij hebben gewoon onze eigen prijzen betaald.

MARGHERITA : Jullie eigen prijzen? Daar had ik bij moeten zijn!

ANTONIA : Een paar maakten het wel een beetje te bont, die wilden op de pof kopen. Ja, en dan geeneens hun naam opgeven. Ik ga me daar een beetje vertellen hoe ik heet en waar ik woon. En u me dan lekker aangeven bij de politie. Nee, meneer de directeur, ons kent ons! U moet vertrouwen in ons hebben. Vertrouwen, daar draait toch alles om in de handel. Tenminste, dat beweren jullie zelf ook al tijd. Nou, de mazzel dan en veel vertrouwen.

MARGHERITA : schatert het uit Hoe verzon je het.

ANTONIA : Politie, politie! Het was loos alarm, maar we kregen toch allemaal mooi de zenuwen. Sommigen lieten van schrik hun pakjes op de grond vallen, d’r waren erbij die raakten helemaal over hun toeren. Geen paniek, geen paniek, dat waren een paar arbeiders die net langs kwamen. Wat is dat hier voor een kakschool? Jullie doen het in je broek voor de politie? Het is toch verdomme jullie goed recht om een normale prijs te betalen? Dit is een soortement staking. Wat zeg ik? Dit is veel beter dan staken. Want bij een staking draaien de arbeiders er voor op en hier zijn juist de bazen de pineut. Ik zal het je nog sterker vertellen. Jullie betalen helemaal niks. Het nultarief. Alles gratis voor niks. Hier wordt niet betaald. Hier wordt niet betaald! Nou meid, ik wist niet wat ik zag. Die arbeiders lopen op die rekken met levensmiddelen af en beginnen er links en rechts van alles en nog wat uit te graaien.

MARGHERITA : Oooooh!

ANTONIA : En tegen de directeur, die intussen helemaal groen was geworden en zo klein: Zo, dat is gelijk voor alle centen die jullie van ons hebben gejat al die jaren dat wij hier boodschappen kwamen doen. En zij er vandoor! Nou meid, ik had het niet meer. Ja, wat moet je doen? Je moet in zo’n geval wel heel sterk in je schoenen staan. En dat stond ik dus niet. Ik heb me eigen nog eens bedacht en een nieuw voorraadje ingeslagen. Die tante die flauwgevallen was, die was ineens ook weer bij d’r positieven. Betalen? Nee! Betalen? Nee! riep ze. We riepen het allemaal: Betalen? Nee! Betalen? Nee!

MARGHERITA : Dat ik daar niet bij geweest ben!

ANTONIA : Intussen was de politie echt gekomen. Met gummiknuppel en al. Maar dit keer is niemand hem gesmeerd. We stonden te trillen op onze benen, zelfs de zakjes trilden mee, maar we gaven geen krimp. Hele uitgestreken smoelen! Die agenten begrepen er de ballen van, die hadden gedacht er eens even lekker ouderwets op los te kunnen timmeren. Ik had echt met ze te doen. Dus riep ik maar gauw: Hè hè, zijn jullie d’r eindelijk, jongens. Loop maar meteen door naar binnen, dan kun je een stelletje hamsteraars en winkeldieven arresteren. Gaat in één moeite door! En wij er vandoor.

MARGHERITA : Het is niet te geloven!

ANTONIA : Het was echt een feest. Voor mij mogen ze elke dag zo’n actie houden, en heus niet omdat we niks hebben betaald. Hoewel, dat natuurlijk ook wel. Maar we waren opeens zo geweldig solidair met mekaar, allemaal tegen die vuile maffiabende van de supermarkt. We hebben ze echt te grazen gehad. Ze zitten hem nou behoorlijk te knijpen, weet je dat. In sommige supermarkten hebben ze de prijzen meteen flink laten zakken.

MARGHERITA : Ja ja, ’t is natuurlijk allemaal geweldig, maar wat ga je nou straks aan je man vertellen? Je kan hem moeilijk wijsmaken dat je dat allemaal van je zegeltjes hebt of van die Paus uit dat pak Omo!

ANTONIA : Je denkt niet dat ie daar intrapt?

MARGHERITA : Volgens mij niet nee.

ANTONIA : Ja, het is misschien wel een heel sterk verhaal Dat is nou het probleem met mijn Giovanni. Die is zo verschrikkelijk gezagsgetrouw. Die maakt gelijk een scène. En ik zit toch al zo omhoog. Ik heb vandaag m’n laatste centen uitgegeven en ik moet morgen mijn gas en electra betalen. Over de huur maak ik me maar helemaal geen zorgen meer, die heb ik al in geen vier maanden betaald.

MARGHERITA : Bij mij is het net eender. Ik ben al vijf maanden achter met de huur. En dan heb ik nog geeneens boodschappen kunnen doen zoals jij.

ANTONIA : Eerst maar ’s kijken hoe we die spullen hier wegkrijgen. Margherita, doe me een lol, neem jij ook wat mee.

MARGHERITA : Ik? Spaar me alsjeblieft. Het is erg lief van je, daar niet van, maar het gaat niet. Bovendien, je weet, ik heb geen cent te makken.

ANTONIA : Ik heb geen cent te makken, doe jij toch niet zo idioot. Dit is allemaal gratis voor niks. Dacht je dat ik jou liet betalen voor spullen die ik zelf gratis heb gekregen? Waar zie je me voor an. Pak an!

MARGHERITA : Maar wat moet ik dan tegen mijn man zeggen? Dat spul is half gestolen! Hij vermoordt me. Nee hoor, over mijn lijk.

ANTONIA : Mijn Giovanni vermoordt me niet, nee, want dat is weer verboden bij de wet. Maar ik weet nou al hoe die gaat reageren. Wat heb je nou gedaan? Je hebt mijn goeie naam door het slijk gehaald. Vuile dievegge. En dan gaat ie in de kast zitten.

MARGHERITA : In de kast?

ANTONIA : Ja, elke keer als we ruzie hebben kruipt hij in de kast. Kijk maar, hij is er helemaal op ingericht: een stoel, een boek, plus een speciaal lampje. Af en toe doet ie de deur open om me uit te schelden. pakt enkele blikjes uit een plastic zak Verrek, wat heb ik nou gepakt? Gemengd voedsel voor honden en katten? Krijg nou wat.

MARGHERITA : Ja, het staat er. Hapklare brokken. Gesteriliseerd. Diverse smaken. Waarom heb je dat nou meegenomen?

ANTONIA : Weet ik veel? In de drukte… ik heb gewoon gepakt wat ik krijgen kon… leest op zakje Eerste klas zangzaad!

MARGHERITA : Zangzaad… voor kanariepietjes?

ANTONIA : Straks moeten we nog kippen gaan houden om al die rotzooi op te vreten. Nog een mazzel dat het allemaal dingen zijn waar ik niks voor betaald heb. Anders had ik mezelf wel voor mijn kop kunnen… (leest op een ander blikje) Konijnenkoppen in diepvries!

MARGHERITA : Wat zeg je me nou? Konijnenkoppen?

ANTONIA : Hier, lees maar. Ter verrijking van het voedsel van uw kippen. Tien koppen voor tweeduizend lire. Nou dat is toch geen geld. Verdomme, ik kan het geeneens ruilen!

MARGHERITA : En die vieze troep wilde je mij in mijn maag splitsen!

ANTONIA : Nee hoor, die konijnenkoppen hou ik zelf, die zitten me zo aan het hart gebakken. Jij mag de gewone spullen hebben, de olie, de spaghetti. Vooruit schiet op, je man heeft toch nachtdienst. Jij hebt tijd zat om het allemaal weg te stoppen.

MARGHERITA : Jij hebt makkelijk praten. En als de politie nou ’s huiszoeking komt doen?

ANTONIA : Zeg toch niet van die stomme dingen. Jij met je politie. De hele buurt stond vanmorgen in de super. Denk je nou echt dat de politie de hele buurt hier gaat lopen uitkammen… dan zijn ze volgend jaar kerst nog bezig. ze loopt naar het raam en kijkt naar buiten Giovanni! Verdomme! Hij komt naar boven. Weg jij, neem die spullen mee. Stop ze onder je jas en smeer ‘m. Nee, help me even, dan schuif ik de rest onder het bed. Laat maar. Ik doe het zelf wel. Schiet op jij. Zorg dat ie niks ziet. En als ze je aanhouden, je weet van niks. Margherita heeft vlug een aantal zakjes onder haar jas gedaan, terwijl Antonia de rest onder het bed schuift, zowel de zakjes die ze al in het buffet had gedaan als wat nog op tafel staat. Alleen het dierenvoedsel komt niet onder het bed terecht. Maak dat je wegkomt. Vooruit. Haar man, Giovanni, komt op en komt Margherita bij de deur tegen

MARGHERITA : Dag Giovanni.

GIOVANNI : Hallo Margherita. Hoe is het ermee?

MARGHERITA : Prima, dank je. Nou tot ziens.

ANTONIA : Tot straks. En de groeten aan je man. Giovanni staart verbijsterd naar de dikke buik van Margherita, die haastig verdwijnt. Antonia pakt het zakje met vogelvoer en stopt het in het buffet Wat sta je daar nou te staan Giovanni? Waarom ben je zo laat? Ik had je al veel eerder verwacht. zij dekt de tafel voor het avondeten: plastic tafellaken, borden, bestek, enz.

GIOVANNI: Wat is er met Margherita aan de hand?

ANTONIA: Hoezo? Is er dan iets?

GIOVANNI: Ze is helemaal bol. Ze heeft zo’n buik van voren.

ANTONIA : Ja, ze kan hem moeilijk van achteren hebben. Heb jij nog nooit een getrouwde vrouw met een dikke buik gezien?

GIOVANNI : Je bedoelt dat ze zwanger is?

ANTONIA : Dat lijkt me toch wel het minste wat een vrouw kan overkomen als ze met d’r man naar bed gaat.

GIOVANNI : Maar in de hoeveelste maand is ze dan? Afgelopen zondag zat ze nog hier aan tafel en toen was er nog niks te zien.

ANTONIA : Ik heb je al meer gezegd Giovanni, jij begrijpt de ballen van vrouwen. Ten eerste is zondag al weer een hele week geleden en ten tweede kan er in een  week een hele hoop gebeuren. Antonia is vreselijk druk in de weer om het huis op te ruimen, maar het is duidelijk dat dit een afleidingsmanoeuvre is

GIOVANNI : Jij wou me wijsmaken dat ze in een week tijd een buik van negen maande heeft gekregen… Ik mag dan de ballen van vrouwen begrijpen, maar dat kan niet. Trouwens, Luigi, d’r màn weet je nog wel, had het me dan wel verteld. We werken aan dezelfde band en hij vertelt me altijd alles over hem en z’n vrouw.

ANTONIA : Misschien geneert ie zich er wel voor.

GIOVANNI : Doe toch niet zo gek jij. Die heeft z’n eigen vrouw zwanger gemaakt. Moet je je daar ook al voor generen tegenwoordig?

ANTONIA : Nou, dan weet ie blijkbaar nog van niks.

GIOVANNI : Wat nou? Hij weet nog van niks?

ANTONIA : Ze heeft het hem zeker niet willen vertellen.

GIOVANNI : Ze heeft het hem niet willen vertellen? Maar waarom niet?

ANTONIA : Nou kijk , Luigi dat is een enorme zenuwpees. En die bleef maar zaniken. Margherita we moeten uitkijken, we moeten sparen, vanwege de crisis en zo, we zijn nog te jong voor een kind… want als we zwanger worden dat worden we ontslagen. Ik elk geval heeft ie d’r steeds de pil laten slikken.

GIOVANNI : Maar als ie d’r de pil liet slikken hoe kon ze dan zwanger worden?

ANTONIA : Nou dan heeft de pil niet gewerkt. Dat komt wel meer voor weet je.

GIOVANNI : Maar waarom heeft ze hem dat dan niet verteld? Zij kon er toch niks aan doen?

ANTONIA : Misschien heeft de pil wel niet gewerkt omdat ze hem helemaal niet heeft ingenomen. Tja, en als je de pil niet inneemt, kan het gebeuren dat ie niet werkt.

GIOVANNI : Wat zeg je me nou?

ANTONIA : Ach je weet, Margherita is heel erg Rooms, die is zo verschrikkelijk Rooms. En je weet wat de Paus heeft gezegd: Het gebruik van de pil is zondig.

GIOVANNI : Schei uit zeg. Wat heb je vandaag? De pil die niet werkt als je hem niet neemt, de Paus, zij met een buik van negen maanden en d’r man die niks in de gaten heeft.

ANTONIA : Dat kon ie ook niet. Ze had zich helemaal ingeregen.

GIOVANNI : Ingeregen?

ANTONIA : Ja, heel strak, met lakens en zo. Reuze ingewikkeld. Om niet in de gaten te lopen. Ik kwam haar net tegen op straat en toen ze ik tegen d’r: Je bent gek meid, doe af die handel. Straks stikt het kind nog en dan hang je. Doe meteen die lakens weg. Het zal jou een rotzorg zijn of ze je ontslaan of niet. Het kind gaat voor. Was dat niet goed van me?

GIOVANNI : Ja hoor, ja hoor.

ANTONIA : Koppie koppie.

GIOVANNI : Ja hoor, ja hoor.

ANTONIA : Nou en toen heeft Margherita besloten om die lakens af te doen en plof, toen kwam er een buik vrij. Je had het ’s moeten zien Giovanni

GIOVANNI : Maar ik heb het toch gezien.

ANTONIA : En toen zei ik tegen d’r: En als je man straks moeilijk doet, nou dan kom je gewoon naar ons toe, dan kan mijn Giovanni hem ’s goed op z’n nummer zetten. Was dat niet goed van me?

GIOVANNI : Ja hoor, ja hoor.

ANTONIA : Ja hoor ja hoor? Wat is dat voor een antwoord? Heb ik je iets gedaan?? Kijkt uit, anders ga ik in de kast zitten.

GIOVANNI : Ach het gaat niet om jou. Ik heb de pest in om iets dat vandaag is gebeurd in de fabriek.

ANTONIA : Hebben jullie gestaakt?

GIOVANNI : Nee, het was in de kantine. Om twaalf uur gingen we allemaal naar beneden voor de schaft en gelijk beginnen er een stuk of vier, vijf van die jonge snotneuzen een geweldige stront te maken over het eten. Ze zeiden dat het troep was, niet te vreten gewoon.

ANTONIA : Terwijl het juist heel smakelijk was, prima klaargemaakt, grote porties…

GIOVANNI : Nee, het was echt niet te vreten. Maar moesten ze daar nou zo’n heibel over maken met z’n allen?

ANTONIA : Nou ja, met z’n allen. Je zei net dat het er vier of vijf waren.

GIOVANNI : In het begin, ja. Maar daarna deed de hele kantine mee. Ze hebben alles opgegeten en daarna zijn ze ‘m gesmeerd zonder te betalen.

ANTONIA : Die ook al?

GIOVANNI : Hoezo die ook al?

ANTONIA : Ik bedoel, niet alleen die vier of vijf, maar ook alle anderen.

GIOVANNI : Ja en zelfs de leden van de ondernemingsraad en die moeten toch eigenlijk het goede voorbeeld geven en niet aanpappen met zo’n stelletje extremisten.

ANTONIA : Precies!

GIOVANNI : Maar dat is nog niet alles. Ik kom naar buiten, ik loop naar de tram en ik kom langs de supermarkt. En ik zie me daar een massa vrouwen bij mekaar staan, nou ik schat toch zeker een stuk of honderd… en die gingen me tekeer, ongelooflijk… Je zag ze haast niet, want ze gingen helemaal schuil achter de boodschappen. Ik natuurlijk informeren en wat denk je dat ik te horen krijg?

ANTONIA : Geen idee.

GIOVANNI : Die vrouwen hadden prijzen betaald, die ze zelf bepaald hadden. Wat zeg je me daarvan?

ANTONIA : Ik weet niet wat ik hoor!

GIOVANNI : Maar daar bleef het niet bij. Nee, ze hadden alle rekken met levensmiddelen leeggeplunderd en de meesten waren er vandoor gegaan zonder te betalen.

ANTONIA : Die ook al?

GIOVANNI : Hoe bedoel je, die ook al?

ANTONIA : Ik bedoel net als die driftkikkers in jouw fabriek die niet betaald hadden in de kantine.

GIOVANNI : Ja precies. En ze hebben zelfs de directeur gemolesteerd.

ANTONIA : Welke? Die van de supermarkt of die van de kantine?

GIOVANNI : Alle twee.

ANTONIA : Nou daar staat je verstand toch bij stil.

GIOVANNI : Zeg dat wel. Voor mij is dat asociaal tuig. Het zijn provocateurs, die betaald worden door de directie van die supermarkt. En die kunnen dan morgen weer overal rondbazuinen dat wij arbeiders geen greintje sociaal gevoel hebben, dat we gappen, dat we…

ANTONIA : Wat hebben die arbeiders er nou mee te maken? In de supermarkt waren het toch juist hun vrouwen die de spullen meenamen of niet soms?

GIOVANNI : Ja, maar die mannen zitten thuis en die doen net of hun neus bloedt. Maar onderhand. Die moedigen dat stiekem aan. Die zeggen natuurlijk iets van Goed zo meid, dat heb je fijn bij mekaar gejat. In plaats van dat ze hun vrouwen de hersens inslaan, blikje voor blikje. Ik zeg je een ding: Als mijn vrouw me zoiets zou flikken, nou dan liet ik haar het hele blik opvreten, met blikopener en al. Als ik er ooit achter kom dat jij iets uit de supermarkt jat of dat jij het lef hebt iets te betalen onder de vastgestelde prijs, al was het maar een blikje sardientjes, nou dan… dan…

ANTONIA : …dan moet ik het opvreten met blikopener en al! Ik weet het.

GIOVANNI : Nee, erger nog. Dan pak ik mijn spullen en dan ga ik naar mijn moeder. En je ziet me nooit meer terug. Nee, ik weet nog iets veel beters. Eerst sla ik je je hersens in en daarna vraag ik echtscheiding aan met wederzijdse instemming.

ANTONIA : Hoor ‘s, als je zo begint, kun je ook gelijk wel opdonderen, zonder echtscheiding. Hoe haal je ’t in je hoofd dat ik… dat ik naar huis kom met iets dat ik betaald heb onder de vastgestelde prijs. Ik laat je nog liever creperen van de honger.

GIOVANNI : Precies, creperen van de honger. Dat heb ik veel liever. Over honger gesproken, wat eten we vandaag? Met dat gedonder in de kantine is mijn hele eten erbij ingeschoten. Wat heb je klaargemaakt?

ANTONIA : Dit! Ze zet met een klap twee blikjes hondenvoer op tafel

GIOVANNI : Wat is dat?

ANTONIA : Kan je niet lezen? Kant en klaar voedsel voor honden en katten.

GIOVANNI : Wat?

ANTONIA : Het smaakt prima.

GIOVANNI : Ja, als je een hond bent ja.

ANTONIA : Ze hadden niks anders. Bovendien kost het haast niks, het is reuze voedzaam, het zit vol proteïne. Heel smakelijk. Kijk maar: kwaliteitsonderzoek.

GIOVANNI : Sta je me nou te belazeren?

ANTONIA : Ik? Je kunt wel zien dat jij nooit boodschappen doet. Heb jij enig idee hoe duur alles is geworden, de olie, het vlees, de ham? Het kost haast twee maal zoveel. Als je al iets vindt. Ze hebben alles opgeslagen vanwege de zwarte markt. Het is verdomme nog erger dan in de oorlog.

GIOVANNI : Hè, je moet niet overdrijven… erger dan in de oorlog. In elk geval heb ik nog geen hond… en ik weiger… ik weiger om deze rotzooi…

ANTONIA : Nou, weiger jij dan maar. Je mag dan nog geen hond zijn geworden… Hoewel je me de laatste tijd afblaft, gewoon niet mooi meer. Maar jouw baas denkt daar heel anders over. Voor hem zijn we minder dan honden…

GIOVANNI : Dat is zo. Maar in elk geval moet ik die troep hier niet op tafel. Of eet het zelf op als je het zo lekker vindt. Ik neem wel een kop melk.

ANTONIA : Het spijt me, maar er is geen melk meer.

GIOVANNI : Hoe bedoel je?

ANTONIA : Precies zoals ik het zeg. Vanochtend is de melkwagen langsgekomen en toen zeiden ze opeens dat ze de melkprijzen weer verhoogd hadden en een stelletje mafketels, er waren zelfs mensen van jouw partij bij…

GIOVANNI : Communisten!

ANTONIA : … die zijn toen op de wagen gesprongen en die begonnen de melk uit te delen voor honderd lire de liter.

GIOVANNI : En jij hebt ook iets genomen?

ANTONIA : Ik? Waar zie je me voor aan? Melk, die half gestolen is. Was jij dan naar beneden gelopen?

GIOVANNI : Nee.

ANTONIA : Had jij hem opgedronken?

GIOVANNI : Natuurlijk niet.

ANTONIA : Goed, dan drink jij dus geen melk.

GIOVANNI : Maar heb je dan niks anders. Ik rammel van de honger.

ANTONIA : Ik kan een lekker soepje voor je maken.

GIOVANNI : O. Dat wil er best in. Wat voor soep?

ANTONIA : Zangzaad.

GIOVANNI : Zangzaad?

ANTONIA : Ja. Speciaal voor kanariepietjes. Het is reuze lekker en heel goed tegen suikerziekte.

GIOVANNI : Maar ik heb helemaal geen suikerziekte.

ANTONIA : Kan ik er wat aan doen dat jij nog geen suikerziekte hebt… het is trouwens de helft goedkoper dan rijst en die lust je weer niet.

GIOVANNI : Ik geef het op. Zeg maar hoe je me wil hebben, als hond of als kanariepietje.

ANTONIA : Stel je toch niet zo aan. Michela aan de overkant maakt dat elke dag voor haar man en die zweert bij hoog en laag dat het heerlijk is.

GIOVANNI : Die man van Michela, dat verbaast me niks. Die heeft toch al zo’n raar vogelbekkie. Ik zag hem net nog staan bij de bus. Als je goed kijkt, zie je de veren uit zijn kont groeien.

ANTONIA : Zangzaadsoep is heerlijk. Het zit hem in de bouillon. Daarom heb ik ook konijnenkoppen genomen.

GIOVANNI : Konijnenkoppen?

ANTONIA : Precies zoals ik het zeg. De bouillon moet je trekken van konijnenkoppen. Alleen de koppen. In diepvries. Je hebt toch niet in enen iets tegen diepvries, hoop ik?

GIOVANNI : Ik weet genoeg. De groeten.

ANTONIA : Waar ga je naar toe?

GIOVANNI : Ik moet hier weg. Ik heb zo’n trek gekregen. Ik eet wel iets uit de muur.

ANTONIA : Je gaat je gang maar. Heb je geld bij je?

GIOVANNI : Goed dat je het zegt. Geef me effe wat.

ANTONIA : Ik? Waar moet ik dat dan vandaan halen?

GIOVANNI : Je wilt me toch niet vertellen dat je geen geld meer hebt?

ANTONIA : Nee, maar je bent toch hoop ik niet vergeten dat we morgen de huur moeten betalen, plus gas en electra. Of wil je dat ze ons op straat zetten en gas en electra afsnijden.

GIOVANNI : Nee, het proletariaat moet honger lijden, maar wel met feestverlichting.

ANTONIA : Dus, dat wordt geen eten uit de muur. Maar geen paniek, ik maak wel iets voor je. trekt haar jas aan

GIOVANNI : Waar ga je heen?

ANTONIA : Naar Margherita. Die heeft vandaag wel boodschappen gedaan. Die leent me wel wat. Hou jij je nou maar rustig, ik ben zo weer terug. Intussen kan jij je krantje lezen of TV kijken. Krijg je dat crisisgezicht van onze minister-president te zien. Dan heb je gegeten en gedronken. Ik ben zo terug.

GIOVANNI : Ja, maar zonder konijnenkoppen, denk erom.

ANTONIA : Dit keer neem ik alleen de poten voor je mee.

(af)

GIOVANNI : Ja ja, maak jij maar grapjes. Een honger dat ik heb. Ik zou zelfs dit nog door mijn strot kunnen krijgen. hij heeft een blikje gepakt en bekijkt het van alle kanten Een lekkernij voor uw vrienden, de honden en katten. Gesteriliseerd, hapklare brokken. Toch benieuwd, wat mijn vrienden te eten krijgen. Hoe krijg ik dat open? Ze heeft natuurlijk weer vergeten er een sleuteltje bij te vragen. O kijk ’s er zit een ringetje aan. Voor honden en katten maken ze blikjes met een ringetje.maakt het blikje open Wat zullen die honden daar blij meer zijn. ruikt aan de inhoud)Gatverdamme, die beesten moeten echt debiel zijn dat ze die rotzooi vreten. Nou ja, ik moet het toch maar proeven. Met twee druppeltjes citroen vanwege de cholera. van buiten dringt het geluid van een politiesirene door. We horen geschreeuw van mannen en vrouwen en militaire bevelen Wat is dat voor een rotherrie? hij loopt naar het denkbeeldige raam en maakt gebaren naar iemand die aan de overkant woont Aldo! Hé Aldo! Wat is er aan de hand? Ja dat zie ik ook wel dat dat politie is. Maar wat moeten al die overvalwagens? Wat zei je? Iets in de supermarkt? Welke supermarkt? O, hier ook al? Wanneer dan? Vandaag? Je moet niet zo overdrijven, duizenden vrouwen. Nee, mijn vrouw was daar niet bij. Die moet niks hebben van dat soort acties, die vindt dat diefstal. Die koopt liever konijnenkoppen voor me… ja, in diepvries. Anders verrotten ze. Antonia is vandaag de deur niet uit geweest. Ze heeft de buik van een vriendin moeten ontwikkelen. Nee, uit de doeken doen, de wikkels eraf halen, bedoel ik. Vanwege d’r man, Luigi, want die wilde niet dat ze zwanger werd. Maar zij heeft naar de Paus geluisterd en zodoende heeft de pil niet gewerkt en nou is ze in een week helemaal opgezwollen… je weet niet wat je ziet… Hoezo snap je dat niet? kijkt naar beneden op straat. We horen weer geschreeuw en gebrul Dat is een complete razzia. Die zijn van plan de hele buurt uit te kammen. Nou, wacht maar, als jullie bij mij komen, dan zal ik je ’s een poepie laten ruiken. Die denken maar dat ze alles met ons kunnen doen. dit is je reinste provocatie.

er wordt op de deur geklopt

STEM VAN BUITEN : Mag ik binnen komen?

GIOVANNI : Wie daar?

STEM VAN BUITEN : Politie. Open doen.

GIOVANNI : doet de deur open Politie? Wat wilt u van me?

BRIGADIER : komt binnen Huiszoeking. Hier is het bevel. Het hele blok wordt doorzocht.

GIOVANNI : Hoezo? Wat zoeken jullie dan?

BRIGADIER : Hoor ‘s, nou moet u niet doen of u niet tot tien kunt tellen. U weet net zo goed als ik dat er vandaag een overval is gepleegd op de supermarkt. Duizenden vrouwen en ook mannen hebben voor tonnen aan levensmiddelen ingekocht, ver onder de vastgestelde prijs… en een heleboel hebben zelfs helemaal niks betaald. En nou zijn wij op zoek naar de buit of, als u dat liever hebt, naar de levensmiddelen die tegen een sterk gereduceerde prijs zijn meegenomen.

GIOVANNI : O. En daarvoor moet u bij mij wezen. Met andere woorden: volgens u ben ik een dief.

BRIGADIER : Kijk, u mag denken wat u wilt. Dat is uw zaak. Ik heb mijn orders gekregen en die moet ik uitvoeren.

http://www.toneelfonds.be/detailfiche/84076

© Toneelfonds J. Janssens